Ad
Officium lectionis
Lectio altera
Ex Catechésibus sancti Cyrílli
Hierosolymitáni epíscopi
(Cat. 5, De fide et symbolo, 10-11: PG 33,
518-519)
Tweede lezing
Uit de Catechesen van de H.
Cyrillus van Jeruzalem, bisschop
(Cat. 5, De fide et symbolo, 10-11: PG 33,
518-519)
De kracht van
het geloof overtreft de menselijke krachten
“Geloof”
is slechts één woord, maar heeft twee aspecten. Er is namelijk een dogmatisch
geloof, en dat is de instemming van de ziel met het een of ander. Dat geloof
betreft het nut van de ziel, zoals de Heer zegt: Wie luistert naar mijn
woord en gelooft in Hem, die Mij zond, heeft het eeuwige leven en is aan geen
oordeel onderworpen; en elders: Wie in de Zoon gelooft, wordt niet
geoordeeld, maar is overgegaan van de dood naar het leven.
O
grote goedheid van God jegens de mensen! De rechtvaardigen (van het Oude
Verbond) toch hebben God behaagd door hun vele jaren van arbeid. Welnu, wat
dezen ontvingen door zeel veel jaren vurige dienst van God, dat schenkt Jezus u
voor een dienst, die tot één uur is bekort. Want als gij gelooft, dat Jezus
Christus de Heer is, en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult ge zalig
worden en wordt ge door Hem, die de goede moordenaar daar binnenliet naar het
paradijs overgebracht. En twijfel er nu niet aan of dit kan, want Hij, die de
goede moordenaar na één uur van geloof op dat heilige Golgotha zalig heeft
gemaakt, zal ook u, als ge geloofd hebt, zalig maken.
Maar
er bestaat nog een ander soort geloof, dat als een bijzondere gave door
Christus wordt geschonken. Want aan de een wordt door de Geest het woord der
wijsheid gegeven, aan een ander het woord der kennis krachtens dezelfde Geest,
aan een ander het geloof door dezelfde Geest, een ander de gaven der genezing.
Dit
geloof dan, dat als een bijzondere genadegave door de Geest wordt geschonken,
is niet slechts dogmatisch, maar bewerkt ook dingen, die de menselijke krachten
t boven gaan. Want wie dit soort van geloof bezit, zal tot deze berg zeggen: Ga
vanhier daarheen, en hij zal gaan. Want wanneer iemand door zijn geloof
ditzelfde zou zeggen, overtuigd dat het zo gebeuren zou, en hij niet aarzelt in
zijn hart, ontvangt hij ook deze gave.
Over
dat geloof wordt gezegd: Als gij een geloof hebt als een mosterdzaadje. Want
zoals een mosterdzaadje, dat wel klein is van omvang maar begiftigd met een
brandende werkzaamheid en op een kleine plaats gezaaid grote takken om zich
heen verspreidt, en dat, nadat het is uitgegroeid, zelfs de vogelen des hemels
kan beschaduwen. Zo kan ook het geloof in een zeer kort moment in de ziel
de grootste vruchten voortbrengen. Want, onder het licht van het geloof maakt de
ziel zich van God een voorstelling en beschouwt Hem; voor zover zij Hem
bevatten kan. Zij gaat de grensgebieden van de aarde rond, en voor het einde
van deze tijd ziet zij reeds het oordeel en de uitreiking van het beloofde
loon.
Moogt
ge daarom dat geloof bezitten, dat van u afhangt en tot Hem voert; om ook van
Hem het geloof te ontvangen, dat boven de menselijke krachten werkzaam is.