woensdag 7 november 2018

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada XXXI per annum feria IV De kracht van het geloof overtreft de menselijke krachten. Fidei virtus super humanas vires operatur.

Ad Officium lectionis




Lectio altera

Ex Catechésibus sancti Cyrílli Hierosolymitáni epíscopi
(Cat. 5, De fide et symbolo, 10-11: PG 33, 518-519)
Tweede lezing

Uit de Catechesen van de H. Cyrillus van Jeruzalem, bisschop
(Cat. 5, De fide et symbolo, 10-11: PG 33, 518-519)

De kracht van het geloof overtreft de menselijke krachten

“Geloof” is slechts één woord, maar heeft twee aspecten. Er is namelijk een dogmatisch geloof, en dat is de instemming van de ziel met het een of ander. Dat geloof betreft het nut van de ziel, zoals de Heer zegt: Wie luistert naar mijn woord en gelooft in Hem, die Mij zond, heeft het eeuwige leven en is aan geen oordeel onderworpen; en elders: Wie in de Zoon gelooft, wordt niet geoordeeld, maar is overgegaan van de dood naar het leven.

O grote goedheid van God jegens de mensen! De rechtvaardigen (van het Oude Verbond) toch hebben God behaagd door hun vele jaren van arbeid. Welnu, wat dezen ontvingen door zeel veel jaren vurige dienst van God, dat schenkt Jezus u voor een dienst, die tot één uur is bekort. Want als gij gelooft, dat Jezus Christus de Heer is, en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult ge zalig worden en wordt ge door Hem, die de goede moordenaar daar binnenliet naar het paradijs overgebracht. En twijfel er nu niet aan of dit kan, want Hij, die de goede moordenaar na één uur van geloof op dat heilige Golgotha zalig heeft gemaakt, zal ook u, als ge geloofd hebt, zalig maken.

Maar er bestaat nog een ander soort geloof, dat als een bijzondere gave door Christus wordt geschonken. Want aan de een wordt door de Geest het woord der wijsheid gegeven, aan een ander het woord der kennis krachtens dezelfde Geest, aan een ander het geloof door dezelfde Geest, een ander de gaven der genezing.

Dit geloof dan, dat als een bijzondere genadegave door de Geest wordt geschonken, is niet slechts dogmatisch, maar bewerkt ook dingen, die de menselijke krachten t boven gaan. Want wie dit soort van geloof bezit, zal tot deze berg zeggen: Ga vanhier daarheen, en hij zal gaan. Want wanneer iemand door zijn geloof ditzelfde zou zeggen, overtuigd dat het zo gebeuren zou, en hij niet aarzelt in zijn hart, ontvangt hij ook deze gave.

Over dat geloof wordt gezegd: Als gij een geloof hebt als een mosterdzaadje. Want zoals een mosterdzaadje, dat wel klein is van omvang maar begiftigd met een brandende werkzaamheid en op een kleine plaats gezaaid grote takken om zich heen verspreidt, en dat, nadat het is uitgegroeid, zelfs de vogelen des hemels kan beschaduwen.  Zo kan ook het geloof in een zeer kort moment in de ziel de grootste vruchten voortbrengen. Want, onder het licht van het geloof maakt de ziel zich van God een voorstelling en beschouwt Hem; voor zover zij Hem bevatten kan. Zij gaat de grensgebieden van de aarde rond, en voor het einde van deze tijd ziet zij reeds het oordeel en de uitreiking van het beloofde loon.

Moogt ge daarom dat geloof bezitten, dat van u afhangt en tot Hem voert; om ook van Hem het geloof te ontvangen, dat boven de menselijke krachten werkzaam is.