zaterdag 3 november 2018

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada XXX per annum feria VI Vivus est sermo Dei et efficax. Gods woord is levend en krachtdadig.


Ad Officium lectionis

Lectio altera

Ex opéribus Balduíni Cantuariénsis epíscopi
(Tract. 6: PL 204, 451-453)
Tweede lezing
Uit de werken van Balduïnus van Canterbury, bisschop
(Tract. 6: PL 204, 451-453)

Gods woord is levend en krachtdadig

Levend is het woord Gods en krachtdadig, het is meer snijdend dan elk tweesnijdend zwaard. Wat voor kracht en wijsheid er in Gods woord is gelegen wordt in deze woorden duidelijk voor hen, die zoeken naar Christus, die het Woord en de Kracht en de Wijsheid van God is. Dit Woord was in het begin bij de Vader, eeuwig met Hem; op de vastgestelde tijd aan de Apostelen geopenbaard, door hen gepredikt en nederig ontvangen in het geloof van het christenvolk. Hij is dus het Woord in de Vader, het woord in de mond, het woord in het hart.

Dit Woord van God is levend, aan Wie de Vader gaf het leven te hebben in Zichzelf, zoals Hijzelf het leven bezit in Zichzelf, zoals Hijzelf het leven bezit in Zichzelf. Daarom is Hij niet alleen levend, maar ook het leven zelf, zoals Hij van Zichzelf zegt: Ik be de Weg, de Waarheid en het Leven. En omdat Hij het Leven is, is Hij ook levend om leven te geven. Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. Hij is levend-makend, omdat Hij de dode uit zijn graf roept en zegt: Lazarus, kom naar buiten.

Wanneer dit woord gepreekt wordt, geeft het door de klank van de prediking aan zijn stem, die uitwendig wordt gehoord, een stemkracht, die inwendig wordt waargenomen, waardoor de doden herleven en de zonen van Abraham door die lofprijzingen herrijzen. Levend is dus dit woord in het hart van de Vader, levend in de mond van de prediker, levend in het hart van de gelovige en de minnaar. En daar dat woord zo levend is, moet het ook wel werkdadig zijn.

Werkdadig is Het bij het werk van de schepping, werkdadig bij het bestuur van de wereld, werkdadig bij de verlossing van de wereld. Wat is er werkdadiger, wat machtiger? Wie kan zijn machtige daden vermelden en heel zijn glorie verkondigen? Werkdadig is het woord, wanneer het werkt, werkdadig wanneer het gepreekt wordt. Want het keert niet ledig terug, maar in alles, waartoe het wordt uitgezonden, brengt het zegen.

Het is werkdadig en meer snijdend dan elk tweesnijdend zwaard, wanneer men het gelooft en bemint. Want wat is er onmogelijk voor wie gelooft, of wat is moeilijk voor wie bemint? Wanneer dit woord wordt gesproken, doordringen zijn woorden het hart als de scherpe pijlen van een sterke, als krammen dringen ze door in de muur en ze dringen er zover in, dat ze tot het binnenste doordringen. Want dit woord is doordringender dan elk tweesnijdend zwaard, omdat het immers meer dan alle kracht en macht vermag door te dringen en spitser is dan alle scherpzinnigheid van de menselijke geest, en indringender dan alle menselijke wijsheid en geleerde taal.