Thomas
a Kempis
Gebed om de vrede des harten te verkrijgen, die
Christus zijn leerlingen heeft aangeboden.
O honingzoete Heer Jezus Christus, Koning van hemel
en aarde, ware vrede der harten en Trooster der treurenden, spreek, smeek ik U,
tot mijn ziel, die naar U welbekend is, gebukt gaat onder kwelling en
droefenis. Spreek tot haar: Uw redding ben Ik, uw vrede, uw leven, uw troost,
uw hoop, uw licht, uw rust. In Mij is al uw heil, de ware troost der ziel, alle
vreugde en blijdschap zonder einde. Wat zoudt gij nog meer begeren? Niets,
Heer, U alleen begeer ik, U zoek ik, naar U verlang ik, naar U gaat mijn
innigste liefde uit, U loof en zegen ik in alles en boven alles, altijd en op
die plaatsen. Gij heerst over alles in hemel en aarde, in zeeën en diepten, op
bergen en in wouden, en ieder schepsel klein en groot, dat alles kent Gij en is
U als een open boek. Gij hebt alles met wijsheid gewrocht en alles wordt door
uw Voorzienigheid bestuurd.
O vrede Gods, o klare kennis van mijn Schepper, die
alle begrip te boven gaat en alle inzicht van mensen en van engelen, wanneer
zult gej tot mij komen? O wanneer zult ge mij uitwendig en inwendig vervullen,
zodat ik niets meer te begeren heb? Heer God, onrustig is mijn hart, totdat het
rust in U. Onbevredigd is mijn geest, totdat hij in het eeuwig leven met U
volmaakt verenigd wordt. O vrede, hoe lieflijk en begerenswaardig is uw naam
over heel de aarde. Hoe blij en verrukkelijk is uw stem in het hemels
vaderland. O ware, opperste, eeuwige vrede bij God, bij de heilige engelen en
alle mensen van goede wil.
Stort vrede in mijn hart, o Heer, opdat ik U
beminne boven al; geef vrede aan mijn mond, opdat ik U devotelijk love; geef
vrede aan mijn hand, opdat ik alle goede werken altijd te uwer eer verrichte.
Wanneer ik treurig ben, spreek dan tot mij: Vrede zij u. Ik ben het, wees niet
bang. Vrede zij u, niets lieflijkers om te horen; Ik ben het, niets veiligers
om zich te verheugen; Zie Ik ben bij u, niets aangenamers om te genieten; Alle
dagen tot aan de voleinding van de eeuwen, niets wat meer zekerheid en vastheid
geeft om te geloven en het eeuwig leven te verwerven.
O Heer, al wat ik heb, zie en begeer, zonder U is
alles niets. In U ligt al wat mij goed en zalig is. Niets is beter, niets
volmaakter, niets rijker, niets zaliger. Daarom ligt al mijn hoop, al mijn
bezit, heel mijn zaligheid en mijn vrede in U, o God, mijn Heiland, en niet in
enig ander geschapen goed, hoe voortreffelijk, hoe edel en hoe groot het moge
zijn. Dit zeg en bid ik met de heilige ootmoedige Franciscus: Mijn God en mijn
al, meer begeer ik niet. Wanneer ik onder kwelling gebukt ga en van innerlijke
vrede en troost verstoken ben, dan weer zeg en bid ik: Mijn God en mijn al.
Niets begeer ik of verlang ik meer dan U, mijn God, die alles in allen zijt, en
boven alles en vóór alles gezegend in eeuwigheid. Heer, geef mij de genade dit
aandachtig te overdenken en altijd devoot ten uitvoer te brengen. Amen.