zaterdag 1 maart 2025
Overweging op Carnavalszondag - Wie van binnen wijs is, spreekt wijze woorden.
In deze dagen vieren mensen carnaval. Maar carnaval duurt slechts een paar dagen. Op Aswoensdag is de pret voorbij en dan begint het gewone leven weer. Dan moet je voorzichtig zijn met iedereen te vertellen, wat je op je hart hebt. Twee spreekwoorden zeggen : ´Horen, zien en zwijgen´ en ´Spreken is zilver, maar zwijgen is goud´.
Wij nuchterlingen, laten niet gauw het achterste van onze
tong zien, wij houden niet van opscheppers. ´Doe maar gewoon´, zeggen wij dan.
Zwijgen als een graf is ook niet zaligmakend.
Hoe kan een mens spreken om zelf tot haar of zijn recht te
komen en ook anderen in hun recht te laten ?
De Bijbel geeft ons advies over het menselijk spreken. Wij
worden in dat wijze boek opgeroepen onszelf te beluisteren. Dat kán heel
pijnlijk en onthullend voor ons zijn, maar ook zeer leerzaam !
Daar zijn allereerst de babbelaars en kletskousen, die alle
laatste nieuwtjes rondbazuinen. Dan volgen roddelaars, kwaadsprekers en
lasteraars die anderen kwetsen en verdacht maken. Dan komen de vleiers en
huichelaars die zichzelf mooier voordoen dan zij in werkelijkheid zijn en niet
te vergeten de fantasten en leugenaars die hun eigen hersenspinsels voor waar
aanzien.
Goddánk zijn er ook nog sprekers voor wie de waarheid heilig
is, mensen die recht door zee gaan en eerlijk vertellen wat er in hen leeft.
Dat zijn de mensen die spreken over waar hun hart vol van is. Daarom boezemen
zij bij anderen vertrouwen in. Er wordt echt naar hen geluisterd. Je weet wat
je aan hen hebt.
Het spreken van de mens is de uiting van wat er binnen in
hem leeft.
Spreken is de buitenkant van ons innerlijk. Wie van binnen
wijs is, spreekt wijze woorden, maar wie van binnen dom is, kraamt ook domme
taal uit.
Een mens die wijze woorden spreekt is iemand die door vallen
en opstaan zichzelf heeft leren kennen, die de betrekkelijkheid van deze wereld
ontdekt heeft. Hij is een waarachtig mens die ondanks alle tegenslag en
teleurstelling blijft vasthouden aan menselijke waarden die in zijn hart
verborgen liggen. Hij laat zich leiden door de stem van zijn geweten.
Een wijze was ook de apostel Paulus die schrijft : ´spreken
is voor mij getuigen van Christus die verrezen is´. Niet de harde wet die
uitloopt op de dood, maar zijn geloof in en hoop op Christus was de inspiratie
van zijn hart en van zijn woorden.
Mogen wij Hem daarin navolgen.
Lezingen H. Mis 8e zondag door het jaar C Haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit.
Uit het boek Ecclesiasticus.
Als men de zeef schudt, blijft het kaf. En in het spreken ontdekt men het boze van de mens. Het werk van de pottenbakker wordt beproefd door de oven, en de mens door wat hij zegt in het gesprek. Aan de vruchten van de boom erkent men de boomgaard, en aan de woorden van de mens zijn gezindheid. Prijs daarom geen mens vóórdat hij gesproken heeft, want eerst op grond daarvan kan men een mens beoordelen.
Tweede lezing (1 Kor. 15,54-58)
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters, wanneer het vergankelijke met onvergankelijkheid is gekleed en het sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: “De dood is verslonden, de zege is behaald! Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel?” De angel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij gedankt, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Heer. Daarom geliefde broeders en zusters, weest standvastig en onwankelbaar en gaat altijd voort met het werk des Heren; gij weet toch dat uw inspanning, dank zij Hem, niet vergeefs is.
Evangelie (Lc. 6,39-45)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil? De leerling staat niet boven zijn meester; maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit. Er bestaat geen goede boom die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom die goede vruchten voortbrengt. Een boom immers kent men aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik. Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.”