maandag 12 oktober 2015

John Henry Newman [1801-1890] O mirabilis potestas crucis! De wonderbare kracht van het kruis


O, mijn God, wie had zich met het licht alleen van de natuur kunnen voorstellen, dat het een van Uw hoedanigheden zou zijn U klein te maken  en Uw plannen tot uitvoering te brengen door vernedering en lijden? Van eeuwigheid had U geleefd in onuitsprekelijke gelukzaligheid.  Eén ding had ik misschien wel kunnen begrijpen, o mijn God, - toen U ging scheppen en U ging omringen met een wereld van schepsels , toen zouden die hoedanigheden in U zichtbaar worden die tevoren niet in werking kwamen. U kon Uw kracht niet tonen zolang er volstrekt niets was waarop zij kon werken. Maar toen begon U ook te tonen: Uw wonderbare en liefdevolle voorzienigheid, Uw getrouwheid, Uw grote bezorgdheid voor hen die U geschapen had. Maar wie had zich kunnen verbeelden dat Uw schepping van het heelal tevens meebracht en insloot Uw eigen vernedering?  O mijn grote God, U hebt U vernederd, U hebt U gewaardigd ons vlees en bloed aan te nemen, U bent opgeheven aan de schandpaal. Omdat U Uw kracht getoond hebt, o God, door middel van uw lijden, daarom prijs en verheerlijk ik U tienmaal meer dan wanneer U Uw werk had volbracht zonder dat lijden. Aldus onze menselijke denkbeelden te overtreffen en ver te overschrijden is in overeenstemming met Uwe onmetelijkheid.
O mijn Heer Jezus, ik geloof en met uw genade zal ik steeds blijven geloven en vasthouden, en ik weet dat het waar is en waar zal blijven tot het einde van de wereld, dat niets groots tot stand komt zonder lijden, zonder vernedering, maar dat alles mogelijk is door middel daarvan. Ik geloof, o mijn God, dat armoede beter is dan rijkdom, lijden beter dan genoegen, onbekendheid en verachting beter dan roem, smaad en schande beter dan eer. Heer, ik vraag U niet mij deze beproevingen over te zenden, want ik weet dat ik ze niet zou kunnen verdragen; maar toch wil ik zowel in tegenspoed als in voorspoed geloven dat het is zoals ik gezegd heb. Ik zal nooit mijn vertrouwen stellen op rijkdom, rang, macht of roem. Ik wil nooit mijn zinnen zetten op werelds succes en werelds voordeel. Ik zal nooit verlangen naar wat men noemt succes in het leven. Ik wil met de hulp van Uw genade steeds veel werk maken van degenen die veracht zijn en verwaarloosd, de armen eren, de lijdenden hoogachten, Uw heiligen en belijders bewonderen en mij aan hun zijde scharen, wat de wereld er ook van zegt.
En tenslotte, mijn dierbare Heer, ofschoon ik mij zo zwak voel dat ik U niet durf te vragen om lijden als gunst en het ook niet kan, ik vraag U tenminste om de genade het lijden dat Gij mij misschien in Uw liefde en wijsheid wilt overzenden, met moed te dragen. Zorg dat ik pijn, schande, teleurstelling, laster, angst of onzekerheid, wanneer ze komen, zal dragen, zoals U van mij verwacht, o mijn Jezus, en zoals U het mij door Uw eigen lijden hebt geleerd. Verder beloof ik U, dat ik met Uw genade mij nooit iets bijzonders zal verbeelden, dat ik geen voorrang zal zoeken, dat ik nooit naar iets groots in de wereld zal streven, dat ik mezelf nooit boven anderen zal stellen. Ik wil smaad met deemoed verdragen, en kwaad met goed belonen. Ik wil mij in alles vernederen, zwijgen, wanneer ik slecht behandeld wordt, geduldig zijn als smart of pijn lang duurt, en dat alles uit liefde tot U, en tot Uw Kruis, omdat ik weet dat ik zodoende de belofte zal winnen zowel van dit leven als voor het toekomstige.