John Henry Newman [1801-1890]
Hoop op God, de Schepper (1)
God heeft alle dingen ten goede
geschapen; alle dingen voor hun grootste goed; elk afzonderlijk ding voor zijn
eigen goed. Het goede van de een is niet het goede van de ander; wat de ene
mens gelukkig maakt zou de andere ongelukkig maken. God heeft bepaald, dat, als
ik zijn plan niet doorkruis, ik datgene zal bereiken wat mijn grootste geluk
zal zijn. Hij beschouwt mij individueel; Hij noemt mij bij mijn naam; Hij weet
wat ik kan, wat ik zijn kan, wat mijn grootste geluk is, en Hij wil het mij
geven.
God weet wat mijn grootste geluk is, maar
ik weet het niet. Er is geen algemene regel voor wat gelukkig is en goed; wat bij de een past zou niet passen bij de
ander. En de wegen waarlangs de volmaaktheid bereikt wordt, lopen sterk uiteen;
de medicijnen nodig voor onze zielen zijn van zeer verschillende aard. Zo leidt
ons God langs vreemde wegen; wij weten dat Hij ons geluk wil, maar wij weten
noch wat ons geluk is, noch de weg daarheen. Wij zijn blind; aan onszelf
overgelaten zouden wij een verkeerde weg inslaan; wij moeten ons aan Hem
overlaten.
Laten we ons dan in zijn handen stellen,
en niet schrikken, al leidt hij ons langs een vreemde weg, een mirabilis via – een wonderbaarlijke weg,
zoals de Kerk zegt. Laten we ons verzekerd houden dat Hij ons goed geleiden
zal, dat Hij ons voeren zal, niet naar wat wij menen dat het beste is, noch
naar wat het beste is voor een ander, maar naar wat het beste is voor onszelf.
Samenspraak: O mijn God, ik wil mij zonder
voorbehoud in Uw handen stellen. Wel of wee, vreugde of smart, vrienden of
verlatenheid, eer of vernedering, goede of slechte faam. Behaaglijkheid of
onbehaaglijkheid, Uw aanwezigheid of het verbergen van Uw aanschijn, alles is
goed als het komt van U. Gij zijt de Wijsheid en Gij zijt de Liefde - wat kan
ik meer verlangen. Gij hebt mij geleid in Uw raadsbesluit, en met glorie hebt
Gij mij opgenomen. Wat heb ik in de hemel, en wat verlang ik op aarde buiten U?
Mijn vlees en mijn hart bezwijken: maar God is de God van mijn hart, en mijn
erfdeel voor altijd (Ps 72,25
Nederlandse
vertaling van dr. Aurelius Pompe ofm