zondag 12 juli 2015

Collectegebed 15e zondag door het jaar (2) - "Geef dat christenen afwijzen wat afbreuk doet aan benaming christen"

Collectegebed 15e zondag door het jaar  (2)
Missale Romanum – 1970
Deus, qui errantibus, ut in viam possint redire, veritatis tuæ lumen ostendis, da cuntis qui christiana professione censentur,  et illa respuere, quæ huic inimica sunt nomini, et ea quæ sunt apta sectari.

Altaarmissaal – 1979
God, om dwalenden de weg te wijzen laat Gij het licht schijnen van uw waarheid. Geef dat allen die zich christenen noemen afwijzen wat afbreuk doet aan deze naam en nastreven wat daaraan beantwoordt. 

Meer letterlijke vertaling  
O God, die aan de dwalenden het licht van uw waarheid toont, opdat zij zouden kunnen terugkeren op de rechte weg, geef  dat allen die Christus belijden,  niet alleen verafschuwen wat met die naam strijdig is,  maar ook volgen wat ermee overeenkomt.

Centraal in het collectegebed staan allen die zich christenen noemen, die openlijk de Naam van Christus hebben bewaard en in de wereld, in sommige landen tot bij de belastingdienst aan toe, uitdragen dat zij christen zijn. Door hun Doopsel hebben zij deze heilige Naam ontvangen, waardoor zij zich tot Christus bekennen en Christus toebehoren.

De Naam van Christus verplicht. Maar menselijke zwakheid brengt met zich mee dat ook de drager van deze Naam kan afwijken van de hem voorgeschreven weg. God laat hem dan niet in de steek, maar de oratie spreekt zich uit in een groot vertrouwen dat God dwalenden door het licht van zijn Waarheid opnieuw de rechte weg zal wijzen.

Christenen ontvangen het licht op velerlei manieren. Het collectegebed van vandaag  echter reikt een principe aan dat in alle eenvoud werkelijk licht van de Waarheid kan zijn en daarom aan God wordt gevraagd: In de Naam van Christus is Christus het itinerarium, de reisroute. Mijd dus wat in tegenspraak met deze Naam is en volg wat overeenkomt met deze Naam! In deze frase van de oratie vinden we het ontwerp voor een levensprogram van iedere christen die die naam waard wil zijn,

Deze grondregel van de oratie heeft ongetwijfeld grote betekenis, niet alleen voor  degene die zelf deze Naam draagt en die door deze Naam een vaste oriëntering kent. De Naam van Christus, christen, is voor hem ook een waarborg van zijn geloofwaardigheid. De geloofwaardigheid van de Kerk die volledig op geloof is aangewezen, hangt af van de mate waarin de gelovigen in levensbeschouwing en levenshouding aan deze Naam beantwoorden.

De Kerk leed reeds grote schade omdat christenen zich in strijd met hun naam gedroegen en nalieten wat recht aan deze Naam had moeten doen. We dragen een zeer grote verantwoordelijkheid; ook in dit opzicht is dit korte gebed van groot gewicht.