Uit Preek 51 van de H. Leo de Grote, paus, op het mysterie van de Transfiguratie van Christus
(Slot van de lectio altera op de tweede zondag van de Veertigdagentijd)
Moge dan volgens de prediking van het allerheiligste Evangelie het geloof bij allen bevestigd worden, en laat niemand zich schamen voor het Kruis van Christus, waardoor de wereld is verlost.
En laat ook niemand ofwel vrezen iets te moeten lijden voor de gerechtigheid, ofwel wantrouwend staan tegenover de vervulling van de belofte, want door de arbeid komt men tot de rust en door de dood gaat men over tot het leven.
Omdat Hij alle zwakte van onze onbeduidendheid op zich genomen heeft, zullen wij in Hem overwinnen wat Hij overwonnen heeft, en ontvangen wat Hij beloofd heeft, als wij Hem blijven belijden en beminnen.
Daarom, hetzij om zijn geboden te onderhouden of tegenslagen te dragen, altijd moet de Stem van de Vader, die er aan vooraf ging, in onze oren blijven klinken: Deze is mijn Zoon, mijn Welbeminde, in Wie Ik mijn welbehagen heb: Luistert naar Hem.
(Preek 51, 3-4. 8: PL 54, 310-311. 313)