Het is stil op de Kerkberg. Is hier nog leven vragen enkele toeristen zich wellicht af. Dan worden ze opeens geconfronteerd met een
blijde en opgetogen menigte aan de ene kant van de berg en aan de andere kant
met de ingetogen biddende zusters bij de graven aan de andere zijde van de berg.
Het lijkt tegen elkaar in te gaan. Toch worden hier mysteries gevierd die met elkaar nauw verbonden zijn: de Mysteries van het Leven en de
Dood. Terwijl een jong leven door het Doopsel is opgenomen in het nieuwe Leven
met God, wachten onze lieve doden op de volledige hereniging, lichaam en
ziel, met God, die met het Doopsel begonnen is. Hier raken Leven en Dood elkaar en wij staan ertussen in. De vraag dringt zich aan mij op of ik de doopgeloften
goed heb beleefd als de dood aan mijn deur klopt. Ik besef dat alleen God het
Leven in mij kan voltooien en hoop op een goede dood die mij naar het Leven
voert.