Angelustoespraak van Benedictus XVI
Vandaag viert de Kerk het hoogfeest van onze
Heer Jezus Christus, Koning van het universum. Het Christus Koningfeest valt op
de laatste zondag van de liturgische jaarkring en vat het mysterie van Jezus
samen, die “de Eerstgeborene uit de doden en de Heer over de koningen der
aarde” is. Daardoor verwijdt zich onze blik voor de volle verwezenlijking van
het Rijk Gods, wanneer God alles in allen zal zijn (verg. 1Kor 15,28). De
heilige Cyrillus van Jeruzalem schrijft: “Wij verkondigen niet alleen de eerste
komst van Jezus, maar ook zijn tweede komst, die in pracht de eerste overtreft.
Zijn eerste komst was immers een openbaring van zijn lijden, de tweede zal de
diadeem van zijn koninklijke waardigheid dragen...bij zijn eerste komst werd
Hij aan de vernedering van het kruis onderworpen, bij zijn tweede komst zal Hij
omstuwd worden door een Hem lofzingende schare van engelen” (Catechesis XV,1
Illuminandorum, De secundo Christi adventu: PG 33, 869 A). De zending van Jezus
en de inhoud van zijn boodschap omvatten voornamelijk de verkondiging van het
Rijk Gods en zijn verwezenlijking te midden van de mensen door middel van
tekenen en wonderen. “Voor alles echter”, leert ons het Tweede Vaticaanse Concilie,
“wordt dit Rijk zichtbaar in de persoon van Christus zelf” (Dogmatische Constitutie
„Lumen Gentium“, 5), want Christus vestigde dit Rijk door zijn dood aan het
kruis en zijn verrijzenis, door middel waarvan Hij zich als Heer en Gezalfde en
Priester in alle eeuwigheid openbaarde. Dit Rijk van Christus is aan de Kerk
toevertrouwd, die de “kiem en het begin van dit Rijk op aarde” vertegenwoordigt
en tot taak heeft uit kracht van de Heilige Geest “het Rijk van Christus en van
God aan te kondigen en onder alle volkeren te vestigen” (ibid.). Aan het einde
van de vastgestelde tijd zal de Heer het Rijk aan God, zijn Vader, overdragen
en Hem alle mensen presenteren die volgens het gebod van de liefde hebben
geleefd.
Wij allen zijn geroepen, het verlossingswerk
van God voort te zetten door ons tot het Evangelie te bekeren en ons met volle
instemming bij het gevolg van die Koning aan te sluiten, die immers niet is
gekomen om zich te laten dienen, maar om te dienen en van de waarheid
getuigenis af te leggen (vgl. Mk 10,45; Joh 18,37).
Moge de allerheiligste Maagd Maria ons allen
helpen de tijd van nu als verwachting van de terugkeer van de Heer op te vatten
door met aandrang te bidden “Uw Rijk kome” en die werken van het licht te volbrengen
die ons dichter bij de hemel brengen, in het bewustzijn dat God te midden van
de verwarring van de wereldgeschiedenis doorgaat zijn Rijk van liefde te
vestigen.
25 november
2012, vertaald uit het Duits.