Moeder Matthea had dus al met al ‘goede papieren’ om het kleine klooster voor opheffing te bewaren. Ook was er interesse voor behoud van het klooster in Sint Odiliënberg, zodat getalsmatig overleefd kon worden: er waren zusters van andere H. Grafkloosters die in de periode rond het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) geestelijke verwantschap zochten en het aloude kloosterbestaan wilden vernieuwen door terug te keren naar enkele oorspronkelijke uitgangspunten, en tegelijk de verworvenheden van het Concilie wilden benutten. Zo werden alle zusters koorzusters’, het getijdengebed werd herzien en het ‘klein pauselijke slot’ hersteld, d.w.z. er werd opnieuw gekozen om in zekere afzondering te leven als monialen (monos = enkel, een, alleen). Tegelijk bleven de Thabor-zusters op velerlei manieren dienstbaar aan de lokale gemeenschap.
Het ideaal van Moeder Matthea, als je het zo zou mogen samenvatten, was om naast het behoud van de kloostertraditie, de dialoog aan te gaan met de moderne tijd in het hier en nu; een profetische visie gestalte geven om op alle terreinen van het leven een groter, overkoepelend kader te ontdekken en vanuit christelijk perspectief de dialoog met de wereld gaande te houden. Ze deed dat vooral door de vele contacten die ze had opgebouwd (ook met oog voor het strikt individuele) trouw te onderhouden en belangstellend de ontwikkelingen in kerk en wereld te volgen. Maar daarnaast heeft ze zich vanaf het begin van haar aanwezigheid hier in de regio, concreet ingezet voor cultuur, sociaal werk en recreatie en daar met haar medezusters inspiratie en daadwerkelijke steun aan gegeven. In verschillende publicaties zijn de nodige activiteiten al genoemd en wij volstaan hier met enkele lange lijnen.4,5 Sommige memorabele initiatieven zijn intussen al bijna vergeten: denken we aan de eerste jaren, toen jeugd uit de regio ontvangen werd voor bezinningswerk, later gevolgd door decennialang georganiseerde ontvangst van gasten van allerlei soort uit binnen- en buitenland. En in de Abdijengids van 1979 wordt vermeld dat de kloostergemeenschap van Sint Odiliënberg bezinningsdagen en retraites organiseert, maar ook individuele gasten en gezinnen de mogelijkheid biedt om uit te rusten en vakantie te vieren.
De Priorij heeft sinds het aantreden van Moeder Matthea direct en indirect bijgedragen aan het tot stand komen van de nodige publicaties: een van de manieren om zich zowel actueel als voor de lange duur aanwezig te weten. Voor de lange termijn was het wel nodig zeker te zijn van degelijkheid en kwaliteit, en daarover waakte zij en liet zich adviseren. Daarnaast bewaarde ze genoeg ‘eigen wijsheid’ en volgde haar intuïtie als ze meende toch anders te moeten beslissen. Publicaties betroffen Kerk en de geschiedenis van het H. Graf en de orde. Maar onder leiding van Moeder Matthea ondersteunden de zusters ook initiatieven op het gebied van liturgie, Gregoriaans en kerkmuziek, catechese en kerkelijke cultuur. Ook de lokale geschiedenis, steunend op de historie van de Basiliek, kwam voor en na in al zijn facetten aan bod.
uit: Gerard Sars, Jaarboek Roerstreek 2014, p. 7-13