Overweging van Pastoor J. L’Ortye
op het Hoogfeest van het H. Hart van Jezus
16 juni 2023
Onze band met God zou een liefdesrelatie moeten zijn, een relatie van persoon tot persoon, van hart tot hart, een die ons ter harte zou moeten gaan, een relatie die door haar hartelijkheid en goedheid haar uitstraling op onze omgeving niet zou mogen missen.
Echter meer
dan voor de liefde zelf staat het hart symbool voor het gevoel dat mensen erbij
hebben, een gevoel dat in de loop der tijden steeds meer geromantiseerd is,
zozeer dat het steeds verder af begint te staan van waar het bij de liefde nu
werkelijk om gaat, zou moeten gaan.
Dat idee zou je ook kunnen krijgen als je naar de
bekende negentiende eeuwse afbeeldingen van het H. Hart van Jezus kijkt:
dikwijls meer kitsch dan kunst.
Toch wil het
feest van Jezus’ H. Hart dat wij vandaag vieren duidelijk maken, dat het bij
ons geloof niet alleen om ons verstand gaat, maar dat ook ons hart erbij
betrokken is, dient te zijn. Zo blijkt ook uit de eerste lezing van
zojuist (Deut 7, 6-11), daar waar Mozes tot het volk zegt: “U heeft de Heer uit
alle volken op aarde uitverkoren om zijn eigen volk te zijn. Niet omdat Gij
talrijker zijt dan de andere volken … maar omdat de Heer U liefhad”. Niet omdat
het zo’n geweldig volk was, maar omdat de Heer het in zijn hart gesloten had.
Dat klinkt niet alleen als een liefdesverklaring; dat is het ook! Dat wordt ook
in de tweede lezing van vandaag (1 Joh 4, 7-16) verduidelijkt: de liefde
bestaat niet erin dat wij God het eerst hebben liefgehad, maar dat Hij óns
heeft liefgehad; daarom dienen ook wij elkaar lief te hebben. En tenslotte
Jezus zelf in het Evangelie van vandaag Mt 11, 25-30): “Leert van Mij; Ik ben
zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen”.
Gertrudis van Helfta is vooral gekend voor haar Heilig Hartverering . In een van haar boeken beschrijft ze levendige haar visioenen, waarbij het hart van Christus een verlossende fontein door de wonde aan zijn zijde uitstortte.
Onze band met God zou een liefdesrelatie moeten
zijn, een relatie van persoon tot persoon, van hart tot hart, een die ons ter
harte zou moeten gaan, een relatie die door haar hartelijkheid en goedheid haar
uitstraling op onze omgeving niet zou mogen missen. Dat was in ieder geval de
overtuiging van de H. Bisschop en kerkleraar Franciscus van Sales die 400 jaar
geleden overleed. Die hartelijke, liefdevolle spiritualiteit heeft hij ook
geplant in de Orde van de Visitatie, die der Visitandinnen die hij samen met de
H. Francisca de Chantal stichtte. Daarom kenden de leden van deze Orde ook al
van oudsher een bijzondere verering van het H. Hart van Jezus, nog voordat een
van die leden, namelijk de H. Margaretha Maria Alacoque, Jezus’ H. Hart in
visioenen mocht aanschouwen en de opdracht kreeg deze verering te verbreiden en
te bevorderen.
Als we de dagelijkse nieuwsberichten in de krant, op de radio en TV mogen geloven dan merken we dat onze wereld er niet bepaald hartelijker op is geworden. Jezus wijst ons echter de weg terug, naar een liefdevolle(re) wereld; en wij christenen, wij zouden Hem op die weg moeten volgen en anderen op die weg moeten voorgaan: op de weg van vriendelijkheid en hartelijkheid, de weg waarvan Jezus zegt dat het gaat om “dingen die verborgen blijven voor wijzen en verstandigen, maar geopenbaard zijn aan kinderen”. Om er nog aan toe te voegen dat dat de Vader behaagt, dat God het graag zo ziet, dat dat God aangenaam is, dat wij goed met elkaar zouden omgaan, als broeders en zusters. Niet ten koste van de ander, maar ten bate van de ander. Dat dit verder gaat dan zomaar wat lief en aardig voor elkaar zijn, dat liet Jezus zien toen Hij aan het kruis zijn leven voor ons gaf. Daar aan het kruis toonde Hij ons zijn hart, zijn liefde voor ons mensen; zo ver durfde Hij voor ons te gaan, dat Hij bereid was voor ons zijn leven te geven: geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat Hij zijn leven geeft voor zijn vrienden (Joh 15, 13). De H. Franciscus van Sales bouwde daarop voort, door aan iedereen die het maar horen wilde te blijven vertellen van Gods goedheid en mensenliefde die in Jezus zichtbaar en tastbaar was geworden (vgl. Tit 3, 4). Daarom ter afsluiting een uitspraak van Franciscus, een uitspraak die dit alles kort en bondig samenvat: “Ja, God is goed, en zalig het hart dat Hem liefheeft” (DASal 6,178).