KORT COMMENTAAR BIJ HET
COLLECTAGEBED VAN HET MISFORMULIER
HOOGFEEST H. HART VAN JEZUS
COLLECTAGEBED
Missale Romanum – 1970
Concéde, quæsumus, omnípotens Deus,
ut qui, dilécti Fílii tui Corde gloriántes, eius præcipua in nos benefícia
recólimus caritátis,
de illo donórum fonte cælésti supereffluéntem grátiam mereámur accípere.
Altaarmissaal
Nederlandse Kerkprovincie – 1979
Almachtige
God, wij herdenken de wonderen van Jezus’ liefde jegens ons
bij
deze viering van het Hart van uw beminde Zoon.
Wij
bidden U:
laat
ons uit deze bron van genade uw gaven in overvloed ontvangen.
Werkvertaling
Verleen, vragen wij U, almachtige God,
dat wij die, roemend op het Hart van uw geliefde Zoon,
de uitmuntende weldaden van zijn liefde jegens ons herdenken,
overvloedige genade uit die hemelse bron, rijk aan gaven, verdienen te ontvangen.
Commentaar
De verering van het Heilig Hart van Jezus is de verering van
de liefde van Jezus jegens ons, mensen. Deze liefde wordt het duidelijkst
uitgedrukt door zijn doorboorde Hart, een heilsfeit dat, zij het ook niet
uitsluitend, heel deze cultus beheerst.
Dit laat de tekst van het collectagebed onmiddellijk zien,
waar het gaat om “de gaven in overvloed uit deze hemelse bron van genade”. Deze
bron is de zijdewonde van de Heer, die al van oudsher de Vaders in hun vrome overwegingen
inspireerde.
Het gebed vraagt om deze meer dan rijkelijke genade. De
innerlijke gesteltenis voor deze bede is de hooggestemde vreugde over het Hart
van de Heer en zijn in de geopende zijdewonde zichtbare liefde. De bede wordt
mede bepaald door de herinnering aan de weldaden van de kant van de Heer, die
met name in de H. Eucharistie worden geactualiseerd en gevierd.
De herinnering aan de weldaden van de Heer wekt niet alleen
onze liefde, maar ook een nieuw, onverzadigbaar verlangen nog méér de goedheid
van God te mogen ervaren. Dit drukt de oratie met aandrang uit.
Het Romeins Missaal biedt nog een keuzemogelijkheid aan voor
het collectagebed:
Missale Romanum – 1970
Deus, qui nobis in corde Fílii tui, nostris vulneráto peccátis,
infinítos dilectiónis thesauros
misericórditer largíri dignáris,
concéde, quæsumus,
ut illi devótum pietátis nostræ præstántes
obséquium,
dignæ quoque satisfactiónis exhibeámus
officium.
Altaarmissaal
Nederlandse Kerkprovincie – 1979
God, in het Hart van uw Zoon, dat om onze zonden gewond werd,
schenkt Gij ons genadig de rijkdom van uw liefde.
Geef dat wij Hem onze eerbiedige hulde brengen
en zo onze plicht tot passend eerherstel vervullen.
Werkvertaling
God, die U gewaardigt ons in het Hart van uw Zoon,
dat door onze zonden gewond is,
de oneindige schatten van uw liefde barmhartig ter beschikking te stellen,
Wij
vragen U,
zorg
dat wij, die Hem onze liefdevolle en toegewijde onderdanigheid betuigen,
ook
onze plicht van waardig eerherstel vervullen.
Commentaar
Ook
de tweede oratie van het feest van het H. Hart heeft het doorboorde Hart van
Jezus voor ogen, maar nu met de bijzondere wending dat het onze zonden zijn die
het hebben verwond. Met een bepaalde paradoxie wint de oratie op deze manier
aan uitdrukkingskracht, omdat ook dit gebed - zonder de eigenlijke term te
gebruiken - het doorboorde Hart als de bron beschouwt, het Hart dat barmhartig
mateloze schatten van liefde rijkelijk wegschenkt (largiri).
In
de bede gaat het deze keer om de eigen wederkerige liefde uitgedrukt in een
toegewijde liefdevolle gehoorzaamheid (devótum obséquium) als consequentie van
de liefde die het als haar opdracht ziet het verwonde Hart van de Heer
genoegdoening te verschaffen. Het geopende Hart en de gedachte van eerherstel
zijn altijd bijzonder karakteristiek geweest bij de verering van het H. Hart
van Jezus.