Deken J.H.W. Spee schreef aan het begin van de Mariamaand
op de pagina "Woord van de Deken" van de website van Stadsparochie Sint Martinus in Venlo de volgende overweging
Maria in de meimaand
De meimaand staat weer voor de deur. De maand van de lente en voorjaar, door velen de mooiste maand van het jaar genoemd. Van oudsher is deze maand toegewijd aan Maria. In deze maand wordt in oude liederen de liefde van en tot Maria bezongen. Liederen die iedereen meezingt, als komen de woorden vanzelf.
Als er sprake is van liefde dan kan Maria spreken. Zij heeft ons daar iets bijzonders over te zeggen vanuit de diepe ervaring van haar leven. Zij kan spreken over de liefde tot de jongeman die Jozef heette en waarmee zij verloofd was. Hoe ze elkaar leren kennen en hoogachten. Zij kan vertellen over de liefde tot haar Kind, hoe het opgroeide in Nazareth. Er is wel geen kind dat zó hartstochtelijk bemind werd door zijn moeder dan Hij. Zij kan vertellen over de volgelingen van Jezus die met Hem op weg zijn gegaan, die openstonden voor zijn boodschap en zich helemaal aan Hem toevertrouwden. Maria kan spreken over haar liefde tot God en welke rol Hij speelde in haar leven tot in de meest beslissende situaties. Hoe deze liefde haar ook verdriet en pijn bracht én haar louterde, maar ook hoe deze liefde haar door alle moeilijkheden heen gedragen heeft.
Zij moest leren ruimte te laten voor anderen toen Jezus haar in de tempel zei (op 12 jarige leeftijd) dat Hij op de eerste plaats moest zijn bij de aangelegenheden van zijn Vader. Zij kan ons leren waartoe liefde in staat is. Hoeveel God soms van ons kan vragen toen Jezus plechtig verzekerde: “Zij zijn mijn moeder en mijn broeders, die de wil van Mijn Vader van harte volbrengen.”
De liefde van Maria was geen liefde die alleen maar gebouwd was op hooggestemde gevoelens van fijne uren. De liefde van Maria was een liefde die steeds diepe wortels had, om in veel moeilijke situaties vol te kunnen houden. In dat duistere uur onder het kruis, toen ze als pietá het lichaam van haar vermoorde Zoon op haar schoot had. Haar liefde wortelde steeds dieper in God, zó diep dat ze niet meer ontgoocheld kon worden.
We kennen allemaaI Kor. 13, de hymne van St. Paulus over de liefde. “De liefde is lankmoedig, de liefde is geduldig. Zij praalt niet en beeldt zich niets in.” Maria was lankmoedig en goedertieren, Maria praalde niet, liet zich op niets voorstaan en zij bleef de eenvoudige dienstmaagd des Heren. Zij maakte zich niet kwaad en rekende het kwaad niet aan. Zij verheugde zich niet over onrecht en vond haar vreugde in de waarheid. Alles verdroeg zij, alles geloofde zij, alles duldde zij.
Haar voorbeeld is zó stralend geweest dat ontelbaar veel mensen in de loop der eeuwen, zich aan haar voorbeeld hebben opgetrokken. Naar haar gegaan zijn vol vertrouwen en verlangen. Zoveel eenvoudige mensen hebben bij Maria kracht gevonden om eenvoudig en liefdevol te leven. Zovele kaarsen, vlemkes van verlangen, zijn opgestoken als een voortgezet gebed, als de plicht hen weer weg riep, om haar voorspraak bij de Heer.
In Genooi vinden, ook in deze geseculariseerde en bizarre tijd, honderden mensen per dag hun toevlucht bij haar, kracht in nood en inspiratie voor de dingen die het leven vraagt en biedt.
Het is ongelofelijk hoeveel kapellen en kapelletjes ons Limburgse land rijk is. Ook hier in Noord Limburg. Niet alleen een overblijfsel van vroeger tijden, maar overal branden kaarsjes, stoppen mensen op hun wandel- of fietstocht om een “Wees Gegroetje” te bidden en een kaarsje op te steken. Wat zijn wij gezegend met zovele plaatsen waar Maria, onder vele titels en beeltenissen, over ons waakt en ons inspireert als voorbeeld om terug te keren naar eerlijk en waarachtig, naar eenvoudig en vreugdevol leven. In ons verlangen naar écht leven en liefde hebben we Maria aan onze kant!
Deken Jos Spee