Collectegebed
Hoogfeest
van Pinksteren
“Kom met uw Geest in het hart van uw
gelovigen”.
I
n l e i d i n g
Nadat het werk voltooid was dat de Vader aan zijn
Zoon had opgedragen om op aarde te volbrengen (vgl. Jo 17,4), werd op de
Pinksterdag de Heilige Geest gezonden, die de Kerk voortdurend zou heiligen,
opdat aldus de gelovigen door Christus in één Geest toegang zouden hebben tot
de Vader (vgl. Ef 2,18). Hij is de Geest van het leven, of de waterbron, die
opspringt ten eeuwig leven (vgl. Jo 4,14; 7,38-39). Door Hem maakt de Vader de
mensen, die dood waren door de zonde, levend om eens hun sterfelijke lichamen in
Christus te doen verrijzen (vgl. Rom 8,10-11).
De Geest woont in de Kerk en in de harten van de
gelovigen als in een tempel (vgl. 1 Kor 3,16; 6,19), bidt in hen en legt
getuigenis af van hun aanneming tot kinderen (vgl. Gal 4,6; Rom 8,15-16 en 26).
De Kerk, die Hij tot de volle waarheid voert (vgl. Jo 16,13) en één maakt in
gemeenschap en bediening, bekleedt en bestuurt Hij met verscheidene
hiërarchische en charismatische gaven en siert ze met zijn vruchten (vgl. Ef
4,11-12; 1 Kor 12,4); Gal 5,22).
Door de
kracht van het Evangelie houdt Hij de Kerk jeugdig, vernieuwt haar steeds et
leidt haar tot de volmaakte vereniging met haar Bruidegom. Want de Geest en de
Bruid zeggen tot de Heer Jezus: “Kom!” (vgl Apoc 22,17).
Zo verschijnt dan de gehele Kerk als het volk, dat
één is geworden in de eenheid van Vader, Zoon
en Heilige Geest. (IIe Vatikaans Concilie, Dogmatische Constitutie over de
Kerk, nr. 4)
Eenheid en samenhang zijn sleutelbegrippen in dit
collectegebed. De Heilige Geest heeft de jonge Kerk samen gebracht door de
prediking van de Apostelen. De Heilige Geest verankert ons aan deze zelfde
prediking van de Apostelen. De Heilige Geest schiep eenheid onder verschillende
volkeren en naties in die tijd, heden doet Hij hetzelfde. De Heilige Geest
echter schept eenheid tussen het door Christus gevormde Godsvolk dat Hij
verenigde tot één Lichaam, toen, en het Godsvolk verenigd tot één Lichaam, nu.
Eenheid wordt ook gevonden in continuïteit: zowel diachronisch, dwars door de
geschiedenis van de eeuwen heen, als transnationaal.
T e k s t
Missale Romanum 1970
Deus, qui sacramento festivitatis hodiernæ
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti
dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ praedicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie
1979
God, door het
mysterie van dit feest
heiligt Gij
heel uw Kerk onder alle volken en talen.
Laat de gaven
van de Heilige Geest overal op aarde neerdalen:
Kom met uw
Geest in het hart van uw gelovigen,
zoals Gij
hebt gedaan bij het begin van de verkondiging van het Evangelie.
Werkvertaling
God, die door
het mysterie van het feest van vandaag
uw universele
Kerk heiligt
onder alle volkeren
en naties,
stort Uw
gaven van de Heilige Geest over heel het oppervlak van de aarde uit,
en laat dàt
wat de goddelijke waardigheid heeft bewerkt bij de aanvang van de prediking van
het Evangelie,
nu ook door
de harten van gelovigen stromen.
L i t u r g i s c h e
a n t e c e d e n t e n
Het collectegebed dat zijn wortels heeft
in het Sacramentarium Gelasianum, 1e
helft VIIIe eeuw, kwam niet voor in de edities van het Romeins Missaal van vóór
Vaticanum II.
S t r u c t u u r a n a l y s e e n s
t i j l f i g u r e n
1.Deus, qui sacramento
festivitatis hodiernae
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
2.in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ prædicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
Ad 1
De oratie opent met de anaklese, Deus, God,
in de vocativusvorm welke extra nadruk krijgt vanwege de plaatsing aan de kop
van de oratie. In de relatieve bijzin beginnend met qui, dat Deus als
antecedent heeft, wordt een heilsdaad van God de Vader gememoreerd: de bij de
Vader verheven Christus neemt door de heilige Geest zijn intrek in de mensen
die voor Hem open staan, en vervult hen met het licht en het vuur van goddelijk
leven; zij vormen zijn Lichaam dat de Kerk is, in alle naties en volkeren
aanwezig: Hij is hun levensbeginsel. Zij leven zijn leven, krijgen daardoor
deel aan de goddelijke natuur en worden kinderen van God. De grote beweging van
de Verlossing sluit zich hier: God is mens geworden, opdat de mens God zou
worden.
Sanctificas, prædicaat
in de indicativusvorm præsentis die een feitelijkheid uitdrukt: God blijft zijn
Kerk ten allen tijde heiligen, ook nu. Universam Ecclesiam tuam: object
van het prædicaat in drie congruerende accusativusvormen; sacramento
festivitatis hodiernæ: bijwoordelijke bepaling, bestaande uit de
ablativusvorm sacramento (van middel of wijze: ablativus instrumentalis/modi)
en twee congruerende genitivusvormen festivitatis hodiernæ die de
substantivusvorm sacramento nader bepalen. In omni gente et natione:
bijwoordelijke bepaling met ablativusvormen geregeerd door het præpositum in;
het adiectivum omni congrueert zowel met de ablativusvorm gente als met
natione en kan voor beide ook inhoudelijk worden begrepen.
Ad
2
De hoofdzin van de oratie met de eigenlijke bede
verwoord in twee nevengeschikte zinnen (2a en 2b) verbonden door het
verbindingswoord et. Prædicaatsvormen van de nevengeschikte zinnen zijn
de verba defunde en perfunde welke verba met elkaar in verband
staan door afleiding, vorm (imperativusvorm) en plaatsing in de tekst.
Ad
2a: Van het
verbum defunde is de woordengroep Spiritus Sancti dona het object, dat
uit te splitsen is in de accusativusvorm neutrum meervoud van donum, i, gave,
gift, geschenk, en twee congruerende genitivusvormen Spiritus Sancti (genitivus
possessivus, die een bezit aanduidt, of genitivus explicativus die de gaven nader
verklaart). Mooi is hier het gebruik van tweemaal een alliteratie meteen achter
elkaar aan het einde van de regel; Spiritus Sancti en dona defunde.De regel
krijgt hierdoor een melodieus en poëtisch karakter. In totam mundi latitudinem:
bijwoordelijke bepaling bij het prædicaat defunde. De woordengroep is op te
splitsen in een accusativusconstructie in totam … latitudinem, twee
congruerende accusativusvormen, geregeerd door het præpositum in. De in deze
constructie omklemde genitivusvorm mundi, van de aarde, verklaart de
accusativusvormen totam latitudinem nader (explicativus). In deze constructie
is een hyperbaton opgesloten (totam…latitudinem). Het concept in totam mundi
latitudinem is naar inhoud een parallellisme met de bijwoordelijke bepaling
in omni gente et natione van r. 1.
Deze begrippen sluiten aan bij de tekst van de
Introitus van Pinksteren: Spiritus Domini replevit orbem terrarum: et hoc quod
continet omnia, scientiam habet vocis (Wijsheid 1,70). De Geest van de Heer
heeft bezit genomen van de aarde: heel de wereld krijgt kennis van het Woord. Hoe
kan dit gebeuren? Dat was al de vraag van Nikodemus. De Heer gaf hem als
antwoord het voorbeeld van de suizende wind: ”Ge weet niet, vanwaar hij komt en
waarheen hij gaat; zó gaat het iedereen die uit de Geest is geboren” (Jo 3,8).
Van de windzucht en het waaien heeft het
goddelijke leven de naam Spiritus; als een zuchtje raakt het de mens
aan, zachtjes, onzichtbaar: hij weet niet, vanwaar het komt. Maar evenals de
onzichtbare ademtocht van de wind heeft
het geweld en kracht.
De prepositie per laat corda in de accusativusvorm staan, hier meervoud van het
onzijdige substantivum cor. Het ppa credentium dat als bijvoeglijke bepaling
tussen de prepositie per en het substantivum corda is ingeklemd, is op deze
plaats zelfstandig gebruikt en mag vertaald worden als een substantivum (van de
gelovigen).
Quoque nunc: bijwoordelijke bepaling van tijd: Ook nu, op dit moment is
de Geest Gods werkzaam, zoals destijds in de jonge Kerk.
Het tweede deel van
de hoofdzin wordt onderbroken door de relatieve bijzin: quod…dignatio
waarvan het antecedent [id] is verzwegen. Deze relatieve bijzin kan ook
begrepen worden als een afhankelijke bijzin van het tweede deel van de
hoofdzin. Gevraagd wordt nu en ook
om diezelfde gaven van de Heilige Geest welke de goddelijke Majesteit bij het
begin van de prediking van het Evangelie heeft bewerkt. Divina dignatio;
subject van het prædicaat operata est: twee congruerende nominativusvormen bij
het participium perfecti passivi van operor, operatus sum: dit verbum
is een deponens. Men vertale de passieve vorm als een activum. Inter ipsa
evangelicæ prædicationis exordia: bijwoordelijke bepaling; een woordengroep
bestaande uit de door het præpositum inter congruerende accusativusvormen
ipsa..exordia nader toegelicht door de congruerende genitivusvormen evangelicæ
praedicationis. Ook in deze constructie een hyperbaton: de accusativusvormen
ipsa …exordia worden uiteen geplaatst door de genitivusgroep evangelicæ
prædicationis.
V o
c a b u l a r i u m
Sacramentum - Het kan waarschijnlijk geen kwaad er
aan te herinneren dat sacramentum in het Grieks vertaald mysterion
(μυστηριον) wordt. Inderdaad kunnen in menige context sacramentum en mysterium
verwisseld worden.
Defundo betekent "gieten over,
uitgieten" terwijl perfundo een iets meer ingewikkelde betekenis
heeft. Het betekent "overgieten, bevochtigen, bedauwen,
besprenkelen". Het betekent "onderdompelen, verven” en ook
"drenken, bezielen".
Wij kennen de beeldspraak voor genade
zoals vocht, dauw, stromend water. Het doet denken aan ons Doopsel, dat wij
ontvingen in de naam van de Drieëne God. Ook doet het ons denken aan het
prachtige Adventsgezang: “Rorate caeli desuper et nubes pluant iustum":
Gij, hemelen, dauwt van boven neer en gij, wolken, regent de Gerechtige.
Denk ook aan het respons van de
collecte, die de antifonen ter ere van de Heilige Geest volgen: Sancti
Spiritus, Domine, corda nostra mundet infusio: et sui roris intima aspersione
fœcundet...." Laat de instorting van de Heilige Geest onze harten
zuiveren, o Heer: en maak ons innerlijk vruchtbaar door de besprenkeling met
zijn dauw."
Dignatio betekent volgens de Lewis & Short
Dictionary: "op een waardige wijze
achten, eerbied, hoogachting; waardigheid, eer, reputatie."
Exordium betekent "een begin, de kromming
van een netwerk" en het is ook een technische term voor de introductie of
het voorwoord van een gesproken of geschreven stuk of toespraak. Het begrip
exordium kijken roept het beeld op van een zelfkant, van dat gedeelte aan de
rand van geweven stof, dat op zo'n manier gevlochten is dat de rest van het
weefsel niet uit elkaar valt. Het brengt ook de technische taal van
welsprekendheid naar voren van het gebed. Toen de Heilige Geest uitgestort werd
over de Apostelen gingen zij uit en begonnen in het openbaar onder de volkeren
van alle naties te prediken. De Heilige Geest begon op dit eerste Pinksteren
plotseling in de welsprekende toespraak van de Apostelen een hechte zelfkant te
weven die door de eeuwen heen de stabiele zoom zou verschaffen aan de
constructie van de Kerk tot op onze eigen dagen. Er kunnen van tijd tot tijd
scheuren en gaten ontstaan, en ook schisma's, maar de constructie houdt het en
valt niet uiteen.
De aanwezigheid van de Heilige Geest in de
Kerk garandeert onze eenheid en continuïteit over de grenzen en eeuwen. De
Heilige Geest geeft de Kerk het grondbeginsel van haar leven door het
Trinitaire leven van Vader, Zoon en Heilige Geest te storten in het Lichaam van
Christus, de Kerk. De Heilige Geest bezielt en doordrenkt, kleurt en verft in
wezen de schering en inslag van de Kerk en doorstroomt haar. In het
collectegebed vragen we dat onze harten “bezield” mogen worden door de gaven
van de Heilige Geest; op een bepaalde manier zijn zij microcosmen van de Kerk,
zelfs van het heilig Hart van de Kerk.