Jezus‘ leerlingen zijn vandaag in jubelstemming. Nadat
Jezus de nodige aanwijzingen ter voorbereiding van zijn intocht in Jeruzalem
heeft gegeven, hult hijzelfzelf min of meer in stilzwijgen. Gezeten op een
ezelsveulen rijdt Hij zwijgend door de scharen van volgelingen die Hem
toejubelen. Hij zelf heeft blijkbaar geen reden om te jubelen. Zijn grote
zwijgen begint. Als wij het evangelie wat verder lezen dan op Palmzondag gebruikelijk,
horen we ook wat de reden daartoe is: Het huilen staat hem namelijk nader dan
het lachen. Jezus weent over de stad. “Mocht ook Gij op deze dag inzien wat U
tot vrede strekt” (Luc.19,42). Telkens weer laten mensen kansen liggen, maken
ze geen gebruik van de tijd die ze hebben om te doen wat gedaan moet worden.
Iedereen van ons ken daar wel de nodige voorbeelden van. In het bijzonder
gebeurt dat wanneer we het bezoek aan deze of gene voor ons uitschuiven om dan
in de krant te lezen dat hij of zij gestorven is. Had ik toch, was ik toch …
Iedere keer weer opnieuw dienen we af te wegen wat werkelijk belangrijk is en
prioriteit verdient. Om dat te kunnen beoordelen dienen we in onszelf te keren
en een gewetensonderzoek te doen. Er is immers zoveel dat onze aandacht vragen.
We kunnen niet alles doen, maar hoeven ook niet alles te doen. Als we het
belangrijkste maar doen. Wat dat is, kunnen we eigenlijk alleen maar zelf
beantwoorden, maar het vraagt wel dat we er serieus over nadenken en daar ook
de nodige tijd voor nemen.