HET EVANGELIE VAN
DE VIERDE ZONDAG DOOR HET JAAR (B)
MARCUS 1,
14-20
Roeping
van Petrus, Andreas, Jacobus, zoon van Zebedeüs, en diens broer Johannes
door Ghirlandaio (1481-1482).
Olieverf
op houten paneel, 349 cm x 570 cm.
Sixtijnse kapel, Vaticaan.
We gaan verder in
de Tijd door het Jaar met de lopende lezing van het Evangelie van Sint Marcus,
dat begint met dat tafereel in het eerste hoofdstuk (Mc 1, 14-20) van de
roeping van Petrus en zijn broer Andreas door Jezus en ook van de broers Jacobus
(de Oudere) en zijn broer Johannes.
Ghirlandaio wijdde
aan dit onderwerp een van de fresco’s die de Sixtijnse kapel in het Vaticaan
versieren. Het fresco bevindt zich tegen de noordelijke wand. Er zijn twee
scènes te zien; op de voorgrond roept Jezus vanaf de oever van het Meer van
Galilea Petrus en Andreas die zich
geknield vóór Hem bevinden.
Op de achtergrond
links roept Jezus, verkleind afgebeeld en herkenbaar aan dezelfde kleding en
gouden aureool, vanaf de oever Jacobus en Johannes, die in de boot op het Meer
bezig zijn hun netten klaar te maken.
Beide taferelen
worden aanschouwd door een grote menigte die toehoort, en die, als men het
schilderij goed bekijkt, belangrijke burgers van Florence zijn, zoals bankiers,
handelaars en geleerden.
Zoals hij dat deed
met zijn andere werken, paste Ghirlandaio zijn technische kennis maximaal toe.
De lichtere tinten op de achtergrond suggereren verte en verschiet. De bergen links vormen één lijn gezien door de
ogen van de toeschouwer die zijn blik immers vestigt op het centrale tafereel
op de voorgrond.