zondag 12 november 2017

Liturgia Horarum Maandag in de 32e week door het jaar

Uit een preek van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430), over de herders

Herders die zichzelf weiden.

Laten we eens zien wat het goddelijk woord dat niemand naar de mond praat, tegen de herders zegt die zichzelf weiden en niet de schapen: ‘Ge gebruikt de melk, ge kleedt u met de wol, ge slacht het vetgemeste dier, maar weiden doet ge mijn schapen niet. Het zwakke dier geeft ge niets om het te sterken, het zieke dier geneest ge niet, het gewonde verbindt ge niet, het verdwaalde brengt ge niet terug en het verlorene zoekt ge niet; het sterke dier behandelt ge hard en ruw. Mijn schapen raken verspreid, omdat niemand ze weidt’ (Ez. 34, 3-5).
Tegen de herders die zichzelf weiden en niet hun schapen, is er gezegd waarvan ze houden en wat ze verwaarlozen. Waarvan houden ze? ‘Ge gebruikt de melk, ge kleedt u met de wol.’ Vandaar dat de Apostel zegt: ‘Wie plant een wijngaard en eet niet van zijn vruchten? Of wie weidt een kudde zonder de melk van de kudde te gebruiken?’ (1 Kor. 9, 7). We vernemen hier dus dat ‘de melk van de kudde’ alles is wat het volk van God aan zijn herders toebedeelt om in hun levensonderhoud te voorzien. In die zin spreekt de Apostel in de zoëven aangehaalde tekst.
Al verkoos de Apostel van het werk van zijn handen te leven en zijn schapen geen melk te vragen, hij zei daar toch recht op te hebben, want de Heer had beschikt dat wie het evangelie verkondigt, ook van het evangelie mag leven. Verder zegt hij dat sommige van zijn medeapostelen gebruik gemaakt hebben van dit recht. Ze hebben het zich niet toegeëigend, maar het was hun gegeven. Paulus van zijn kant deed meer: hij nam niet aan wat hem toekwam, hij gaf zelfs weg wat hem toekwam. Een ander daarentegen eiste niet op wat hem niet toekwam. Paulus deed meer! Misschien was hij een beeld van de man die de gewonde naar de herberg bracht en zei: ‘Wat ge meer mocht besteden, zal ik u bij mijn terugkomst vergoeden’ (Lc. 10, 35).
Wat kunnen we nog meer zeggen over hen die de melk van de kudde niet nodig hebben? Ze zijn vol erbarmen, of liever: ze wijden zich met meer mildheid aan de dienst van barmhartigheid. Ze kunnen het en wat ze kunnen, doen ze. We moeten hen loven zonder de anderen te veroordelen. Want ook de apostel Paulus vroeg geen geschenken. Hij wenste evenwel dat zijn schapen vruchtbaar waren en niet onvruchtbaar zouden zijn zonder overvloedige melk.