Het mysterie van de Eucharistie laat, naast
de band met het priesterlijk celibaat, ook een intrinsieke relatie zien met de
godgewijde maagdelijkheid, in zoverre zij uitdrukking is van de exclusieve
toewijding van de Kerk aan Christus, die haar als zijn Bruid aanvaardt in
radicale en vruchtbare trouw. In de Eucharistie vindt de godgewijde
maagdelijkheid inspiratie en voeding voor haar totale toewijding aan Christus.
Bovendien put zij uit de Eucharistie sterking en stimulans om ook in onze tijd
teken te zijn van de om niet geschonken vruchtbare liefde van God jegens de
mensheid. Door middel van haar specifiek getuigenis tenslotte, wordt het
godgewijde leven een herinnering aan en een anticipatie op die "bruiloft
van het Lam" (Openb. 19, 7.9), waarin het doel is gelegen van heel de
heilsgeschiedenis. In die zin vormt zij een krachtige verwijzing naar de
eschatologische horizon die elke mens nodig heeft om daaraan de eigen keuzes en
levensbeslissingen te kunnen oriënteren.
Sacramentum
Caritatis, nr. 81
(Eerste postsynodale
Apostolische Exhortatie van Paus Benedictus XVI, geschreven naar aanleiding van
de Algemene Bisschoppensynode gehouden van 2 t/m 23 oktober 2005.
Oorspronkelijke publicatie 1 april 2007