Juan de Flandes. Verschijning van Christus aan zijn
Moeder. 1500.
Olieverf op houten paneeel, 22cm x 16cm.
Gemäldegalerie Berlijn.
Ofschoon de Evangeliën ons niets verhalen van een
bijzondere verschijning van de verrezen Heer aan zijn Moeder, heeft de
christelijke traditie daarentegen deze mogelijkheid niet alleen in de kunst
verbeeld, maar ook opgenomen in haar devotie. Ongetwijfeld was zij de eerste,
stil en verborgen, die de Verrezen Heer mocht aanbidden.
Juan de Flandes heeft dit thema dezelfde vorm gegeven
als de Boodschap aan Maria: we zien Maria,
geknield en met een open boek op een tafeltje voor zich. Jezus
verschijnt haar, slechts gekleed in de purperen mantel, de lijdenswonden
zichtbaar. Men kan de boodschap uit de voorstelling lezen: “Resurrexit et adhuc
sum tecum”. Het zijn de openingswoorden
van het Introïtus van Pasen: Ik ben verrezen, en nog altijd ben Ik bij u.
Op het schilderij dat we voor ons hebben domineert de
sfeer van gebed en niet de verwachte natuurlijke gevoelens van vreugde. Het
gaat eerder om de presentie van het mysterie van Jezus Godheid, als Eersteling
verrezen uit de doden, dan om een liefdevolle ontmoeting.
De figuren van Jezus en Maria zijn ingekaderd in een
architectonische structuur met aan de voorzijde het schild van de katholieke
Koningen. In de nimbus daarboven God, de Vader van alle eeuwigheid, en de
heilige Geest, als theologische Volheid van het mysterie van de heilige
Drieëenheid.
Tussen Maria en de Vader staat God de Zoon, niet naast
haar, maar boven haar. Door zijn verrijzenislicht, wordt zij, dochter van God
de Vader overgoten, en gedompeld in de volheid en glans van de genade van de
heilige Geest.