Liturgia
Horarum – Getijdenboek
10 augustus
Lezing op de feestdag van de H. Laurentius, martelaar en diaken
van de stad Rome
Uit de
Preken van de H. Augustinus, bisschop
Hij bediende het kostbaar Bloed van Christus
De Kerk van Rome herdenkt
voor ons vandaag de zegerijke dag, waarop de H. Laurentius de woedende wereld
onder de voeten trad, de vleiende wereld verachtte en in beide de duivel als
zijn vervolger overwon. Want in die Kerk te Rome oefende hij, zoals u al dikwijls
gehoord hebt, de bediening uit van diaken. Daar bediende hij het kostbaar Bloed
van Christus; daar ook vergoot hij zijn eigen bloed voor Christus’ Naam. Het
mysterie van de Maaltijd des Heren werd duidelijk uiteen gezet door de apostel
Johannes, waar hij zegt: Zoals Christus
voor ons zijn leven heeft gegeven, zo moeten wij ons leven geven voor onze
broeders. Dat, broeders heeft de heilige Laurentius begrepen. Hij begreep
het en deed het ook. Wat hij zelf bij die maaltijd had genuttigd, bereidde hij
ook voor anderen. Hij beminde Christus gedurende zijn leven, hij volgde Hem na
in zijn dood.
Als wij, broeders,
Christus dus werkelijk beminnen, moeten wij Hem ook navolgen. Wij kunnen immers
geen betere vrucht van de liefde voortbrengen dan het getuigenis van onze
navolging. Want Christus heeft voor ons
geleden, ons een voorbeeld nalatend, opdat wij zijn voorbeeld zouden volgen.
In deze zin schijnt de apostel Petrus begrepen te hebben, dat Christus alleen
voor diegenen met vrucht geleden heeft, die zijn voetstappen betreden, en dat
het lijden van Christus van geen nut is dan voor hen, die zijn voorbeeld
volgen. Hem zijn de heilige martelaren gevolgd tot aan het vergieten van hun
bloed, tot aan de gelijkenis met zijn lijden; Hem zijn de martelaren gevolgd, maar
niet zij alleen. Want nadat dezen waren over getrokken, is de brug niet
afgebroken; en nadat zij gedronken hadden, is de bron niet verdroogd.
Die tuin van de Heer,
broeders, bezit niet alleen de rozen van de martelaren, maar ook de leliën van
de maagden, het klimop van de gehuwden en de viooltjes van de weduwen. Ja, geen
enkel soort mensen, mijn geliefden, moet aan zijn roeping wanhopen: Christus is
voor allen gestorven. Want in waarheid staat van Hem geschreven: Die wil, dat alle mensen zalig worden en tot
de kennis der waarheid komen.
Laten wij dus inzien, hoe
de christen, afgezien van het vergieten van zijn bloed, afgezien van het gevaar
van het lijden, Christus moet volgen. Over de Heer Christus sprekend zegt de
Apostel: Die, toen Hij de gestalte van God bezat, zich
niet heeft willen vastklampen aan zijn gelijkheid met God. Welk een
majesteit! Maar Hij heeft Zichzelf
ontledigd door het bestaan van dienstknecht aan te nemen en aan de mensen
gelijk te worden, en Hij werd als een mens bevonden. Welk een nederigheid!
Christus heeft zich
vernederd: en u, christen, wilt vasthouden, wat u hebt. Christus is gehoorzaam geworden: wat zegt dit de hoogmoedige? Nadat
Christus deze vernedering heeft doorlopen en door de dood is getroffen, is Hij
opgestegen ten hemel, laten wij Hem volgen. Luisteren wij naar de Apostel, die
zegt: Als gij dan met Christus ten leven
zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand
Gods.
(Sermo 304, 1-4: PL 38. 1395-1397)