maandag 17 augustus 2015

Onze Lieve Vrouw "Wel sterfelijk. maar door Gods wonder niet bederfelijk"


Er zijn andere heiligen van wie wij mogen aannemen dat zij onmiddellijk na hun sterven tot de aanschouwing Gods werden toegelaten, maar zij allen hebben het bederf van het graf gekend. Het zuivere lichaam van de Maagd, uit wie Christus is geboren, was niet aangetast door de gevolgen der erfzonde. Het kende de begeerlijkheid niet. Wel was het sterfelijk, maar door Gods wonder niet bederfelijk. De christelijke kunstenaars hebben dit beseft en trachten uit te beelden in hun kunst door schone en reine voorstellingen van de Maagd. Heden, bij haar opneming ten hemel, werd haar heilig lichaam, die tempel van de Heilige Geest, de schoot die het Woord ontving, verheerlijkt, met goddelijk licht omstraald, ten hemel gevoerd. Onze verlossing is niet volkomen vóór het lichaam deelt in de glorie. In de leer der apostelen neemt de verrijzenis des vleses een grote plaats in. Hoe zwaar is ons lichaam getroffen door de vloek der zonde: begeerlijkheid en vergankelijkheid! Begeerlijkheid leidt tot zonde en eeuwige dood; vergankelijkheid tot lijden, ziekte en tijdelijke dood met het bederf van het graf. Zolang wij op aarde zijn, is ons lichaam aan lijden onderhevig. De christen verdoemt het lichaam niet maar beschouwt het toch vooral als werktuig en stof van christelijke deugden: kuisheid, lijdensmoed, apostolische gezindheid, barmhartigheid voor de naaste. Hij weet dat de paradijselijke orde van het ongerept lichamelijke eerst zal hersteld worden op het einde der tijden.


Uit W. Grossouw. Innerlijk Leven