Lezing uit Liturgia Horarum / Getijdenboek
5
augustus Kerkwijding van Maria de Meerdere
Uit de volgende passage van de gloedvolle homilie van de H. Cyrillus
van Alexandrië, komt duidelijk naar voren hoe de formulering van de trinitaire
en Mariale dogma’s in de volle aandacht van de Kerk staan.
Uit de homilie van de H.
Bisschop Cyrillus van Alexandrië, gehouden op het Concilie van Efese
Lof op de Moeder Gods Maria
De vergadering van de
heiligen, die uitgenodigd door de H. Moeder Gods en Maagd Maria, hier
bereidwillig zijn samengekomen, zie ik met vreugde rechtop staan. Daarom, al
werd ik door veel droefheid gedrukt, toch baart de aanblik van de
concilievaders mij hier vreugde. Thans is dit heerlijke psalmwoord van de
dichter David bij ons in vervulling gegaan: “Ziet, hoe goed en aangenaam is
het, als broeders samen te wonen” (Ps 132,1).
Wees daarom door ons gegroet,
heilige ondoorgrondelijke Drievuldigheid, die ons allen hebt bijeengeroepen in
deze kerk van de heilige Godsmoeder.
Wees door ons gegroet, Moeder
Gods Maria, eerbiedwaardige schat van de gehele wereld, onuitblusbare lamp,
kroon van de maagden, scepter van de ware leer, onverwoestbare tempel, plaats
van Hem die door geen plaats bevat kan worden, Moeder en Maagd van Hem die “gezegend”
wordt genoemd in de heilige Evangeliën: “Gezegend die komt in de naam des
Heren” (Mt 21,9).
Wees gegroet, Gij, die Hem in
uw schoot hebt omvat, die onmetelijk is en niet omvat kan worden; van wie het
kostbaar Kruis gevierd en over de gehele aarde vereerd wordt; door wie de hemel
zich verblijdt; door wie de engelen en aartsengelen zich verheugen; door wie
duivels op de vlucht worden geslagen; door wie het gevallen schepsel weer in de
hemel wordt opgenomen; door wie de gehele schepping, vastgehouden in de waanzin
der afgoderij, tot de erkenning van de waarheid komt; door wie het H. Doopsel ten deel valt aan de
gelovigen; uit wie de olie der blijdschap ontspringt; door wie over heel de
aarde de Kerk is gesticht; die wie de volkeren tot inkeer worden gebracht.
En wat moet ik dan nog meer
zeggen? Zij was degene, door wie de Eniggeboren Zoon Gods als een licht is gaan
stralen “voor hen die in de duisternis en in de schaduw van de doods gezeten
waren (Lk 1,79): Hem hebben de
profeten voorzegd; Hem de apostelen als heil aan de volkeren verkondigd; door
Hem verrijzen de doden; door Hem regeren de koningen.
Wie zou naar waarde deze
allerlofwaardigste Maria kunnen prijzen? Zij is zowel Moeder als Maagd; welke
een wonder waarover ik verstomd sta! Wie heeft ooit vernomen, dat een architect
verhinderd wordt te wonen in zijn eigen tempel, die hij zelf heeft gebouwd; wie
zou er geminacht worden omdat Hij zijn eigen dienstmaagd tot zijn moeder koos?
Ziet dus, hoe alles van
vreugde vervuld is; moge het ons ten deel vallen de ene en onverbeelde
Dreëenheid met huiver te vereren en in aanbidding goddelijke eer te bewijzen
door Maria te loven, altijd maagd en heilige tempel van God alsmede haar Zoon
én onbevlekte Bruidegom: want aan hem komt de heerlijkheid, de glorie en de eer
in de eeuwen der eeuwen. Amen.
(Hom. 4: PG 77, 991. 995-996)