Invitátur ad
paradísi divítias pópulus christiánus, et cunctis regenerátis ad amíssam
pátriam patefáctus est réditus, si nemo sibi illam viam facit claudi, quæ fídei
latrónis pótuit aperíri.
Het christenvolk wordt
uitgenodigd tot de rijkdommen van het paradijs, en voor alle herborenen is de
terugkeer naar het verloren vaderland toegankelijk gemaakt, als niemand voor
zich die weg door eigen schuld afsluit, die voor het geloof van de goede
moordenaar geopend kon worden.
Leo Magnus in Sermone 15, De passione Domini, 3-4: PL 54, 366)