Rond 1644 trad Herman Jekermans in bij de Cellebroeders van Luik Het idee “het heilig Graf en andere devote plaatsen te Jeruzalem” te gaan bezoeken, liet hem niet los.
Hij getuigde zelf op deze gedachte te zijn gekomen “onder inspiratie en
ingeving van de H. Geest” en met de intentie dat “als God hem de genade schonk gezond in zijn
vaderland terug te keren, hij daar het Heilig Graf zou doen bouwen, in dezelfde vorm en manier van
dat van Jeruzalem”. Hij verliet het klooster, regelde zijn zaken en vertrok, alleen.
In 1647 keerde hij terug met een exacte beschrijving en maten van het H.
Graf in de
Verrijzeniskerk te Jeruzalem (2,07 m lang, 1, 93 m breed en 2,40 hoog).
Tevens had hij ter herinnering een zakje met aarde van alle H. Plaatsen die hij had
bezocht, bij zich.
Tijdens de bouw in 1647 met toestemming van gemeente, pastoor en heer
van Neercanne werd langs de wegen van Neercanne een kruisweg gemaakt met 13 staties in de
vorm van kapelletjes. De H. Grafkapel was de laatste statie. Bedevaarten naar deze ‘H.
Landstichting’ kwamen op gang.
1653 Herman Jekermans draagt de H. Grafkapel aan Helena d’Enckevoirt,
priorin van de Sepulcrinessen in Maastricht en Luik over die de bediening van de kapel en de pelgrims op
haar beurt overdraagt aan de kanunniken van het H. Graf van Hoogcruts, die een rectorshuis met
Latijnse school tegenover de kapel bouwen.
1653 - Jekermans treedt in bij de Sepulcrijnen in Hoogcruts als
lekebroeder , en schonk vóór zijn
Professie in 1656 de H. Landstichting aan het klooster. Hij overlijdt in
Neercanne in 1679 en wordt In de H. Grafkapel begraven.
1714 - Rond de oorspronkelijke kapel wordt de huidige kapel gebouwd,
gedoteerd door Veldmaarschalk Daniel Wolff de Dopff, gouverneur van Maastricht en heer
van Neercanne.
W.O. II – De kapel lijdt zware schade en stort in 1954 in, het H.Graf
blijft echter behouden.
1960 – Heropbouw kapel in oorspronkelijke vorm, gevolgd door diverse
restauraties in de volgende decennia.