Voordracht van Mgr. Dr. J.H.J. van den Hende over liturgische koormuziek in de liturgie van de Kerk:
"Gewijde muziek is integraal onderdeel van de liturgie is en moet dienstbaar zijn aan het eigenlijke doel van de liturgie, namelijk de eer van God en de heiliging en opbouw van de gelovigen.
Paus Pius X spreekt in zijn motu proprio van de actieve deelname (partezipazione attiva) van de gelovigen aan de (hoog)heilige geheimen en aan het openbare en (hoog)heilige gebed van de Kerk. Die uitdrukking komt niet letterlijk terug in de constitutie over de liturgie Sacrosanctum Concilium van het Tweede Vaticaans Concilie. Deze spreekt wel over de deelname aan de liturgie als participatio actuosa (art. 14), wat in Nederlandse vertalingen wordt vertaald met actieve deelname.
“Het gaat niet zozeer om een actieve deelname aan de liturgie in de zin van gewoon actief meedoen. Het gaat om een actieve deelname van de gelovigen op een andere, een diepere manier. Het gaat om een volledige, bewuste en actieve deelname aan de liturgie van de Kerk.”
Het eigene van de liturgische muziek is vóór alles dat het bestemd is om in de Kerk dienstbaar te zijn aan de viering van de liturgie. Daarom is het nodig [1] dat de gewijde muziek ten volle samenhangt met de teksten in de liturgie (zoals de heilige Schrift en de gebeden), de constitutie Sacrosanctum Concilium (art. 112) onderstreept dat de gewijde muziek gebonden is aan de woorden van de liturgie; [2] dat de gewijde muziek op adequate wijze correspondeert met de riten en handelingen in de liturgie, en [3] dat de gewijde muziek de onderscheiden momenten in de liturgie en het karakter van de verschillende tijden in het kerkelijk jaar op een goede manier weet te vertolken. Dit alles met het oog op het tweeledige theologische doel van de liturgische muziek, i.e., ‘de verheerlijking van God en de heiliging van de gelovigen’ (SC 112).
Wanneer koorleden inzicht hebben in de inhoud en betekenis van de liturgie en ook zelf groeien in hun verbondenheid met Christus de levende Heer, stellen zij niet alleen hun stem maar ook hun (groeiende) geloof op persoonlijke wijze ter beschikking aan de geloofsgemeenschap die liturgie viert.
|"Gesterkt en toegerust mogen wij ons door de Heer laten zenden met de opdracht het evangelie te verkondigen in woord en daad, zodanig dat ook ons leven van alledag uiteindelijk een lofzang wordt voor de Heer in de concrete dienst aan onze naaste.” Met een verwijzing naar de woorden van paus Benedictus XVI uit de encycliek Deus Caritas Est (2006): “Eredienst zelf, eucharistische gemeenschap, omvat de werkelijkheid van zowel bemind worden als ook anderen op hun beurt liefhebben. Eucharistie die zich niet vertaalt in concrete beoefening van de liefde is ten diepste onvolledig” (art. 14). “Moge de liturgische muziek, met het gregoriaans voorop, de eredienst in onze Kerk steeds opnieuw verrijken tot verheerlijking van God en tot heiliging van de gelovigen” (Sacrosanctum Concilium, art. 112)".
Zie website Bisdom Rotterdam