Verleden week was er een groep pelgrims op de Kerkberg die een reliek van de heilige paus Johannes II bij zich had en vereerde. Dat deze wij toen graag samen met hen, vooral onze zuster uit Polen.
Wie wel eens in Lourdes is geweest, heeft gezien dat gelovigen de Grot waar Maria aan Bernadette is verschenen met de hand aanstrijken, sinds kort wordt er bij de grot ook een reliek van de H. Bernadette vereerd. In Rome wordt ook de voet van het beeld van Petrus in de kerk waar zijn relieken rusten, gekust, en ook wij vereren de relieken van Odilia en op 8 mei die van de HH Wiro, Plechelmus en Otgerus. We kussen de relieken en worden er persoonlijk mee gezegend- natuurlijk alleen wie dat wil! Wie heeft nooit gehoord over de Lijkwade van Turijn en wie heeft bij de brand in de Notre Dame kunnen missen dat de Doornenkroon van Christus die daar wordt bewaard -en is gered. Tot op vandaag reizen bijvoorbeeld de relieken van Theresia van Lisieux over de hele wereld om op vele plaatsen door velen intens te worden vereerd.
Wie niet Rooms Katholiek is, vindt dat allemaal vaak maar raar. We moeten constateren dat wie wel Rooms Katholiek is, het ook vaak allemaal maar raar vindt, en ook niet onmiddellijk in de auto, of op de fiets springt om aanstaande woensdag met ons te komen meebidden, meevieren en mee-vereren als de relieken van Wiro. Plechelmus en Otgerus worden vereerd. Dat is jammer. Voor ons, want er is veel tijd en energie van de Pastoor, de koster, de zangers en de zusters (oefenen door koorzangers en zusters van het eigen misformulier en het daverende bedevaartslied dat alle klassieke kenmerken van een processielied heeft) en inmiddels ook een beetje geld gestoken (in reclame voor de dag, de productie van een speciale noveenkaars, nieuwe Latijn-Nederkandse getijdenboekjes voor sext en noon, drie bidplaatjes met een nieuw door het bisdom goedgekeurd gebed en drie nieuwe litanieën) maar het is nog meer en meest jammer voor degenen die niet in beweging komen om de dag mee te vieren. U loopt genade mis! De wegblijvers trekken aan het kortste eind!
Wat zijn relieken?
Het woord reliek komt van het Latijnse relinquere, wat achterblijven of resteren betekent. De
lichamelijke resten van heiligen bevatten de virtus (letterlijk: dapperheid/deugdzaamheid/heiligheid)
die aan de heilige persoon bij leven werd toegeschreven. De heilige was ook bij leven dicht bij God en in zijn relieken is God nog steeds nabij - dichterbij dan anders. Door dicht bij de relieken te zijn, kan God en de heiligheid in zijn meest krachtige vorm ervaren worden. Relieken zijn om deze reden begerenswaardige en kostbare voorwerpen. Niet alleen in de Middeleeuwen maar tot op de dag van vandaag worden relieken geroofd. Wie eigenaar is van een reliek, is daar trots op.
Er zijn drie categorieën relieken:
Eerste klasse: het gebeente van een heilige,
Tweede klasse: zaken die dicht bij een heiligen zijn geweest zoals kleding en
de derde klasse is alles wat met iets uit de eerste twee categorieën in aanraking is geweest.
Is er een Bijbelse fundering?
Jazeker! Al in het Oude Testament worden relieken vereerd: "Toen enige mannen eens bezig waren iemand te begraven, zagen zij plotseling zo'n bende. Zij wierpen het lijk in het graf van Elisa en vluchtten weg. Zodra het lijk in aanraking kwam met het gebeente van Elisa, werd de man levend en rees hij recht overeind" (2 Koningen 13, 20-21). Strikt genomen werd hier niet eens vereerd, maar een lijk gedumpt. De helende kracht werkte toch.
In het Nieuwe Testament lezen we dat een vrouw genas die vol vertrouwen het kleed van Christus aanraakt: "Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed; zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters en haar gehele vermogen uitgegeven, maar zonder er baat bij te vinden; integendeel het was nog erger met haar geworden. Omdat zij over Jezus gehoord had, drong zij zich in de menigte naar voren en raakte zijn mantel aan. Want ze zei bij zichzelf: “Als ik slechts zijn kleren kan aanraken, zal ik al genezen zijn.” Terstond hield de bloeding op en werd ze aan haar lichaam gewaar, dat ze van haar kwaal genezen was. (Marcus 5, 25-30).
Wat deden de eerste christenen?
Vanaf het begin heeft de Kerk de verering van relieken bevorderd. De H. Polycarpus van Smyrna (Martelaar) is een van de eersten van wie bekend is dat zijn stoffelijke resten als relikwie werden vereerd. Zijn graf lag in het zuid-oosten van de stad Izmir op de Mons Pagos, tegenwoordig Kadifekale; zijn relieken bevinden zich tegenwoordig in de San Ambrogio della Massima te Rome.
Wat zeggen de kerkvaders?
Kerkvader Hieronymus schrijft in zijn brief aan Riparius: "We aanbidden ze niet, we buigen niet voor het schepsel, maar voor de Schepper. maar we vereren de relieken van de martelaren om Hem beter te vereren voor wie de martelaren hun leven hebben gegeven.
Thomas van Aquino, systematisch denker, geeft een rij redenen voor de verering van relieken van heiligen:
1. de relieken zijn een tastbare herinnering aan het leven van de heilige;
2. ze geven de kracht van God door zoals een vergrootglas de zon (kinderen weten dat je zo een vuur ontsteekt!);
3. het leven van de heilige was een wonder voor God op zichzelf en dat wonder is door zijn lichaam aan ons doorgegeven;
4. de vele wonderen (en dankbetuigingen (ex voto's) in heiligdommen bewijzen dat God behagen schept in de verering van relieken en degenen die relieken vereren, genade schenkt.
Wat zegt de Kerk nu?
De Kerk laat zich hierover uit in het Directorium voor de Volksvroomheid verschenen in 2002: nummer 236: "Het Tweede Vaticaans Concilie heeft in herinnering gebracht dat "heiligen van oudsher zijn vereerd door de Kerk, en hun authentieke relieken en afbeeldingen zijn vereerd. Er zijn vele vormen van verering in de volksdevotie ontstaan, zoals het kussen ven de relieken, het versieren met bloemen en het plaatsen van kaarsen als herinnering aan eerder gebed, het meedragen van relieken in processies en ook het bezoeken met de relieken van zieken en stervenden om de voorspraak van heiligen te vragen. Deze praktijken moeten worden verricht met grote waardigheid en bij de gelovigen worden aangemoedigd",.
Heeft dan een voorwerp een genezende werking als een soort talisman?
Neen, God gebruikt het geloof en de verering (en in geval van Christus) de aanbidding van de gelovige als bijzonder aangrijpingspunt voor de werking van zijn genade. We lezen nog even verder in het Evangelie: "Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust dat er een kracht van Hem was uitgegaan; Hij keerde zich te midden van de menigte om en vroeg: “Wie heeft mijn kleren aangeraakt?” Zijn leerlingen zeiden tot Hem: “Gij ziet dat de menigte van alle kanten opdringt en Gij vraagt: Wie heeft mij aangeraakt?” Maar Hij liet zijn blik rondgaan om te zien wie dat gedaan had. Wetend wat er met haar gebeurd was, kwam de vrouw zich angstig en bevend voor Hem neerwerpen en bekende Hem de hele waarheid. Toen sprak Hij tot haar: “Dochter, uw geloof heeft u genezen. Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost.” (ibidem 31-34). Christus zegt tegen de vrouw die genas na aanraking van zijn kleed: "Uw geloof, heeft U gered". Daar gaat het om!
De relieken van de H. Odilia op de Kerkberg
relieken H. Odilia Basiliek Sint Odilienberg |
Reginaldus Cools (1618-1706), de bisschop van Roermond, bij de (her-) wijding van de kerk in 1686 relieken van Odilia ten geschenke heeft gegeven. Tijdens de kerkwijding van 1686 werd een blind meisje genezen. Hoewel daarbij van Odilia niet wordt gerept, is er mogelijk enig verband met haar verering.
Volgens de overlevering zou rond 1908 een wonder zijn geschied. Van vlak over de Duitse grens kwam een familie met een klein meisje, dat een ernstige oogziekte had, in een rijtuig naar Sint Odiliënberg. Odiliawater bracht na enige tijd genezing bracht.
In 1909 stichtte een familie uit Roermond een hoogmis ter ere van Odilia.
En hoe zit dan met de relieken van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus op de Kerkberg?
Vanaf de achtste eeuw zijn de relieken van de Bergse heiligen in Berg vereerd. Zij brachten in deze streken het geloof. Daarvoor betaamt dankbaarheid. Geen geloof zonder voorafgaande verkondiging!
Al spoedig na hun dood werd voor de stoffelijke resten een praalgraf gebouwd - een plaats waar gelovigen naar toe kwamen om de heiligen te vereren. Toen in de negende eeuw de Kerkberg aan de aartsbisschop van Utrecht en zijn kapittel werd aangeboden als asiel, toen ze op de vlucht waren voor de Noormannen, hielden zij tot hun vertrek in de veertiende eeuw de verering van de relieken in stand. Bisschop Balderik gaf een deel van de relieken ter verering op andere plaatsen (bv Oldenzaal). De Utrechtse kanunniken brachten de relieken in de veertiende eeuw in veiligheid binnen de muren van de stad Roermond. Daar bleek de veiligheid betrekkelijk want in de 80 jarige Oorlog hielden in 1572 de Geuzen niet alleen huis door het afslachten van de martelaren van Roermond (bijna allen Kartuizers) maar ze roofden ook uit de kerken alles wat hun van waarde leek. Toen de Geuzen klaar waren en het laatste losgeld voor de vrijlating van gegijzelde priesters eruit hadden geperst en vertrokken, werden de relieken van de Bergse heiligen gaaf aangetroffen en in de 17e eeuw (grotendeels) naar de Kerkberg teruggebracht - in een grote plechtige processie. Bij die gelegenheid genas een blind kind genaamd Catharina Rutten. Sindsdien zijn op de Kerkberg en in Roermond de relieken met toewijding vereerd. In de negentiende eeuw bezochten jaarlijkse vele groepen pelgrims de Kerkberg, parochies, scholen, gebedsgroepen. Ons streven is dit vrome gebruik in ere te herstellen opdat ook daardoor vanaf de Kerkberg Godsgenade wordt bemiddeld.
relieken HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus Basiliek Sint Odilienberg |