12e zondag door het jaar Liturgia
Horarum
Lezingen van het lezingenofficie
Detail van de Storie di Sant’Agostino van Benozzo Gozzoli (1420-1497)
in de Sant’Agostino in San Gimignano.
In 1463 werd Benozzo Gozzoli door Fra Domenico Strambi, prior van het
Augustijnse convent in San Gimignano, gevraagd om de kloosterkerk aldaar te
decoreren, de huidige Sant’Agostino. De Storie, het Heiligenleven van Sint Augustinus,
bestaat uit 17 fresco’s.
Eerste lezing Sam 16, 1-13
Eerste lezing Sam 16, 1-13
David door
Samuel gezalfd 1 Sam 16, 1-13
De Heer vroeg
aan Samuel: ‘Hoe lang blijf je nog treuren om Saul, die ik als koning van
Israël verworpen heb? Kom, vul je hoorn met olie en ga voor mij naar Isaï in
Betlehem, want een van zijn zonen heb ik als koning uitgekozen.’ ‘Hoe kan ik
dat nu doen?’ wierp Samuel tegen. ‘Saul zal me vermoorden als hij het hoort.’
De Heer antwoordde: ‘Neem een jonge koe mee en zeg dat je bent gekomen om de
Heer een offer te brengen. Nodig Isaï uit voor het offermaal, dan zal ik je
laten weten wat je doen moet. Wie ik je aanwijs, die moet je voor mij zalven.’
Samuel deed wat de Heer had gezegd. Toen hij in Betlehem aankwam, kwamen de
oudsten van de stad hem ongerust tegemoet en vroegen: ‘Uw komst is toch geen
slecht teken?’ ‘Wees gerust,’ antwoordde Samuel. ‘Ik ben gekomen om de Heer een
offer te brengen. Reinig u en neem met mij deel aan het offermaal.’ Ook Isaï en
zijn zonen nodigde hij uit, en aan hen voltrok hij persoonlijk de reiniging. Bij
hun aankomst viel zijn oog meteen op Eliab, en hij zei bij zichzelf: Hij die
daar klaarstaat is vast en zeker degene die de Heer wil zalven. Maar de Heer
zei tegen Samuel: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik
heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het
uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart.’ Toen riep Isaï Abinadab en stelde
hem aan Samuel voor, maar die zei: ‘Ook hem heeft de Heer niet gekozen.’ Isaï
stelde Samma voor, maar weer zei Samuel: ‘Ook hem heeft de Heer niet gekozen.’
Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan Samuel voor, maar telkens zei Samuel dat
dit niet degene was die de Heer gekozen had. ‘Zijn dit alle zonen die u hebt?’
vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de
schapen en de geiten.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We
beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ Isaï liet hem halen. Het was
een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de Heer zei: ‘Hem moet
je zalven. Hij is het.’ Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden
van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de
Heer. Daarna vertrok Samuel weer naar Rama.
Uit het Tractaat
over ‘De Drieëenheid’ van de Luciferaan Faustinus, priester
(Nn. 39-40: CCL 69, 340-341)
Christus,
Koning en Priester in eeuwigheid
Onze Verlosser werd
werkelijk naar het vlees de Gezalfde, als werkelijke Koning en werkelijke
Priester: Hij was beide tegelijk, opdat er niets in de Verlosser zou ontbreken.
Hoor dan ook, dat Hij zelf Koning is geworden, daar Hij zegt: Ik echter ben door Hem als koning aangesteld
op Sion, mijn heilige berg. En hoor ook, dat Hij Priester is volgens het
getuigenis van de Vader: Gij, zijt
Priester in eeuwigheid naar de orde van Melchisedek. Aäron werd in de Wet
het eerst priester door de zalving met olie; en toch wordt er niet gezegd
‘volgens de orde van Aäron’, om te voorkomen dat men zou geloven, dat het
Priesterschap van de Verlosser door opvolging kan worden verkregen. Want het
priesterschap van Aäron bleef bij opvolging; maar dit van de Verlosser wordt
niet voortgezet door opvolging op een ander, omdat Hij altijd Priester blijft,
naar het woord van de Schrift: Gij zijt
Priester in eeuwigheid naar de orde van Melchisedek.
De Verlosser is dus naar het
vlees én Koning én Priester, niet lichamelijk maar geestelijk gezalfd. Want bij
de Israëlieten werden hun koningen en priesters lichamelijk gezalfd. Er waren
koningen en priesters: niet beide functies in een persoon, maar iemand was of
koning of priester. Alleen in Christus echter moet in alles de volmaaktheid en
de volheid aanwezig zijn; Hij kwam om de Wet te vervullen.
Hoewel nu een enkele persoon
niet beide functies bezat, werden toch degenen, die met de olie voor de
koningen of voor de priesters lichamelijk gezalfd werden, gezalfden genoemd. Maar de Verlosser, die in waarheid de Gezalfde
is, werd door de Heilige Geest gezalfd, opdat vervuld zou worden wat over Hem
geschreven stond: Daarom heeft Jahweh, uw
God, U gezalfd met vreugde-olie als geen van uw broeders. Want daarom werd
Hij, meer dan zijn broeders met dezelfde naam, gezalfd, omdat Hij gezalfd werd
met de olie der vreugde, waarmee niets anders werd aangeduid dan de Heilige
Geest.
Dat dit zo is, weten wij
door de Verlosser zelf. Want toen Hij het boek Jesaja nam en opende, las Hij: De Geest des Heren rust op Mij, daarom heeft
Hij Mij gezalfd; toen zei Hij voor zijn gehoor, dat die profetie was
vervuld. Maar ook Petrus, het hoofd van de apostelen, leert dat de zalf,
waardoor de Redder ‘de Gezalfde’ wordt genoemd de Heilige Geest is, ook de
Kracht Gods genaamd, wanneer hij in de Handelingen der Apostelen tot de zeer
trouwhartige en barmhartige man, die toen honderdman was, sprak. Want hij zei
hem o.a.: Hoe Jezus van Nazaret zijn
optreden begon na het doopsel, dat Johannes predikte, hoe God Hem gezalfd heeft
met de Heilige Geest en met kracht. Rondgaande verrichtte Hij wondertekenen en
grote daden en bevrijdde allen, die door de duivel bezeten waren.
Ge ziet, dat ook Petrus zei,
dat deze Jezus naar het vlees gezalfd was met
de Heilige Geest en met kracht. Vandaar, dat ook Jezus zelf waarlijk naar
het vlees de Gezalfde werd, die door de zalving van de Heilige Geest én Koning
én Priester werd in eeuwigheid.