Ons verstand, dat door de Geest der waarheid wordt
verlicht, moet de glorie van het Kruis, dat in hemel en op aarde zijn licht
uitstraalt, in een zuiver en vrij hart opnemen, en met innerlijke
scherpzinnigheid moet men zien wat Christus bedoelde, toen Hij over zijn
naderend lijden zei: Het uur is gekomen
dat de Zoon des mensen zal worden verheerlijkt; en dan: nu is
mijn ziel onrustig. Wat moet ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom
juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Zoon. Toen de stem
van de Vader van de hemel kwam en zei: Ik
heb U verheerlijkt en zal U wederom verheerlijken, antwoordde Jezus, zich
tot de omstanders wendend: Niet om Mij
was die stem, maar om u. Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats, nu zal
de vorst van deze wereld worden buitengeworpen. En wanneer Ik van de aarde zal
zijn omhooggeheven, zal Ik alles tot Mij trekken.
O wonderbare macht van het Kruis!
O onuitsprekelijke glorie van het lijden waarin de
rechterstoel van de Heer, het oordeel over de wereld en de macht van de
Gekruisigde is te zien.
Gij hebt, Heer, alles tot U getrokken, opdat wat in
een joodse tempel onder duistere symbolen werd gevierd, nu door de eredienst
van alle volken en overal zou worden gevierd in een volledig en duidelijk
sacrament.
Want nu is de klasse der levieten duidelijker, de
waardigheid van de oudsten groter en de zalving tot priester heiliger; omdat uw
Kruis de bron is van alle zegeningen, de oorzaak van alle genaden. Door het
Kruis wordt aan de gelovigen kracht geschonken uit zwakte, roem uit smaad,
leven uit dood. Nu is er een einde gekomen aan de verscheidenheid van
vleselijke offers en worden al die verschillende offers vervangen door het ene
Offer van uw Lichaam en Bloed, omdat Gij waarlijk zijt het Lam Gods, dat de zonder der wereld wegneemt, en aldus in U alle
mysteries voltrekt, opdat, zoals er nu één offer plaats heeft in de plaats van
alle slachtoffers, zo ook één heerschappij over alle volkeren.
Laten wij daarom, zeergeliefden, belijden wat de
heilige leermeester der heidenen de apostel Paulus, juichend beleden heeft: Dit woord is betrouwbaar en volkomen
geloofwaardig: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden.
Want daarom is zijn barmhartigheid jegens ons des te wonderbaarder, omdat
Christus niet voor rechtvaardigen of voor heiligen, maar voor zondaars en
goddelozen is gestorven, en ofschoon de natuur van de Godheid niet geraakt kan
worden door de angel van de dood, heeft Hij toch datgene aangenomen – door uit
ons geboren te worden – waardoor hij voor ons het offer kon brengen.
Want reeds vroeger bedreigde de macht van zijn dood
onze dood, toen God door de profeet Osee zei: O dood, ik zal uw dood zijn, en Ik zal uw doodssteek zijn, onderwereld.
Door te sterven was Hij onderworpen aan de wetten van de wereld, maar Hij heeft
deze ontbonden door te verrijzen: en zo verbrak Hij de bestendigheid van de
dood, zodat hij de dood van eeuwig tot tijdelijk maakte. Want zoals allen in Adam zijn gestorven, zo worden allen in Christus
levend gemaakt.
Sermo 8, De passione Domini, 6-8.