vrijdag 29 maart 2019

Paus Benedictus XVI bij bezoek aan het Heilig Graf in Jeruzalem op 15 mei 2009 "Hier is Christus gestorven en verrezen, en Hij sterft niet meer"


De lofzang die wij zojuist gezongen hebben verenigt ons met de heerscharen van de engelen en met de Kerk van alle tijden en plaatsen – “het roemvol koor der apostelen, het lofwaardig getal der profeten, de blanke stoet der martelaren” – terwijl wij God prijzen voor het werk van onze verlossing, dat Hij in het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus Christus heeft volbracht. Voor dit Heilig Graf, waar de Heer “de prikkel van de dood heeft overwonnen en voor de gelovigen het hemels Rijk heeft geopend”, groet ik u allen met de vreugde van Pasen. Ik dank Patriarch Fouad Twal en Custos Pater Pierbattista Pizzaballa voor de vriendelijke begroeting. Ook wil ik uiting geven aan mijn dankbaarheid voor de ontvangst die de Hiërarchen van de Grieks-Orthodoxe Kerk en van de Armeens Apostolische Kerk mij bereid hebben. Dankbaar heet ik de aanwezige vertegenwoordigers van de andere christelijke gemeenschappen in het Heilig Land welkom. Ik groet de Grootmeester van de Ridderorde van het Heilig Graf, Kardinaal John Foley, evenals de ridders en edelvrouwen van de Orde die hier aanwezig zijn en verbind daaraan mijn dank voor hun onvermoeibare toewijding aan de ondersteuning van de zending van de Kerk in deze landen, die de Heer tijdens Zijn aardse leven geheiligd heeft.

Het Evangelie van Johannes heeft ons een indringend verslag nagelaten van het bezoek van Petrus en de door Jezus beminde leerling aan het lege graf op Paasmorgen. Vandaag, na ongeveer twintig eeuwen, staat de Opvolger van Petrus, de bisschop van Rome, voor hetzelfde lege graf en beschouwt het mysterie van de verrijzenis. In het voetspoor van de apostelen wil ik opnieuw aan de mensen van onze tijd het vaste geloof van de Kerk verkondigen dat Jezus Christus “is gekruisigd, gestorven en begraven” en dat Hij “op de derde dag is verrezen uit de doden”. Verheven aan de rechterhand van de Vader heeft Hij ons de Geest gezonden tot vergeving van de zonden. Behalve Hem, Die God tot Heer en Messias gemaakt heeft gemaakt is er “geen andere Naam onder de hemel aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden” (Hand. 4, 12).

Als wij op deze heilige plaats staan en deze wonderbaarlijke gebeurtenis overwegen, hoe zouden wij dan niet “in het hart getroffen zijn”, zoals degenen die als eersten de preek van Petrus op Pinksterdag hoorden? Hier is Christus gestorven en verrezen, en Hij sterft niet meer. Hier werd de geschiedenis van de mensheid beslissend veranderd. De lange heerschappij van zonde en dood werd gebroken door de overwinning van de gehoorzaamheid en het leven; het kruishout heeft de waarheid over goed en kwaad onthuld; Gods oordeel kwam over de wereld en de genade van de Heilige Geest werd over de mensheid uitgestort. Hier leerde Christus, de nieuwe Adam, ons dat het kwaad nooit het laatste woord heeft, dat de liefde sterker is dan de dood, dat onze toekomst en die van de gehele mensheid in de handen van een trouwe en voorzienige God ligt.

Als wij op deze heilige plaats staan en deze wonderbaarlijke gebeurtenis overwegen, hoe zouden wij dan niet “in het hart getroffen zijn”, zoals degenen die als eersten de preek van Petrus op Pinksterdag hoorden . Hier is Christus gestorven en verrezen, en Hij sterft niet meer. Hier werd de geschiedenis van de mensheid beslissend veranderd. De lange heerschappij van zonde en dood werd gebroken door de overwinning van de gehoorzaamheid en het leven; het kruishout heeft de waarheid over goed en kwaad onthuld; Gods oordeel kwam over de wereld en de genade van de Heilige Geest werd over de mensheid uitgestort. Hier leerde Christus, de nieuwe Adam, ons dat het kwaad nooit het laatste woord heeft, dat de liefde sterker is dan de dood, dat onze toekomst en die van de gehele mensheid in de handen van een trouwe en voorzienige God ligt.

De aloude en eerbiedwaardige Kerk van de Verrijzenis legt een stilzwijgend getuigenis af van zowel de last van ons verleden met zijn tekortschieten, misverstanden en conflicten, alsook van de heerlijke belofte die blijft uitstralen van het lege graf van Christus. Deze heilige plaats, waar Gods kracht zich in zwakheid heeft geopenbaard en het menselijk lijden door goddelijke heerlijkheid met glans werd omgeven, nodigt ons uit nog eenmaal met de ogen van het geloof het gelaat van de gekruisigde en verrezen Heer te aanschouwen. In de beschouwing van Zijn verheerlijkte, door de Geest geheel met glans omgeven Lichaam, erkennen wij nog meer dat ook nu reeds, door de Doop, “wij het sterven van Jezus in ons lichaam meedragen … opdat ook het leven van Jezus zich zou openbaren in ons sterfelijk bestaan” (2 Kor. 4, 10-11). Zelfs nu is de genade van de verrijzenis in ons werkzaam! Moge de beschouwing van dit mysterie onze inspanningen als individuen, alsook als leden van de kerkelijke gemeenschap, aansporen te groeien in het leven van de Geest, door bekering, boete en gebed. Moge die beschouwing ons helpen ieder conflict en iedere spanning te overwinnen in de kracht van dezelfde Geest, en over ieder obstakel heen te komen, zowel inwendig als uitwendig, dat ons gemeenschappelijk getuigenis voor Christus en de verzoenende kracht van Zijn liefde in de weg staat.

Met deze woorden van bemoediging, dierbare vrienden, beëindig ik mijn pelgrimstocht naar de heilige plaatsen van onze verlossing en wedergeboorte in Christus. Ik bid dat de Kerk in het Heilig Land steeds nieuwe kracht mag putten uit de beschouwing van het lege graf van de Heiland. Zij is geroepen in dit graf alle angst en vrees te begraven, om iedere dag opnieuw te verrijzen en haar weg voort te zetten door de straten van Jeruzalem, Galilea en over alle grenzen, en daarbij de overwinning van de vergeving van Christus en de belofte van nieuw leven te verkondigen. Als Christenen weten wij dat de vrede, waarnaar dit door strijd verscheurde land verlangt, een Naam heeft: Jezus Christus. “Hij is onze vrede”, Die ons in één lichaam met God verzoend heeft door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood Laat ons dan vertrouwvol al onze hoop voor de toekomst in Zijn handen leggen, zoals Hij in het uur van de duisternis Zijn Geest in de handen van Zijn Vader heeft gelegd.

Sta mij toe af te sluiten met een bijzonder woord van bemoediging voor mijn broeders in het bisschops- en priesterambt, evenals de religieuzen, die de geliefde Kerk in het Heilig Land dienen. Hier voor het lege graf, het eigenlijke hart van de Kerk, nodig ik u uit de begeestering van uw toewijding aan Christus en uw betrokkenheid op de liefdevolle dienst aan Zijn mystieke Lichaam opnieuw te doen ontvlammen. U komt het grote privilege toe, te getuigen voor Christus in het land dat Hij Zelf door Zijn aardse leven en optreden geheiligd heeft. Stelt, met pastorale naastenliefde, uw broeders en zusters en alle inwoners van dit land in de gelegenheid de helende tegenwoordigheid en de verzoenende liefde van de Verrezene gewaar te worden. Jezus vraagt van ieder van ons getuige van de eenheid en de vrede te zijn voor allen die in deze Stad van Vrede wonen. Als de nieuwe Adam is Christus de bron van eenheid, waartoe de hele familie van de mensheid geroepen is, de eenheid waarvan de Kerk teken en sacrament is. Als het Lam Gods is Hij de bron van die verzoening, die tegelijkertijd gave van God is en heilige opgave die ons is opgelegd. Als Vredevorst is Hij de bron van die vrede die alle begrip te boven gaat, de vrede van het nieuwe Jeruzalem. Moge Hij u steunen in uw beproevingen, u troosten in uw nood en u sterken bij uw inspanningen Zijn Rijk te verkondigen en te verspreiden. U allen en allen die u dient, geef ik van harte als onderpand van de vreugde en de vrede van Pasen mijn apostolische zegen.
De Paus op de plaats waar de kruisiging Golgotha plaatsgevonden zou hebben, nadat hij eerder bij het graf was geweest.