Vandaag vieren we de Transfiguratie van de Heer. De apostelen
waren diep ontzet toen ze getuige waren van de gebeurtenissen van de Passie.
Daarom leidde de Heer drie van hen, juist degenen die hem zouden vergezellen in
zijn doodsstrijd in Gethsémani, van te voren naar de top van de berg Thabor om
zijn heerlijkheid te aanschouwen. Christus openbaarde Zijn Goddelijkheid aan
Petrus, Jakobus en Johannes in de schittering van zijn goddelijk licht terwijl
ook Mozes en Elia getuigden van zijn Godheid.
Volgens Mattheüs nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes en
leidde hen een hoge berg op en werd voor hen van gedaante veranderd, zodat zijn
gezicht straalde als de zon en zijn kleren wit waren als het licht. En daar
verschenen Mozes en Elia die met hem spraken (Mt. 17, 1-3). Petrus drukt het
met de volgende woorden uit: Heer, wat is het goed dat wij hier zijn; als U
wilt, zal ik hier drie tenten bouwen, één voor U, één voor Mozes en één voor
Elia (Mt. 17,4). De heilige Marcus, die zelf de catechese van de heilige Petrus
ter hand neemt, voegt eraan toe dat hij niet wist wat hij zei (Mc. 9,6). Hij
was nog steeds aan het spreken toen een heldere wolk hen overschaduwde en een
stem uit de wolk zei: "Dit is mijn Zoon, de Geliefde, in Wie Ik mijn
welbehagen heb; luister naar Hem" (Mt. 17, 5).
Communie-antifoon “Visionem quam vidistis”
De tekst van de communie-antifoon “Visionem quam vidistis”
is ontleend aan het evangelie van Mattheüs, hoofdstuk 17, vers 9, Dit zijn woorden van Jezus aan zijn drie apostelen
na de wonderbaarlijke scène van de Transfiguratie, terwijl ze van de berg
afdalen. Dit moment van glorie moet geheim blijven en niet geopenbaard worden
tot de verrijzenis. Voor ons is het echter niet langer een geheim, we kunnen
het vieren, zingen en dat visioen in onze ziel bewaren in de hoop op een dag de
verblijfplaats van de Glorie, het eeuwige Licht, te bereiken.