Op 9 november gedenkt de Kerk de wijding van de Sint Jan van
Lateranen in Rome. De Jan van Lateranen is de oudste pauselijke basiliek. Het
stuk grond behoorde ooit toe aan Plautius Lateranus. Daarom wordt de kerk aangeduid met “van
Lateranen”. Dit is de kerk van de bisschop van Rome, de paus.
De eerste versie van de kerk werd in de vierde eeuw door
keizer Constantijn gebouwd. Op deze plaats zou keizer Constantijn het heilig Doopsel hebben ontvangen,
Na
aardbeving, brand en plundering werd de kerk enkele malen, laatstelijk in 1589,
opnieuw opgetrokken.
De andere pauselijke
kerken zijn: de Santa Maria Maggiore, de Sint Paulus buiten de Muren en de Sint
Pieter. De Sint Pieter is de kerk boven
het graf van Petrus. Volgens traditie zou in het altaar van de Jan van Lateranen
een deel van de zetel (cathedra) van Petrus opgenomen zijn. Het kerkgebouw is toegewijd aan Sint Jan de
Doper en Sint Jan de Evangelist, maar op de eerste plaats aan Christus de
Verlosser.
De liturgische feestdag van de kerkwijding van de Sint-Jan
is 9 november. Sinds de 12de eeuw wordt het feest op deze dag gevierd. “Deze
gedachtenis was aanvankelijk beperkt tot de stad Rome, maar werd uiteindelijk
uitgebreid naar de universele kerk. De reden daarvoor was het gegroeide inzicht
dat de bisschop van Rome, wiens cathedra in de Sint-Jan staat, de opvolger is
van de apostel Petrus en daarom het hoofd is van de gehele liefdesgemeenschap
van Christus, zoals Ignatius van Antiochië schreef”, zie ook rkk.nl.
Met de liturgische feestdag gedenken we geen gebouw van stenen en mortel, maar de
Godgewijdheid van een plaats waar sinds vele eeuwen mensen samen komen om de sacra
mysteria (heilige geheimen) te vieren. Die gedachte klinkt door in de teksten
van deze dag, zie ook hierna.