Voor
elke bijzondere genade die aan een redelijk schepsel wordt meegedeeld,
geldt deze algemene regel: als God in zijn goedheid iemand roept tot een
bijzondere genade of tot een verheven levensstaat, dan schenkt Hij alle
hulp die voor deze uitverkoren persoon en zijn taak nodig is, en die
hem rijkelijk siert.
Dit feit komt het best tot
uiting in de persoon van de heilige Jozef, de voedstervader van onze
Heer Jezus Christus en de werkelijke echtgenoot van Maria, de koningin
van de wereld en de meesteres van de engelen. De heilige Jozef werd door
God de Vader gekozen tot de trouwe voedstervader en de behoeder van
zijn voornaamste schatten, namelijk de Zoon van God en de echtgenote van
Jozef zelf. Die taak heeft Jozef op zeer trouwe wijze vervuld. Daarom
zegt de Heer tot hem: ‘Goede en trouwe dienaar, ga binnen in de vreugde
van uw Heer’ (Mt. 25, 21).
Wanneer men
Jozef vergelijkt met de hele kerk van Christus, dan is hij toch zeker
een uitverkoren en bijzonder mens. Immers, met en in hem is Christus op
wettige en waardige wijze binnengeleid in de wereld. De kerk mocht -dank
zij Maria - Christus ontvangen. Als dan om die reden de hele heilige
kerk haar, de moedermaagd, dank verschuldigd is, dan is de kerk zeker op
de tweede plaats aan Jozef dank en een bijzondere verering
verschuldigd.
Jozef betekent immers het einde
van het oude verbond. In hem verkrijgen de verheven aartsvaders en
profeten de beloofde vrucht. Jozef is immers de enige die in
lichamelijke zin bezit wat God in zijn goedheid hun beloofd heeft.
Christus
zal de vertrouwelijke omgang, de eerbied en de uitzonderlijke
hoogachting die Hij hier op aarde Jozef betoonde - als een zoon aan zijn
vader -, hem ook in de hemel zeker niet onthouden.
Het
is dan ook niet ten onrechte wanneer de Heer hem als volgt toespreekt:
‘Ga binnen in de vreugde van uw Heer.’ Ook al gaat de vreugde van de
eeuwige zaligheid binnen in het hart van een mens, toch geeft de Heer er
de voorkeur aan om te zeggen: ‘Ga binnen in de vreugde.’ Daarmee
zinspeelt Hij op het feit dat die vreugde niet alleen in Jozef aanwezig
is, maar dat ze hem ook van alle kanten omgeeft, in zich opneemt en dat
ze hem als een onpeilbare afgrond omsluit.
Vergeet
ons daarom niet, heilige Jozef, en spreek voor ons ten beste bij Hem
die uw Zoon wordt genoemd. Laat ook de mildheid van de heilige maagd
Maria, uw bruid, ons ten goede komen. Zij is de moeder van Hem die samen
met de Vader en de heilige Geest leeft tot in eeuwigheid. Amen.