Attende Domine, et miserere,
quia peccavimus tibi.
Luister Heer, en wees ons genadig,
want wij hebben tegen U gezondigd.
Ad te Rex summe, omnium Redemptor,
oculos nostros sublevamus flentes:
exaudi,
Christe, supplicantum preces.
Tot U, opperste
Koning, Verlosser van allen,
slaan wij
wenend onze ogen op:
verhoor,
Christus, de beden van hen die tot U smeken.
Dextera Patris,
lapis angularis,
via salutis,
ianua caelestis,
ablue nostri
maculas delicti
Rechterhand van de Vader, hoeksteen,
weg van het heil, poort van de hemel,
was de smetten van onze zonden af.
Rogamus, Deus,
tuam maiestatem:
auribus sacris
gemitus exaudi:
crimina nostra
placidus indulge.
God, wij smeken uw majesteit:
verleen ons zuchten genadig gehoor:
vergeef ons goedertieren onze misdaden.
Tibi fatemur
crimina admissa
contrito corde
pandimus occulta:
tua Redemptor,
pietas ignoscat.
U bekennen wij de
bedreven fouten,
rouwmoedig belijden wij
ons heimelijk kwaad:
Verlosser, schenk in uw
goedheid vergiffenis.
Innocens
captus, nec repugnans ductus,
testibus falsis
pro impiis damnatus:
quos redemisti,
tu conserva, Christe.
Onschuldig gevangen,
zonder verzet weggevoerd,
veroordeeld op vals
getuigenis ten gunste van zondaars:
bewaar hen, Christus, die
Gij hebt verlost hebt.