maandag 10 februari 2020

In Lumine Tuo-reeks 2: De Verrijzenisvreugde is de hoofdtrek van de spiritualiteit van de Orde van het Heilig Graf.


De geschiedenis van de eerste christengemeenschap te Jerusalem, verhaald in de "Handelingen der Apostelen", toont ons duidelijk hoe Petrus op de eerste Pinkstermorgen onmiddellijk optreedt als getuige van dat Mysterie (Hand. 2, 22-36). De gemeenschap van gelovigen trok hieruit de consequenties. Dat lezen we verder in hoofdstuk 4: "De menigte, die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk".

Met kracht en klem legden de Apostelen getuigenis af van de Verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen." (Hand. 4, 32 - 35). Het streven naar een volkomen beleven van
onderlinge liefde en eenheid, geïnspireerd door de Boodschap van Christus en bevestigd door zijn Verrijzenis, is door de eeuwen heen in de Kerk aantoonbaar. Evenzeer is aantoonbaar, dat dit ideaal nooit helemaal bereikt werd, zelfs niet in de "oerkerk" te Jerusalem. In hoofdstuk 5 van de Handelingen der Apostelen wordt ons het bekende verhaal meegedeeld van het echtpaar Ananias en Saffira. Ze hadden ook hun eigendom verkocht, deden alsof ze alles aan de apostelen brachten terwijl ze een deel achterhielden. Ze werden door God met de dood gestraft.. ... (Hand. 5, 1-10).

In vers 4 zegt Petrus: "Bleef het (goed) soms niet uw eigendom zolang het onverkocht was, en stond ook daarna de opbrengst niet tot uw beschikking? Hoe is zoiets bij u opgekomen? Gij hebt niet tegen
mensen gelogen maar tegen God." Er was ook toen in de geloofsgemeenschap een kern, die de volledige consequenties van het Evangelie opnam, terwijl men daartoe niet verplicht werd. Die kern van de Evangeliebeleving is de basis van het kloosterleven.

Omdat het Paasmysterie centraal staat in de evangelische boodschap, begrijpen we waarom de christenen vanaf het begin en alle eeuwen door, getrokken worden naar de plaats waar de Verrijzenis zich voltrok: het Heilig Graf te Jerusalem. Dat is de diepste beweegreden van de Kruistochten, hoc men er nu ook over denkt en spreekt.

Zodra de eerste Kruistocht Jerusalem bereikte, zijn de Kruisvaders opgegaan naar het Heilig Graf om er de goddelijke geheimen te vieren. Er werden westerse kanunniken geïnstalleerd om de eredienst te verzorgen, de lofzang om de Verrijzenis. Deze kanunniken namen in 1114 de regel van St. Augustinus aan. Daarmee namen ze eveneens de traditie op die beschreven staat in de Handelingen zoals we boven gezegd hebben (Hand. 2, 43-47 en 4, 3~-35). Deze traditie werd doorgegeven, ononderbroken tot op onze dagen, doorheen alle moeilijkheden. De Verrijzenisvreugde is de hoofdtrek van de spiritualiteit van de Orde van het Heilig Graf.

Moeder M. Matthea z.g.