vrijdag 14 februari 2020
13 februari - Twee vroege Maaslandse heiligen: Harlindis en Relindis van Aldeneijk
Met Susteren, Sint Odiliënberg vormt Aldeneijk een trits van munsters in de middeleeuwse Maasgouw.
Feest van de heiligen Harlindis en Relindis in het bisdom Hasselt: 13 februari
Om de 25 jaar worden de relieken van deze twee zusters – gezusters naar bloed- en geestelijke verwantschap - in september vanuit Maaseik voor korte tijd teruggebracht naar Aldeneijk, het vertrekpunt van een feestelijke en inspirerende ommegang die de bevolking van deze streken gelegenheid geeft de heiligen van weleer te ontmoeten en nog een glimp op te vangen van de religieuze uitstraling van weleer, misschien.
Geboren uit een christelijke Frankisch adellijk geslacht stichtten Harlindis en Relindis rond 720 na een kloosterlijke opvoeding in het Noord-Franse Valenciennes op het voorvaderlijk domein en met hulp van hun ouders Adelhard en Grimware, een zusterklooster. De Vita verhaalt dat de twee jonge vrouwen eigenhandig stenen aandroegen en het vanzelfsprekend vonden eenvoudige handenarbeid te verrichten naar het voorbeeld van Jezus in het Evangelie.
Het Rozenwonder op het Leugenbrugske
Het verhaal gaat dat op een keer, toen de twee vrouwen. als gezegd, de stenen en keien die ze eigenhandig in de rivier zochten voor de bouw van de kloosterkerk in hun schort aandroegen, bij deze arbeid verrast werden door hun vader die niet was ingenomen met deze arbeid en hun vroeg wat ze in hun schorten meetorsten. “Rozen!” was hun beider antwoord. En toen een van beide zusters haar schort opende om die aan haar vader te laten zien, viel inderdaad een enorme bos rozen op de grond. Vandaar dat het bruggetje sindsdien ''t leugenbrugske' wordt genoemd.
De kloosterstichting kwam spoedig tot bloei onder de bezielende leiding van abdis Harlindis en vervolgens Relindis. Volgens mondelinge overlevering genoot de H. Willibrord (+ 739), geloofsverkondiger en apostel van de Lage Landen, op zijn reizen hier graag gastvrijheid. Datzelfde gold ook voor de H. Bonifatius (+754) onderweg naar Friesland.
Tot de monastieke bezigheden van de gezusters behoorde het maken van kerkelijke gewaden en het kopiëren van liturgische manuscripten voor het goddelijk officie. Het schijnt dat Relindis uitmuntte in de liturgische borduur- en schilderkunst, zoals aan de gezusters was onderwezen in het Benedictinessenklooster van Valenciennes. Daar aan hen tijdens hun levens verschillende mirakelen werden toegeschreven, ontvingen ze het predicaat “heilig”.
Aanvankelijk werden beide zusters in de kloosterkerk van Aldeneijk begraven; in het begin van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) werden hun relieken naar Maaseik overgebracht en bijgezet in de Sint Catharinakerk. Deze kerk uit 1245 (en onder meer na stormschade enkele malen herbouwd, laatstelijk in neoclassicistische stijl 1840-1841), herbergt bijzondere kerkschatten. Naast zilversmeedwerk, reliekhouders en -schrijnen, kan men er het oudste evangelieboek van de Benelux bewonderen, de Codex Eyckensis (8e eeuw). Ook vindt men hier de oudst bewaarde Angelsaksische weefsels van Europa (9e eeuw). Het zou gaan om stoffen die toebehoorden aan de zussen Harlindis en Relindis en stukken van een vroegmiddeleeuwse kazuifel.
Via de twee bovengenoemde twee Angelsaksische missionarissen, de H. Willibrord en de H. Bonifatius, zouden deze stoffen van geweven zijde en borduurwerk in de voormalige parochiekerk van Aldeneik terecht gekomen. Later werden ze overgebracht naar de Sint-Catharinakerk in Maaseik. De stoffen zijn van een fijnzinnige schoonheid.Ook de kerk zelf, met haar opvallende kopergroene toren en prachtig stucwerk, trekt reeds van verre de aandacht.
De heilige gezusters Harlindis en Relindis worden meestal samen afgebeeld beiden de abdissenstaf dragend of met een model van hun klooster in de hand.