De Pinksternoveen is het kerkelijk gebed om de werking van de Heilige Geest, af te smeken gedurende de negendaagse periode tussen Hemelvaart en Pinksteren. De noveen ter ere van de Heilige Geest is het oudste van alle novenen. De Heer zelf stelde het in toen Hij zijn apostelen terug zond naar Jeruzalem om daar te wachten op de komst van de Heilige Geest op het eerste Pinksteren. Het begint daags na Hemelvaart en eindigt op Pinksteren. Gericht tot de derde persoon van de Heilige Drievuldigheid, is het een krachtig smeekgebed om de zeven gaven van de Heilige Geest .
De
zeven gaven van de Heilige Geest zijn: wijsheid, inzicht, raad, sterkte,
kennis, vroomheid en ontzag voor God. In hun volheid behoren ze toe aan
Christus, de Zoon van David. Ze voltooien de deugden van hen die ze ontvangen
en brengen die tot volmaaktheid. Ze maken de gelovigen volgzaam om onverwijld
te gehoorzamen aan de goddelijke ingevingen.
“Uw geest, die goedertieren is, geleide mij
op effen paden” (Ps. 143, 10). Allen die zich laten leiden door de Geest
van God, zijn kinderen van God (...). Maar
als wij kinderen zijn, dan ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, tezam met Christus (Rom. 8, 14.17).
Zie ook CKK 1830 en 1831
Wij bidden dagelijks:
Kom, Heilige Geest,
vervul de harten van uw gelovigen
en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.
Zend uw Geest uit
en alles zal herschapen worden;
en Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen.
Laat ons bidden:
God, Gij hebt de harten van uw gelovigen
door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen;
geef, dat wij door die Heilige Geest
de ware wijsheid mogen bezitten
en ons altijd over zijn vertroosting verblijden.
Door Christus onze Heer.
Amen.