zondag 17 november 2024

Overweging: De Kerk, Gods volk onderweg, houdt stand tegen alle verdrukking in, al tweeduizend jaar (Lumen Gentium).

Rondom ons zien we hoezeer het scheepje van Petrus in woeste stormen is beland. De golven slaan over de boot en van binnenuit komt nu de ergste dreiging. En net als de apostelen toen, roepen wij tot de Heer, die lijkt te slapen,: " Heer ziet U niet dat wij vergaan". En zacht klinkt dan ook weer het antwoord: "Kleingelovigen" !

In het begin …..

God schiep de mens en schonk hem een tuin, een paradijs waarin hij zorgeloos mocht leven. Alléén van die ene boom mochten de vruchten niet gegeten worden. En dat was iets wat de mens  geweldig  intrigeerde. De slang wist die gevoelige snaar bij hem te vinden: Het Kwaad is machtig, en weet geniepig juist dat zwakke punt te vinden. Het lijkt immers zo realistisch wat ze zegt.

De Kerk is ook een tuin. Ze wordt door Jezus vergeleken met een wijngaard. Een wijngaard die het Kwaad onzer zijn controle probeert brengen. Eeuwen en eeuwen lang. We kennen het verhaal van de dienaren die worden gedood, en zelfs de Zoon de Erfgenaam wordt gedood. Ook de grote Paus Benedictus noemt zichzelf "een eenvoudige dienaar in de Wijngaard des Heren". De Heer heeft zijn Kerk aan ons gelovigen toevertrouwd met de belofte van de leiding door de H. Geest. Die wijngaard wordt ook nu weer bedreigd. Het kwaad is heel machtig en heeft zich gevestigd om de Kerk heen en in de Kerk, ook bij hen die een belangrijke opdracht hebben.

Maar de Kerk dat is het volk van God onderweg zo zei ons Lumen Gentium. Wij zijn uitgenodigd op onze plaats en met onze mogelijkheden, niet de moed te laten varen, niet kleingelovig te zijn. Jezus is de Heer van de Kerk. Wij mogen werken en beheren in zijn tuin, onkruid verdelgen, de grond vruchtbaar maken zodat het geloof groeien kan.

Ook in ons binnenste in, in onze ziel heeft God een tuin aangelegd. En als wij in die tuin bezig zijn, bewerken, snoeien om te kunnen groeien, de grond vruchtbaar maken, dan bouwen wij ook de gemeenschap van gelovigen weer op, de Kerk. En als we binnen die tuin bezig blijven horen we door de inspraken van de H. Geest, wat God ons wil laten doen.

Dat kunnen we alleen horen binnen die tuin van onze ziel. Als we buiten die tuin gaan, horen wij de H. Geest slechter. En hoe meer en hoe verder we buiten die tuin zijn des te slechter horen we de H. Geest tot ons spreken. En dan denken we dat we het niet redden, dat we het alleen moeten doen. Net zoals Adam en Eva ontdekten dat ze naakt waren en in paniek raakten. Wij kunnen alleen bijdragen aan de groei van Gods Rijk, aan de bloei van de Kerk naarmate we luisteren naar de H. Geest en onze eigenmachtigheid uit handen geven. We mogen met lege handen voor de Heer staan, zodat Hij ze kan vullen. God is dicht bij me, Hij houdt van me zoals ik ben, zo heeft Hij mij geschapen en gewild. Hij laat me niet in de steek en zorgt voor mij. Als ik de relatie bekoel door te weinig met Hem verbonden te zijn in gebed, maak ik mij zorgen. Dus ik moet zorgen dat ik bid, van hart tot Hart en dan weet ik: God zorgt voor mij. Zorgt voor ons zijn Kerk, het pelgrimerende volk van God op weg door de tijd naar het Vaderhuis.

Ondanks donkere wolken die ons omringen, en de zorgen die wij ons maken, mogen we leven in de vreugde van de verrijzenis. Vreugde geeft energie, hoop en leven!

Het alternatief van vreugde is angst. Angst wordt trauma en blokkeert. Vreugde geeft juist kracht om te gaan met emotionele pijn. Angst is de verlamming door de vijand, het kwaad. De vijand laat ons kijken naar wat niet goed, niet-fijn-is, naar. Maar. 

Zelfs het denken aan vreugde kan kracht geven en helpen en laat ons kijken naar wat wel mooi is.

maandag 11 november 2024

11 november - H. Martinus van Tours, bisschop




Met vreugde vieren we vandaag de gedachtenis van de H. Martinus van Tours. Zijn levensloop is opgetekend door Sulpitius Severus. De Vita van de H. Martinus was zeer populair in de hoge Middeleeuwen.

Een van de episodes verhaalt de dood van de H. Martinus. Toen hij zijn einde voelde naderen vroeg hij om op de grond te worden gelegd, op as die daar was uitgespreid. Daar gaf hij, terwijl men bij hem bad, de geest. Zoals Sulpitius Severus zegt weigerde Martinus niet het martelaarschap, alleen het martelaarschap dat hèm niet ten deel viel. Waarom deze heilige belangrijk is ligt in het feit dat hij als eerste heilige niet-martelaar is opgenomen in de lijst van de belijders van het geloof. Martinus is de eerste monnik van het Latijnse westen.

Het fresco van de heilige Martinus dat wij hier kunnen beschouwen werd geschilderd voor de kapel van de heilige in de benedenbasiliek van de H. Franciscus van Assisi. Verlevendigd door het licht, het kleurenspel en de ruimtelijke diepte, toont dit tafereel een aantal acolieten die de begrafenis bijwonen. De architectonische structuur van de scène is interessant alsook de expressiviteit van de verschillende assistenten bij dit indrukwekkende moment.

Afbeelding: 
Begrafenis van de H. Martinus. Simone Martini 1322-1326, Fresco, 284 cmx230 cm.
Kapel van de H. Martinus. Basiliek van de H. Franciscus, Assisi.

zondag 10 november 2024

Herfst rond het klooster - 2024

 


Overweging bij 32e zondag door het jaar - B En tóch........is er stééds uitzicht.


Het evangelie wijst ons de weg naar God. De Bijbel nodigt ons uit om ons met wat we hebben en zijn aan de levende God toe te vertrouwen.

Dit bevordert ons welzijn, geeft ons rust. God geeft ons heil, geluk en zegen. Dit zal ons nooit ontbreken.

In het evangelie is er sprake van een weduwe, die alles waarvan ze moest leven, weggaf. Het is een teken dat een levenshouding uitdrukt die het heil, het geluk niet van je eigen inspanning alléén  verwacht ; maar wél van de overvloed van God, van zijn liefde. Zo´n mens vertrouwt op Hem. De Heer immers, leeft mee met ieder van ons persoonlijk, en wel voor altijd. God zegt tot ieder van ons : ´Ik bemin jou zoals jij bent´. Als God zo is, dan weten we ook dat het leven toekomst heeft, dat het perspectief biedt. We kijken naar het leven a.h.w. met de ogen van God. Ons leven krijgt dan een bevrijdende ruimte en zo komen we uit ons isolement. We beseffen dat wij zélf alleen, een blijvende toekomst niet kunnen maken. We zullen ons op God verlaten.

Echt geloven is een sprong. Het is je toevertrouwen aan God omdat je vertrouwen hebt. Je zegt ´ja´ tegen een ander, tegen God. Je durft met Hem in zee te gaan.

Van de Bijbel kunnen we dat bij uitstek leren. Hij leert ons dat God onze Vader is ; dat liefde opbouwt, maar ook dat we elkaars leven kunnen afbreken, door onrechtvaardig en gemeen te zijn, b.v. ; dat we bij God altijd opnieuw kunnen beginnen ; dat de lichamelijke dood niet het definitieve einde is.

De Bijbel leert ons de dingen te zien, zoals God ze ziet, Gods kijk op leven en dood, op goed en minder goed, op heel onze geschiedenis. De boodschap van de Bijbel is er een van liefde en bevrijding, van uitzicht vooral. Waar wij zeggen ´dat doet een mens goed´, daar worden we iets van God gewaar, daar is Hij aanwezig. We worden dan ook uitgenodigd om te bouwen aan het geluk van elkaar, juist omdat God elke mens voor het geluk bestemd heeft.

Soms lukt het ons niet om op deze uitnodiging in te gaan. En tóch........is er stééds uitzicht. Deze woordjes ´en toch´ kenmerken het beste hoe God en ons geloof zijn. De eenzaamheid kan drukken, het verdriet kan groot zijn........en tóch; de dood mag niet te ontkomen zijn........en tóch. Tóch is er licht en toekomst, omdat God ons die wil geven.

zaterdag 9 november 2024

Lezingen H. Mis 32e zondag door het jaar B - Zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.

Eerste lezing (1 Kon. 17, 10-16)
Uit het eerste boek Koningen.
In die dagen stond de profeet Elia op
en vertrok naar Sarefat.
Toen hij bij de stadspoort kwam
was daar een weduwe hout aan het sprokkelen.
Hij riep tot haar:
“Wees zo goed en haal voor mij in uw kruik een beetje water;
ik zou graag wat drinken.”
Toen zij het ging halen, riep hij haar na:
“Wees zo goed en breng ook een stuk brood mee.”
Zij antwoordde:
“Zowaar de Heer uw God leeft, ik heb geen brood meer;
alleen nog maar een handvol meel in de pot
en een beetje olie in de kruik.
Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis
om voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken;
daarna wacht ons de dood.”
Elia antwoordde:
“Vrees niet,
ga naar huis en doe wat u van plan bent,
maar maak van het meel en de olie
eerst een broodje voor mij en breng mij dat;
voor uzelf en uw zoon kunt u daarna zorgen.
Want zo zegt de Heer, de God van Israël:
De pot meel raakt niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput,
totdat de Heer het weer laat regenen.”
Toen ging zij heen en deed wat Elia gezegd had
en dag aan dag hadden zij te eten, zij en haar gezin.
De pot met meel raakte niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput
naar het woord dat de Heer gesproken had door Elia.

Tweede lezing (Hebr. 9, 24-28)
Uit de brief aan de Hebreeën.
Broeders en zusters,
Christus is niet het heiligdom binnengegaan dat
- door mensenhanden gemaakt -
slechts een symbool is van het waarachtige heiligdom;
Hij is de hemel zelf binnengegaan om er nu
voor onze zaak bij God present te zijn.
Ook hoeft Hij zich daar niet telkens opnieuw te offeren,
terwijl de hogepriester, jaar in jaar uit,
het allerheiligste binnengaat, met bloed dat niet het zijne is.
Anders had Christus meerdere malen moeten lijden,
vanaf het begin van de wereld;
maar in feite is Hij slechts éénmaal verschenen,
op het hoogtepunt van de geschiedenis
om door zijn offer de zonden te delgen.
Het is het lot van de mens éénmaal te sterven
en daarna komt het oordeel;
zo is ook Christus éénmaal geofferd,
omdat Hij de zonden van allen op zich had genomen;
als Hij een tweede maal verschijnt zal het zijn
los van de zonde,
om heil te brengen aan allen, die naar Hem uitzien.

Evangelie (Mc. 12, 38-44)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing:
“Wacht u voor de schriftgeleerden,
die graag in lange gewaden rondlopen,
die zich laten groeten op de markt,
belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen en op de ereplaatsen bij de maaltijden,
maar die de huizen der weduwen opslokken,
terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten; over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.”
Hij ging tegenover de offerkist zitten
en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen.
Er kwam ook een arme weduwe,
die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp.
Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak:
“Voorwaar, Ik zeg u:
die arme weduwe heeft het meest geofferd
van allen die iets in de offerkist wierpen;
allen wierpen ze er iets in van hun overvloed,
maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat,
alles waar ze van leven moest.”

Rondleiding in de Jan van Lateranen (Engels commentaar)

9 november: Wijding basiliek Jan van Lateranen


Op 9 november gedenkt de Kerk de wijding van de Sint Jan van Lateranen in Rome. De Jan van Lateranen is de oudste pauselijke basiliek. Het stuk grond behoorde ooit toe aan Plautius Lateranus.  Daarom wordt de kerk aangeduid met “van Lateranen”. Dit is de kerk van de bisschop van Rome, de paus.

De eerste versie van de kerk werd in de vierde eeuw door keizer Constantijn gebouwd.  Op deze plaats zou keizer Constantijn het heilig Doopsel hebben ontvangen, 

Na aardbeving, brand en plundering werd de kerk enkele malen, laatstelijk in 1589, opnieuw opgetrokken.

De andere pauselijke kerken zijn: de Santa Maria Maggiore, de Sint Paulus buiten de Muren en de Sint Pieter. De  Sint Pieter is de kerk boven het graf van Petrus. Volgens traditie zou in het altaar van de Jan van Lateranen een deel van de zetel (cathedra) van Petrus opgenomen zijn.  Het kerkgebouw is toegewijd aan Sint Jan de Doper en Sint Jan de Evangelist, maar op de eerste plaats aan Christus de Verlosser.

De liturgische feestdag van de kerkwijding van de Sint-Jan is 9 november. Sinds de 12de eeuw wordt het feest op deze dag gevierd. “Deze gedachtenis was aanvankelijk beperkt tot de stad Rome, maar werd uiteindelijk uitgebreid naar de universele kerk. De reden daarvoor was het gegroeide inzicht dat de bisschop van Rome, wiens cathedra in de Sint-Jan staat, de opvolger is van de apostel Petrus en daarom het hoofd is van de gehele liefdesgemeenschap van Christus, zoals Ignatius van Antiochië schreef”, zie ook rkk.nl. 

Met de liturgische feestdag gedenken we geen gebouw van stenen en mortel, maar de Godgewijdheid van een plaats waar sinds vele eeuwen mensen samen komen om de sacra mysteria (heilige geheimen) te vieren. Die gedachte klinkt door in de teksten van deze dag, zie ook hierna.