De prior weigert aanvankelijk, maar geeft uiteindelijk
toestemming om samen met pater Louis Deschamps naar Keulen te gaan. Daar
aangekomen weigert Heer Arnulf gewroet in zijn boomgaard, maar op aandringen van zijn vrouw stemt hij toe.
Op de aangeduide plaats vindt
broeder Johannes inderdaad
de relieken en bij de aanraking hiervan geneest de buurman van Arnulfus meteen van zijn ziekte.
Zorgvuldig worden de relieken overgebracht naar
Hoey, en onderweg bij een halte
in het
Cistercienzerinnenklooster te Vivegnis bij Luik wordt een verlamde zuster spontaan genezen. Bij aankomst in Hoei worden de relieken
in plechtige processie naar de grote kerk gebracht en in een schrijn geplaatst.
Met groot vertrouwen wenden vele
gelovigen zich tot deze Heilige Odilia, op wier voorspraak
God talrijke wonderen verricht.
Sindsdien wordt jaarlijks in Hoei op de 18e juli het feest van
de H. Odilia gevierd.
Pas in het begin van de 19e eeuw wordt de voorspraak van Odilia
toegespitst op oogziekten, vooral door de invloed die uitging van de Sint Jacobuskerk te Luik, waar een
klein handzaam reliekschrijntje in de vorm. van een oog gebruikt wordt om de
ogen van de pelgrims te bestrijken, vooral tijdens de noveen rondom
haar feestdag van 18 juli.
Na het lIe Vaticaans Concilie
(1962-1965) zijn er nogal wat legendarische
heiligen van de kalender stilzwijgend verdwenen, en dat lot trof ook de verering van Sint Odilia van Keulen. Op sommige
plaatsen gaat men terug naar de verering van Odilia van de Elzas, die daar
voorheen ook is geweest, zoals zelfs in Luik nu het geval is. Bekende plaatsen
waar Sint Odilia van Keulen, maagd en
martelares, nog wordt vereerd in onze provincie zijn o.a. Wyck / Maastricht en Baarlo.