dinsdag 12 februari 2019

De traditie van het gebed - "geen spontane opborreling van inwendige aandrang"

Catechismus
De traditie van het gebed

2650 Het gebed laat zich niet herleiden tot de spontane opborreling van een inwendige aandrang: om te bidden moet men het willen. Evenmin volstaat het om te weten wat de Schrift openbaart met betrekking tot het gebed: men moet ook leren bidden. Welnu, door een levende overlevering (de heilige Overlevering) leert de Heilige Geest in "de gelovende en biddende Kerk", 1 de kinderen van God bidden.

2651 De christelijke gebedstraditie is één van de vormen waarin de groei binnen de Overlevering van het geloof zich voltrekt. Dit proces vindt voornamelijk plaats door bezinning en studie van de gelovigen die de gebeurtenissen en de woorden van de heilsgeschiedenis in hun hart bewaren, alsmede door het innerlijk begrip van de geestelijke dingen die zij ervaren.

2652 De Heilige Geest is "het levende water" dat, in het hart dat bidt, "opborrelt tot eeuwig leven" (Joh. 4, 14). De Heilige Geest leert ons om Hem te ontvangen bij de bron zelf: Christus. Welnu, er zijn in het christelijke leven bepaalde bronnen waarbij Christus ons opwacht om ons te overstelpen met de Heilige Geest:

Het woord van God
2653 De Kerk "spoort met aandrang en op bijzondere wijze alle christenen aan (...) om door veelvuldige lezing van de heilige Schriften 'de alles overtreffende kennis van Jezus Christus' te verwerven (...). Zij moeten wel beseffen dat het lezen van de heilige Schrift vergezeld moet gaan van gebed om een dialoog te doen ontstaan tussen God en de mens; want 'tot Hem spreken wij, wanneer wij bidden, Hem horen wij, wanneer wij Gods woorden lezen"'.

2654 De vaders van het geestelijk leven vatten, vrij naar Mt. 7,7 3 , de gesteldheden van het hart dat door het woord van God in het gebed gevoed is als volgt samen: "Zoekt door te lezen, en ge zult vinden door de meditatie; klopt door te bidden, en men zal u opendoen door de contemplatie".

De liturgie van de Kerk
2655 De zending van Christus en van de Heilige Geest, die in de sacramentele liturgie van de Kerk het heilsmysterie verkondigt, actueel maakt en het meedeelt, krijgt een vervolg in het hart dat bidt. De vaders van de spiritualiteit vergelijken het hart soms met een altaar. Het gebed maakt zich de liturgie tijdens en na de viering ervan eigen en neemt ze in zich op. Zelfs wanneer het gebed gepraktiseerd wordt "in het verborgene" (Mt. 6, 6), is het altijd het gebed van de Kerk, het is gemeenschap met de Heilige Drie-eenheid.