vrijdag 5 januari 2024

Heilige Pater Karel Houben als leraar in het gebed (W.J.Kardinaal Eik)

 

Een Nederlandse heilige als leraar in het gebed

W.J.Kardinaal Eik
 column januari 2013, www.aartsbisdom.nl











Op 5 januari 2013, op de vooravond van het Hoogfeest van Driekoningen, was ik in Munstergeleen voor de gedachtenis van de Heilige Pater Karel Houben. Na de Eucharistieviering vond in het donker een mooie processie plaats naar de molen waar hij in 1821 werd geboren.

Het is treffend dat zijn gedachtenis wordt gevierd op de vooravond van het Hoogfeest van de Drie Wijzen, die zich door de ster uit het Oosten laten leiden om bij het kerstkind in Bethlehem uit te komen. De ster helpt hen om zich te oriënteren. ‘Orient’ betekent het ‘Oosten’. Als we weten waar het Oosten is, kunnen we ons oriënteren, dat wil zeggen: weten we de weg te vinden.

Wanneer de Drie Wijzen Jezus eenmaal hebben gevonden, aanbidden zij Hem. En zij bekronen hun gebed met geschenken. Door Hem goud te geven, een echt geschenk aan een koning in die tijd, erkennen zij dat Jezus koning is. Door de wierook, gebruikt in de eredienst om Gods aanwezigheid te benadrukken, erkennen zij dat Hij de Zoon van God is. Met de mirre, een zalf voor het balsemen van overledenen en daarmee een voorafschaduwing van Jezus’ lijden en dood, erkennen zij dat Hij de Verlosser is. Met deze kostbare geschenken laten zij zien dat zij heel hun leven in het teken van het geloof in Jezus willen stellen. Eigenlijk geven ze dus zichzelf aan Hem. De Drie Koningen zijn zo voorbeelden voor alle christenen die tot een serieus en vruchtbaar gebed willen komen.

Dat de gedachtenis van pater Karel Houben valt vlak vóór het Hoogfeest van Driekoningen is daarom zo treffend, omdat ook hij een echte leraar in het gebed is. Zowel tijdens zijn jeugd in Munstergeleen, als later in zijn leven leek het mensen wel alsof hij altijd in gebed verzonken was. Er wordt weleens gezegd dat hij de gave van genezing had. Die had hij echter niet en hij zou het van zichzelf ook nooit hebben gezegd. Een jonge broeder vroeg hem ‘s morgens eens gekscherend bij de koffie: “En, nog wonderen vandaag?” Hierop antwoordde pater Karel: “Ik ben net als jij door God geschapen.” Met andere woorden: hij dichtte zichzelf niet de gave toe om zieken te kunnen genezen. Wat hij wel had, was de gave van het gebed. En het was zijn gebed om de genezing van zieken dat God dikwijls heeft verhoord.

Pater Karel Houben ontdekte ook biddend zijn roeping. Evenals de Wijzen kon hij zich in zijn leven oriënteren op het Licht dat Christus ons geeft. Wij hebben allen dat licht van God ontvangen, de Heilige Geest, door het doopsel en het vormsel. Hij is ons innerlijk licht: door Hem kunnen we ons leven op Jezus oriënteren. Bij pater Karel Houben leidde die levensweg van Munstergeleen via zijn militaire dienst naar Bergen op Zoom. Daar leerde hij in een klooster vlak over de grens in België de Passionisten kennen en trad hij bij hen in. Door de Passionisten kwam hij via Engeland terecht op zijn bestemming, Ierland, en via Ierland bereikte hij zijn eindbestemming, de hemel.

Voor een seculiere samenleving lijkt God soms heel ver weg en onbereikbaar. Voor ons gevoel mag dat wellicht zo zijn, maar in werkelijkheid is dat niet zo. God is present en luistert naar ons als wij bidden. Wat het gebed vermag, zien we bij pater Karel Houben. Evenals de Drie Koningen is hij een leraar in het gebed.

Het grootste geschenk van het gebed is niet de verhoring van afzonderlijke vragen. Het grootste geschenk van het gebed is dat God zichzelf geeft. En omdat de liefde nooit alleen van één kant kan komen, moet ook ons gebed uitmonden in een geschenk: van ons goud, onze wierook en onze mirre, kortom van onszelf. En pater Karel Houben gaf zichzelf voor zijn roeping om biechtelingen te begeleiden en zieken bij te staan. Wie zo bidt, kan ook in duistere, menselijk gesproken uitzichtloze situaties terecht raken, maar heeft door Gods aanwezigheid altijd houvast. De bidder kan zich altijd en overal in het leven oriënteren. Het beste wat we ons voor 2013 kunnen toewensen, is dat ons een diep en intens gebedsleven wordt geschonken naar het voorbeeld en op de voorspraak van de heilige pater Karel Houben.

woensdag 3 januari 2024

Iesu, Dulcis Memoria

 Iesu, Dulcis Memoria is een prachtige hymne uit de 12e eeuw, toegeschreven aan Sint-Bernard van Clairvaux (1090-1153), dokter Mellifluus. De hele hymne bestaat uit zo'n 42 tot 53 strofen, afhankelijk van het manuscript. Delen van deze hymne werden gebruikt voor het Feest van de Heilige Naam van Jezus, dat vroeger werd gevierd op de zondag tussen de Besnijdenis en Driekoningen, of bij gebrek aan een dergelijke zondag, op 2 januari. Het onderstaande gedeelte werd gebruikt bij de Vespers. Bij de liturgische herzieningen van Vaticanum II werd het feest geschrapt, hoewel een votiefmis ter ere van de Heilige Naam van Jezus behouden bleef voor devotioneel gebruik. Met de uitgave van het herziene Romeins Missaal in maart 2002 werd het feest op 3 januari hersteld als een vrije gedachtenis.

Sint-Bernard van Clairvaux (1090-1153)



Jezus’ Naam is het grote fundament van het geloof.

 

Woensdag 3 januari 2024

Gedachtenis "De zoete Naam Jezus" 

De heilige minderbroeder Bernardinus van Siena (1380-1444) was een Italiaanse volksprediker. Hij verbreidde de devotie tot de Heilige Naam van Jezus.

Het monogram van deze devotie was IHS, de eerste drie Griekse hoofdletters van Jèsous, de vergriekste vorm van het Hebreeuwse woord Jesjoea, dat 'JHWH redt' betekent. IHS kan ook de afkorting zijn van de middeleeuwse schrijfwijze Jhesus of van Jesus Hominum Salvator ('Jezus Redder van de mensen').


Tweede lezing 
Uit een preek van de heilige Bernardinus van Siena, priester
(Sermo 49, art. 1, Opera Omnia, IV, 495ss.)
Jezus’ Naam is het grote fundament van het geloof.
Dit is die allerheiligste Naam, waarnaar door de oude vaders zo verlangend is uitgezien, die zo vol spanning werd verwacht, waarvan de komst door zoveel menselijke zwakheid werd uitgesteld, die met zoveel verzuchtingen werd aangeroepen, waarnaar met zoveel tranen werd verlangd, maar die in de tijd van genade door Gods barmhartigheid tot ons mocht komen. Wek niet, zo smeek ik, bij het horen van die Naam de gedachte aan macht, laat ons die Naam niet horen als de naam voor wraak, maar laat hij staan voor gerechtigheid. Schenk ons de Naam als de naam van barmhartigheid en laat de Naam van Jezus klinken in mijn oren, want dan is uw stem waarlijk zoet om te horen en uw gezicht aantrekkelijk om te zien.
Daarom is Jezus’ Naam het grote fundament van het geloof, dat ons tot kinderen van God maakt. Het geloof van de katholieke godsdienst bestaat immers in de kennis en het licht van Jezus Christus, die het licht van de ziel is, de deur naar het leven en het fundament van eeuwig heil. Mocht iemand dit licht niet bezitten of het hebben verlaten, dan gaat hij als het ware zonder licht door het duister van de nacht en trekt hij door de gevaren heen blindelings voort, zijn ondergang tegemoet; en zolang hij om de hemelse geheimen te doorgronden zijn eigen intellect gebruikt, volgt hij, hoezeer hij ook uitblinkt door een uitmuntend verstand, een blinde leider, of anders gezegd, poogt hij een huis te bouwen, terwijl hij geen acht slaat op het fundament, of wil hij door het dak binnenkomen, terwijl hij de deur overslaat. Dit fundament, dit licht en deze deur is derhalve Jezus, die, om aan dwalenden te laten zien dat Hij de weg is, aan allen het licht heeft laten zien van het geloof waardoor het mogelijk was om naar God op zoek te gaan zonder Hem te kennen, in Hem naar wie gezocht werd, te geloven en Hem, in wie geloofd werd, te vinden. Dit fundament ondersteunt de Kerk die in Jezus’ Naam is opgebouwd. De Naam van Jezus is de glans van een predikant, omdat de Heer zijn woord in een stralend licht laat verkondigen en horen. En waarvandaan, denkt u, komt over de hele aarde dat grote, zo plotselinge en hevige licht van het geloof? Toch alleen door de prediking van Jezus? Is het niet eveneens door de lieflijke glans van die Naam dat God ons geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht? Als wij verlicht zijn en in dat licht het Licht aanschouwen, kan de Apostel terecht tegen ons zeggen: ‘Eens waart gij in duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht.’


Naam vol van heerlijkheid, Naam vol van genade, Naam vol van liefde en deugd! Door U worden de zonden uitgewist, door U worden de vijanden overwonnen, door U worden de zwakken bevrijd, door U worden de geduldigen bij hun tegenslagen gesterkt en vinden zij hun vreugde! U bent de eer van hen die geloven, de leraar van hen die prediken, U geeft kracht aan hen die werken, en ondersteunt wie dreigen te vallen. Door uw vurige ijver en gloed ontvlammen de verlangens, worden de verlangde genadegaven verkregen, worden beschouwende zielen gelaafd. Door U worden allen die in de hemelse heerlijkheid de overwinning vieren, verheerlijkt. Laat ons, algoede Jezus, met hen heersen door uw allerheiligste Naam.

dinsdag 2 januari 2024

U KUNT WEER GEBEDSINTENTIES OPGEVEN VOOR DE KERKBERG GEBEDSGROEP!



Tot augustus 2022 was de Kerkberg Gebedsgroep actief. Door omstandigheden moesten wij ermee stoppen, maar nu zouden we opnieuw de draad kunnen opnemen.

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (twitter@priorijthabor.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw kaarsein de Basiliek!

Wij b
idden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.




maandag 25 december 2023

Kerstwens Kanunnikessen van het H. Graf Priorij Thabor

Gaudet exercitus Angelorum
quia salus æterna
humano generi apparuit!

De Engelenheerschaar juicht
Want het eeuwige Heil
is aan de mensen verschenen!

Zalig Kerstfeest! 
In Nativitate Domini

Responsorium ad Officium lectionis

dinsdag 7 november 2023

 

Hoogfeest 
van de H. Willibrord
7 november 2023

Preekje van pastoor Jos. L’Ortye 


Echternach, Schrijn van Graf van de H. Willibrord

Hoewel de traditie altijd wilde dat Willibrord in 690 bij Katwijk voet aan land zette, daar waar vroeger de Rijn in zee uitmondde, zijn er tegenwoordig steeds meer die beweren dat dat toch wat zuidelijker was, namelijk bij de monding van de Schelde, in het grensgebied tussen de Franken en de Friezen.

Vanuit zijn landingsplaats bezocht hij een groot gebied dat zich uitstrekte van de Lauwerszee in het noorden tot het huidige België en Luxemburg toe. Vanwege de steun die hij van Pepijn van Herstal genoot kreeg hij van de Frankische adel een groot aantal landgoederen. Zo kreeg hij in 698 - hij was inmiddels tot bisschop gewijd en tot aartsbisschop van de Friezen benoemd (695) – van een schoonzus van Pepijn (Irmina von Oeren) de eerste helft van een groot landgoed aan het riviertje de Sure (Sauer) ten geschenke, waarna Pepijn zelf hem het resterende deel van dit landgoed schonk, de plek waar Willibrord vervolgens de abdij van Echternach stichtte. Die abdij werd de uitvalsbasis voor Willibrords missietochten.

Ook in het gebied van de Maas kreeg hij meerdere grote schenkingen, zoals in Susteren. Dat betrof een ‘domein bij de beek Suestra’ dat Willibrord op 2 maart 714 van diezelfde Pepijn ten geschenke kreeg, een plaats waar Willibrord vervolgens ook een abdij stichtte die helaas ruim tweehonderd jaar geleden – net zoals zovele andere oude en eerbiedwaardige instellingen - de Franse tijd niet overleefde. Alleen de oude, uit de elfde eeuw daterende abdijkerk is als parochiekerk bewaard gebleven, een kerk die in 2007 zelfs de eretitel basiliek kreeg.

Het is niet helemaal zeker of de abdij van het naburige Aldeneik een stichting van Willibrord was. In ieder geval is daar wel een St. Willibrordusput te vinden, een put of bron die door Willibrord zou zijn geslagen. Omdat Susteren, Aldeneik en St. Odiliënberg min of meer in dezelfde tijd hun oorsprong hebben (het begin van de achtste eeuw) worden ze ook vaak in een adem genoemd: de ‘drie Munsters van de Maasgouw’ (kanunnik J. Coenen, 1921). Dat zou tot de vraag kunnen leiden of Willibrord ook ooit hier in St. Odiliënberg is geweest. Hier bevond zich een kerk met klooster dat eigendom was van Pepijn van Herstal. Hij – anders minstens één van zijn opvolgers – stelde dit domein op enig moment ter beschikking aan de Iro-Schotse missionarissen Wiro, Plechelmus en Otgerus die er later ook hun laatste rustplaats vonden. Of het nog tijdens hun leven was, of ervoor, het is zeker niet onaannemelijk dat Willibrord deze plek ooit bezocht heeft. Dat zou ons namelijk wat dichter brengen bij de persoon die wij vandaag vieren, niet zozeer als patroon van de Utrechtse Kerkprovincie waartoe wij vandaag de dag behoren, als wel als degene die onze streken nog voor de komst van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus missioneerde en hier de nodige steunpunten stichtte die later tot centra van kerkelijk leven werden. Wat dat betreft mag het veelzeggend heten dat Susteren - samen met Wassenberg - tot de oudste dekenaten van onze streken geldt (‘concilium aureum’).

 Ook al zou St. Odiliënberg zelf nooit een dekenaatszetel worden, duidelijk is wel dat de aanwezigheid van het Utrechtse Kapittel en later de priorij van het H. Graf eeuwenlang een factor van betekenis voor de streek zou zijn. Dat blijkt ook wel uit de voornaamheid die de 2-torige kerk op de kerkberg uitstraalt. Alsof ze tot uitdrukking wil brengen dat het hier om meer dan een gewone parochiekerk gaat. Dat was ook voor de Roermondse bisschop Cools de aanleiding om het hele bisdom te mobiliseren toen deze kerk eind zeventiende eeuw aan restauratie toe was. Dat is ook wat in het interieur van de Roermondse kathedraal tot uiting komt, waar we niet alleen onze kenmerkende kerk in een van de gebrandschilderde ramen afgebeeld vinden, maar ook onze patroonheiligen, niet alleen in de ramen, maar ook op het antependium van het hoofdaltaar. In Roermond zijn ze zich tenminste nog bewust van de betekenis van St. Odiliënberg voor ons bisdom. De vraag is echter of wij ons daar hier ter plaatse nog van bewust zijn. Dat het feest van vandaag ons mag helpen weer wat meer zicht te krijgen op het bijzondere van deze plek, waar eertijds wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders kind aan huis waren, deze plek waar mensen over de vloer kwamen die later tot de eer der altaren werden verheven. Of de H. Willibrord daar nu wel of niet bij hoorde: als hij nu leefde was hij er zeker eens meer dan een kijkje komen nemen.