EVANGELIE VAN DE ELFDE ZONDAG DOOR HET JAAR (Mc. 4, 26-34)
“Het gaat met het Rijk Gods
als met een man, die zijn land bezaait;
hij slaapt en staat op, ‘s nachts en overdag,
en onderwijl kiemt het zaad en schiet op,
maar hij weet niet hoe.
Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort,
eerst de groene halm, dan de aar,
dan het volgroeide graan in de aar.
Zodra de vrucht
het toelaat slaat hij er de sikkel in,
want het is tijd voor de oogst.”
En verder:
“Welke vergelijking kunnen wij vinden voor het Rijk Gods
en in welke gelijkenis zullen we het voorstellen?
Het lijkt op een mosterdzaadje.
Wanneer het gezaaid wordt in de grond,
is het wel het allerkleinste zaadje op aarde;
maar eenmaal gezaaid schiet het op
en het wordt groter dan alle tuingewassen,
en het krijgt grote takken,
zodat de vogels in zijn schaduw kunnen nestelen.”
In vele dergelijke gelijkenissen verkondigde Hij hun zijn leer
op de wijze, die zij konden verstaan.
Anders dan in gelijkenissen sprak Hij niet tot hen,
maar eenmaal met zijn leerlingen alleen,
gaf Hij van alles uitleg.
OVERWEGING
Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort . . .
In het Evangelie keert het woord ´Rijk van
God´ verschillende malen terug. Het ´Rijk van God´ verwijst naar iets waar iedereen reikhalzend naar
uitkijkt. Het woord ´Rijk van God´ verwoordt immers dat God het laatste woord heeft, Hij die hart
heeft voor de mens, die steeds voor ons open staat en ons nooit afwijst.
Rijk van God wil ook zeggen dat wij God kunnen ervaren in
Jezus die onrecht, allerlei ellende én de dood bestreed en overwon. Hij is ook
te ervaren waar wij proberen om in de voetstappen van Christus te treden.
Het Evangelie raadt ons aan om geduldig te wachten. Langzaamaan,
maar zeker, groeit er aan de basis een nieuwe geloofsgemeenschap : eerst de
groene halm en dan de aar, daarna het volgroeide graan. We hoeven niet te
wanhopen. We hoeven in deze vaak harde wereld nooit de moed te verliezen. God,
de Vader heeft besloten dat er voor ons toekomst is, en wel een grootse en
indrukwekkende toekomst. Jezus heeft ons dit als geen ander duidelijk gemaakt.
Hij maakte geen aanspraak op een machtsgebied, Hij liet geen zwaarden trekken.
Gebiedshonger, machtsbegeerte, sensatie en onheilsvoorspellingen kende Hij
niet. Zonder dat het echt opviel, maar toch werkelijk, bracht Hij iets
van God, van de hemel in het gewone leven van de mensen.
In een scheve wereld wilde Hij recht leven, in een
egocentrische wereld was Hij menslievend. Zijn voorliefde ging uit naar
broeder- en zusterschap onder alle mensen, naar een wereld waarin iedereen
gelijk is, naar rechtvaardigheid en eenvoud. Het is Jezus niet te doen om
sensatie, die mensen wél blind maakt, maar niet voedt. Zijn manier van leven was
zoals God Zich dat voorstelde.
Dat de Vader Jezus uit de dood opwekte, bewijst dat. Toen
Hij verrees kwam de uiteindelijke onmacht van het negatieve aan het licht,
maakte dit negatieve zich hopeloos belachelijk.
Als wij in zijn krachtveld treden door te geloven, door ons
voor God open te stellen, dan zullen wij triomferen over kwaad, leed en
doodsangst. Dan bewerkt God in ons een verandering, a.h.w. een nieuwe geboorte.
We laten ons dan leiden door zijn bevrijdende werking en daden.
Ondanks de uiterlijke schijn, zijn er dus in deze wereld ook
nog heel andere krachten aan het werk, dan die welke de meeste indruk maken. En
die goddelijke krachten zullen tenslotte deze wereld, die op het eerste gezicht
onveranderlijk lijkt, toch dichter bij Gods plan brengen.
De heerlijkheid groeit, nu nauwelijks zichtbaar en nog
onvolkomen, maar ooit te ervaren, volgroeid en zonder communicatiestoornis, en
wel voor ons allemaal.
We hoeven niet te weten hóe dat gebeurt, maar we kunnen er
wel zeker van zijn dát het gebeurt. Want wat God begonnen is, zal Hij ook
voltooien. Jezus heeft het ons laten zien. Het gaat geleidelijk aan, het is een
groeiproces, dat geduld vraagt. En dit is inderdaad niet gemakkelijk, zeker
niet voor de geweldenaars onder mensen, die menen dat alles direct moet
gebeuren. Maar dat kan niet. ´Langzaam, maar zeker´, zegt het spreekwoord, dat
ook hier geldt.
Die heerlijkheid, die nieuwe wereld is al aan het groeien.
Groeien is nu eenmaal, veranderen. En dit vraagt soepel blijven reageren,
doodlopende paden verlaten om op zoek te gaan naar nieuwe wegen, ook al is de
toekomst ondoorzichtig.
We kunnen dit omdat God achter ons staat, omdat Hij ons
heeft beloofd dat we zullen aankomen in een veilige haven.