zondag 22 juni 2025

Augustine on the nature of the Sacrament of the Eucharist

What you see on God's altar, you've already observed during the night that has now ended. But you've heard nothing about just what it might be, or what it might mean, or what great thing it might be said to symbolize. For what you see is simply bread and a cup - this is the information your eyes report. But your faith demands far subtler insight: the bread is Christ's body, the cup is Christ's blood. Faith can grasp the fundamentals quickly, succinctly, yet it hungers for a fuller account of the matter. As the prophet says, "Unless you believe, you will not understand." [Is. 7.9; Septuagint] So you can say to me, "You urged us to believe; now explain, so we can understand." Inside each of you, thoughts like these are rising: "Our Lord Jesus Christ, we know the source of his flesh; he took it from the virgin Mary. Like any infant, he was nursed and nourished; he grew; became a youngster; suffered persecution from his own people. To the wood he was nailed; on the wood he died; from the wood, his body was taken down and buried. On the third day (as he willed) he rose; he ascended bodily into heaven whence he will come to judge the living and the dead. There he dwells even now, seated at God's right. So how can bread be his body? And what about the cup? How can it (or what it contains) be his blood?" My friends, these realities are called sacraments because in them one thing is seen, while another is grasped. What is seen is a mere physical likeness; what is grasped bears spiritual fruit. So now, if you want to understand the body of Christ, listen to the Apostle Paul speaking to the faithful: "You are the body of Christ, member for member." [1 Cor. 12.27] If you, therefore, are Christ's body and members, it is your own mystery that is placed on the Lord's table! It is your own mystery that you are receiving! You are saying "Amen" to what you are: your response is a personal signature, affirming your faith. When you hear "The body of Christ", you reply "Amen." Be a member of Christ's body, then, so that your "Amen" may ring true! But what role does the bread play? We have no theory of our own to propose here; listen, instead, to what Paul says about this sacrament: "The bread is one, and we, though many, are one body." [1 Cor. 10.17] Understand and rejoice: unity, truth, faithfulness, love. "One bread," he says. What is this one bread? Is it not the "one body," formed from many? Remember: bread doesn't come from a single grain, but from many. When you received exorcism, you were "ground." When you were baptized, you were "leavened." When you received the fire of the Holy Spirit, you were "baked." Be what you see; receive what you are. This is what Paul is saying about the bread. So too, what we are to understand about the cup is similar and requires little explanation. In the visible object of bread, many grains are gathered into one just as the faithful (so Scripture says) form "a single heart and mind in God" [Acts 4.32]. And thus it is with the wine. Remember, friends, how wine is made. Individual grapes hang together in a bunch, but the juice from them all is mingled to become a single brew. This is the image chosen by Christ our Lord to show how, at his own table, the mystery of our unity and peace is solemnly consecrated. All who fail to keep the bond of peace after entering this mystery receive not a sacrament that benefits them, but an indictment that condemns them. So let us give God our sincere and deepest gratitude, and, as far as human weakness will permit, let us turn to the Lord with pure hearts. With all our strength, let us seek God's singular mercy, for then the Divine Goodness will surely hear our prayers. God's power will drive the Evil One from our acts and thoughts; it will deepen our faith, govern our minds, grant us holy thoughts, and lead us, finally, to share the divine happiness through God's own son Jesus Christ. Amen! (Sermon 272)

28 januari H.Thomas van Aquino - Liturgische gezangen Sacramentsdag

Lauda, Sion, Salvatorem,
lauda ducem et pastorem,
in hymnis et canticis.

Sion, loof uw Zaligmaker
loof uw leidsman en uw herder,
met hymnen en lofgezang.

Quantum potes, tantum aude
quia maior omni laude, 
nec laudare suffices!

Durf het, met uw zwak vermogen,
want Hij gaat alle lof te boven
en niet kunt gij Hem voldoende loven!

Hebben de filosofische en theologische geschriften van de H. Thomas van Aquino een groot gezag, zijn levenswandel wordt gekenmerkt door een diepe religiositeit en heiligheid, gecentreerd rond het Sacrament van de H. Eucharistie.

Hij ontwierp in opdracht van paus Urbanus IV de liturgie van het feest ter ere van het Allerheiligste Sacrament, welk feest 750 geleden werd ingesteld. Dit nieuwe feest op de kerkelijke kalender staat in directe relatie met Juliana van Luik, een heilige uit onze streken, die naar aanleiding van een visioen (begin 13e eeuw) ijverde voor de invoering van een eigen feest ter ere van het Heilig Sacrament.

Uit de teksten van het officie van Sacramentsdag dat de H. Thomas samenstelde, spreken diepgaande beschouwing en wonderbaar gebedsleven, innigheid en warmte. Het mysterie van de H. Eucharistie belichtte hij in alle aspecten die vervat zijn in de katholieke leer, zodat ook hier het adagium geldt: Lex credendi lex orandi – het geloof is de leidraad en de voedende bron voor het gebed, uit de liturgie van de Kerk spreekt haar geloof. Wie de teksten van de liturgie met hart en geest toegewijd bemediteert, dringt geleidelijk door tot het bevatten van haar geloofsgeheimen.

Voor dit feest schreef de H. Thomas eveneens de beroemde hymnen Lauda Sion en Pange lingua.De 2e strofe “Quantum potes, tantum aude” is naast een algemene aansporing van alle christenen een bijzondere aansporing tot hen die op basis van hun roeping en plaats binnen de Kerk  de “Liturgie van de Getijden” zingen en bidden teneinde de  “Laudis Canticum” –  “de lofzang die eeuwig weerklinkt in de hemel en die onze de Hogepriester Jezus Christus is begonnen en door de Kerk in de loop der eeuwen steeds is voortgezet, met trouw, volharding en blijdschap te beoefenen. De liturgie van de Getijden is een noodzakelijke aanvulling rond de hoogste goddelijke Eredienst, het eucharistisch Offer, om op vastgestelde momenten van de dag alle momenten van het menselijk leven met deze lofzang te doordringen” (1).

(1) Verg. Apostolische Constituties “Laudis Canticum” van paus Paulus VI, 1 nov. 1970


Hoogfeest van het Heilig Lichaam en Bloed van Christus - Sacramentsdag

Op Donderdag na Drievuldigheidszondag vieren wij het

Hoogfeest van het Heilig Lichaam en Bloed van Christus
Sacramentsdag

2e lezing uit de Lezingendienst van Liturgia Horarum:

Ex Operibus sancti Thomæ de Aquino presbyteri
(Opusculum 57, in festo Corporis Christi, lect. 1-4)
O kostbare en wondere Maaltijd!
Toen de Eniggeboren Zoon Gods ons deelachtig wilde maken aan zijn Godheid, nam Hij onze natuur aan, opdat Hij, mens geworden, ons mensen tot goden zou maken.
En bovendien heeft Hij datgene, wat Hij van onze natuur aannam, geheel tot ons heil doen dienen. Want zijn Lichaam droeg Hij op het altaar van het kruis op aan God, zijn Vader, als slachtoffer tot onze verzoening. Zijn Bloed vergoot Hij als losprijs en tegelijk als reinigingsbad, opdat wij vrijgekocht van een ellendige slavernij, van al onze zonden zouden gereinigd worden.

Maar om te bewerken, dat er van zulk een grote weldaad bij ons altijd een herinnering zou achterblijven, liet Hij de gelovigen zijn Lichaam achter als spijs, onder de gedaante van brood, en zijn Bloed als drank onder de gedaante van wijn.

O kostbare en wondere Maaltijd, heilbrengend en vol heerlijkheid! Want wat kan er kostbaarder zijn dan deze Maaltijd; waarin ons niet, als onder de oude Wet, het vlees van kalveren en bokken te eten wordt voorgezet, maar Christus zelf, waarachtig God? Wat is er meer te bewonderen dan dit Sacrament?

Geen sacrament ook is heilzamer dan dit, waarin wij gezuiverd worden van onze zonden, waar de deugden worden vermeerderd en de geest wordt gevoed met een overvloed van allerlei  geestelijke gaven.
Het wordt in de Kerk opgedragen voor levenden en doden, opdat allen er nut uit zouden trekken, omdat het ook tot nut van allen werd ingesteld.

De heerlijkheid van dit sacrament tenslotte kan door niemand ten volle worden uitgedrukt, waar de geestelijke heerlijkheid in haar bron wordt genoten; en hier wordt de herinnering gevierd aan die uiterste liefde, die Christus ons in zijn lijden heeft getoond.

Om dan ook de onmetelijkheid van die liefde inniger in de harten van de gelovigen te prenten, heeft Hij bij het Laatste Avondmaal, toen Hij na de viering van het Paasmaal vanuit deze wereld naar de Vader zou gaan, dit Sacrament ingesteld als een blijvende gedachtenis aan zijn Lijden, als de vervulling van de oude voorafbeeldingen, als het grootste van de wonderen, door Hm verricht, en liet Hij deze na als een uitzonderlijke troost voor hen, die bedroefd over zijn afwezigheid achterbleven.

zondag 15 juni 2025

The Theology of the Trinity - Bishop Barron's Sunday Sermon

Collectegebed Eerste zondag na Pinksteren - Heilige Drieëenheid - "In macht en majesteit te aanbidden"



Collectegebed Eerste zondag na Pinksteren

Heilige Drieëenheid

Vandaag belijden we ons vast geloof in de leer van de H. Drieëenheid, het vaste fundament van de christelijke waarheid en het meest geheimnisvolle van alle dogma’s.

Binnen de cyclus van het kerkelijk jaar heeft dit feest een passende plaats: na de Hemelvaart van de Zoon naar de Vader, de Komst van de H.Geest met Pinksteren en de zondag daarna de H. Drieëenheid. Toen de Apostelen met Pinksteren de H. Geest hadden ontvangen, begonnen zij te prediken en te dopen, volgens het bevel, dat Christus hun had gegeven, toen Hij tot hen sprak: “Gaat dan en onderwijst alle volken, en doopt hen in de Naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest, en leert hen onderhouden alles wat Ik u bevolen heb” (Mt 28,19). Het feest van de H. Drievuldigheid volgt dus heel logisch onmiddellijk op het Pinksterfeest.

God de Vader heeft ons door de Zoon geschapen die ons heeft verlost en ons juist door de openbaring van de Vader en diens liefde, voor onszelf duidelijk heeft gemaakt (cf Gaudium et Spes, 220). God de Heilige Geest heiligt ons in Christus’ Kerk zodat wij mogen delen in het trinitaire leven van Vader, Zoon en Heilige Geest, nu en in de toekomst.

Collectegebed

Latijn (Missale Romanum 1970)

Deus Pater, qui, Verbum veritatis et Spiritum sanctificationis mittens in mundum,
admirabile mysterium tuum hominibus declarasti,
da nobis, in confessione verae fidei,
aeternae gloriam Trinitatis agnoscere,
et Unitatem adorare in potentia maiestatis.


Nederlands Altaarmissaal - 1979
God onze Vader,
Gij hebt het Woord der waarheid en de Geest die heilig maakt, in de wereld gezonden om aan de mensen het verheven mysterie van uw Godheid te openbaren.
Geef dat wij het ware geloof belijden door de glorie van de eeuwige Drievuldigheid te erkennen en door haar eenheid in macht en majesteit te aanbidden.

Meer letterlijke vertaling
God en Vader, die door het Woord der waarheid en de Geest van heiliging in de wereld te zenden uw wonderbaar mysterie aan de mensen bekend hebt gemaakt,
geef dat wij in de belijdenis van het ware geloof, de glorie van de eeuwige Drieëenheid erkennen en de Eenheid in de macht van uw majesteit aanbidden.

L i t u r g i s c h e  a n t e c e d e n t e n
In de vroege Kerk was er geen aparte dag voor de Allerheiligste Drieëenheid, maar ter bestrijding van de ariaanse ketterij kwamen er geloofsbelijdenissen en ook een officieformulier voor de zondag met cantica, responsories, een prefatie en hymnen. In het Sacramentarium Gregorianum Vetus (9e eeuw) staan gebeden en een prefatie van de H. Drieëenheid. In 920 stelde bisschop Stephanus van Luik een afzonderlijk feest in ter ere van de H. Drieëenheid en paus Johannes XXII (+ 1334) breidde dit feest uit tot de universele Kerk, te vieren op de 1e zondag na Pinksteren. Deze dag werd verhoogd tot de waardigheid van een feest 1e klas door paus Pius X (+ 1914). In de Novus Ordo kreeg het de rang van sollemnitas.

Het collectegebed is een centonisatie – een mettertijd steeds verder uitgebreide verfraaiing – van divers materiaal: tekstfragmenten uit de collecte van het Romeinse Missaal 1962 en van elders, en mogelijk een nieuwe compositie. De opmerkelijke formulering admirabile mysterium werd reeds gebruikt om de leer over de H. Drieëenheid uit te drukken in de Gesta collationis Carthaginiensis habitæ inter Catholicos et Donatistas… de verhandelingen van het Concilie van juni 411 te Carthago waaraan katholieke en Donatistische bisschoppen deelnamen. Sint Augustinus van Hippo (+ 430) speelde een belangrijke rol bij deze conferentie. Dit en de formulering confessio veræ fidei suggereren dat deze oratie, ofschoon een nieuwe compositie, wezenlijk is gebaseerd op Augustinus’ werk De Trinitate, het eerste grote tractaat op het terrein van de systematische theologie in het Latijn, en dat verrast niet.

In het collectegebed treedt allereerst de directe anaklese van God als Vader in het oog, in een betrekkelijke lange bijzin gevolgd door een memoreren van twee fundamentele heilsfeiten waarin de Vader zijn heilswil openbaart en voltrekt. Het “tribue nobis” of een “quæsumus” dat men zou kunnen verwachten in de oratie als opmaat naar de eigenlijke vraag ontbreekt hier. De eigenlijke tweeledige bede omvat –direct verbonden met de belijdenis van het ware geloof – de erkenning en aanbidding van de Drieëne God in zijn macht en majesteit.

Er weerklinken voorts echo’s van de openbaringen (epiphanieën) van de H. Drieëenheid zoals die zijn beschreven in de H. Schrift: bij het doopsel van Jezus door Johannes in de Jordaan toen de H. Geest als een duif verscheen en de stem van de Vader werd gehoord (cf Lc 3) en toen Jezus van gedaante veranderde voor de ogen van Petrus, Johannes en Jacobus (cf Mt 17). God “maakte bekend, openbaarde, manifesteerde, toonde, verkondigde in het openbaar” (declarasti, een verkorte vorm van declaravisti, van declaro) het wonderbaarlijk mysterie (admirabile mysterium) dat Hij is Drie in Eén, een Drieëenheid van goddelijke Personen, God de Vader, God het Woord van Waarheid, God de Geest van heiliging, één ondeelbare God.

Waarachtig christelijk geloof (vera fides) veronderstelt noodzakelijkerwijs dat wij erkennen (agnoscere – “ons eigen maken, bekendmaken, toestaan, toelaten, toegeven dat iets iemands eigendom is, erkennen, herkennen, accepteren, toegeven te zijn) dat God is Drie-Een, Eén God met één goddelijke natuur, in een volmaakte eenheid van drie verschillende Goddelijke Personen. Mensen kunnen door zelf te redeneren bij deze waarheid uitkomen, zoals Neoplatoonse filosofen in het klassieke Griekenland. Maar alleen door de genade van het geloof kunnen wij dit mysterie belijden (confiteor) op authentiek christelijke wijze. Hoe redeneringen en intellect ook trachten deze Waarheid te benaderen, de Openbaring en de genade van het geloof zijn noodzakelijk om de rede aan te vullen.

In het collectegebed aanbidden wij de gloria Trinitatis, de maiestas Unitatis. Zij bezitten “kracht/macht” (potentia). Het concept maiestas is in de geschriften van de Latijnse Vaders verweven met het begrip gloria. Bij vroege Latijnse Vader zoals de H. Hilarius van Poitiers (+368), de H. Ambrosius (+ 397) en in vroege liturgische teksten betekenen maiestas /gloria veel meer dan eenvoudig “schittering”, “glans”, “faam”, “éclat”. De Latijnse liturgische begrippen gloria en maiestas zijn gerelateerd aan het bijbels Griekse doxa en het Hebreeuwse kabod.

“Glorie” en “majesteit” drukken vanuit menselijk perspectief de erkenning van God als God uit en wijzen ook op die machtige goddelijke karakteristiek die God met ons wil delen en waardoor Hij ons wil omvormen. “Glorie” en “majesteit” roepen in onze liturgische gebeden gezien deze eschatologische, onvoorstelbare betekenis de Laatste Werkelijkheid op.

De glorierijke heerlijkheid waartoe God ons omvormt en waarin wij in de hemel ten volle mogen delen is voorafgebeeld in de ontmoetingen van Mozes met God, toen Hij in de wolk (Hebreeuws: shekina) op de Tent van samenkomst neerdaalde. Na deze ontmoetingen schitterde het gelaat van Mozes zó stralend als de zon, dat hij de glans met een sluier moest bedekken.

Laten we met ontzag en eerbied uitzien naar de gave die ons wacht, als we tenminste sterven als vrienden van God. We zullen niet langer zien in een wazige spiegel en tastend zoeken naar God, maar zullen dan oog in oog staan (cf 1Kor 13,12) met het Mysterie van de H. Drieëenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest.

Moge de Heilige Drieëenheid ons, anticiperend, alle genade geven reeds nu te mogen delen in de goddelijke glorie. Moge deze band van liefde en waarheid met de Drieëne God ook te herkennen zijn in de manier waarop we met onze naasten omgaan en in de huiver waarmee we de Drieëne God mogen en moeten aanbidden.