zaterdag 16 oktober 2021

Jan Pieterszoon Sweelinck (1561-1621) Cantiones sacrae



Met dank overgenomen tekst van Peter Nissen op facebook:

Vandaag is het vierhonderd jaar geleden dat in Amsterdam de Nederlandse componist Jan Pieterszoon Sweelinck overleed. Vier dagen later werd hij begraven in de oostelijke kooromgang van de Oude Kerk in Amsterdam, waar hij al in 1577, op vijftienjarige leeftijd, tot de vaste organisten behoorde. Joost van den Vondel dichtte het volgende grafschrift voor hem:
Dits Sweelinck's sterfelyk deel, ten troost ons nagebleven
't Ontsterfelyk hout de maet by Godt in 't eeuwig leven
Daer streckt hy, meer dan hier omvatten ons gehoor
Een goddlycke galm in aller Enghlen oor.
In 1578 was de stad Amsterdam overgegaan tot de Reformatie, de zogenaamde Alteratie, maar dat was een redelijk verdraagzame overgang. Na de Alteratie bestond nog altijd bijna een derde van de magistraat, het stadsbestuur van Amsterdam dus, uit katholieken, zij het dan van de gematigde soort. En Sweelinck kon gewoon door blijven spelen in de Oude Kerk, niet meer tijdens de kerkdiensten zelf, want die vonden voortaan plaats volgens de gereformeerde eredienst, maar wel voor en na de kerkdiensten. Hij zou dat zijn leven lang blijven doen, vierenveertig jaar lang. Enkele strikte predikanten hadden het orgel willen afbreken (het wordt immers nergens in de Bijbel genoemd), maar dat kon gelukkig niet, want de orgels waren geen eigendom van de kerk, maar van de stad. De organisten waren dus in stedelijke dienst. Sommige organisten gingen over naar de nieuwe religie, maar de katholiek gedoopte en gevormde Sweelinck zo goed als zeker niet. En hij bleef spelen in de kerk, niet alleen voor en na de diensten, maar ook overdag en ‘s avonds, als de kerk voor publiek geopend was, vooral tijdens de winteravonden.