woensdag 16 februari 2022

17 februari Zeven HH. Stichters van de servieten Zij beminden God boven alles


De zeven mannen die vereerd worden als stichters van de servieten, waren oorspronkelijk kluizenaars die op een berg nabij Florence woonden en zich onderscheidden door hun liefde tot Maria. Al predikend trokken zij later door heel Toscane en legden zij de grondslagen van de orde der dienaren van de heilige maagd Maria, die in 1304 door de heilige Stoel werd goedgekeurd. Omdat 17 februari 1310 geldt als de sterfdatum van één hunner, Alexius Falconieri, worden zij allen vandaag herdacht.

Lectio altera metten

Uit het verhaal over de oorsprong van de servietenorde (1233)

Laten wij die roemrijke mannen prijzen.

Het waren zeven zeer achtenswaardige en eerbiedwaardige mannen die Onze Lieve Vrouw als het zevengesternte samenbracht door hun eenheid van geest en lichaam. Zo maakten zij een begin met haar orde, de servieten, haar dienaren.
Toen ik tot de orde toetrad, ontmoette ik van deze mannen niemand meer in levenden lijve, behalve één die broeder Alexis genoemd werd. Onze Lieve Vrouw had deze broeder Alexis tot in mijn tijd van de lichamelijke dood willen vrijwaren, opdat wij uit zijn mond het verhaal van de stichting van de orde konden optekenen. Zoals ikzelf ervaren heb en met eigen ogen heb gezien, was het leven van broeder Alexis van dien aard dat hij niet alleen zijn medebroeders tot zo’n leven inspireerde, maar ook het levend bewijs was van zijn en hun staat van volmaaktheid en van hun spiritualiteit.
Voordat zij een gemeenschap gingen vormen, werd hun leven door vier zaken bepaald.
De eerste zaak was de kerk. Sommigen van hen hadden zich nog niet door een huwelijk gebonden, omdat zij besloten hadden voor altijd hun maagdelijkheid en zuiverheid te bewaren. Anderen waren echter al gehuwd en weer anderen waren op dat tijdstip niet meer gebonden door de dood van hun vrouw.
De tweede zaak was het belang van de stad Florence. Zij hielden zich immers bezig, zoals kooplieden dat doen, met het verhandelen en ruilen van aardse goederen. Zodra zij echter de kostbare parel - dat wil zeggen: onze orde - gevonden hadden, schonken zij niet alleen al hun bezittingen aan de armen, maar zij gaven zich ook blijmoedig aan God en Onze Lieve Vrouw om hen zeer trouw te dienen.
De derde zaak was de eerbied voor en de verering van Onze Lieve Vrouw. In Florence bestond er namelijk al sinds onheuglijke tijden een genootschap dat opgericht was ter ere van de Maagd Maria. Dit genootschap had op grond van zijn lange bestaan, van het grote aantal mannen en vrouwen en vanwege hun heiligheid het predikaat ‘groot’ verworven, zodat men sprak van ‘Het groot genootschap van Onze Lieve Vrouw’. Hiervan maakten nu voornoemde zeven mannen met hun bijzondere verering van Onze Lieve Vrouw deel uit, voordat zij een gemeenschap vormden.
De vierde zaak was hun innerlijke volmaaktheid. Zij beminden God boven alles, stemden heel hun handelwijze af op Hem en eerden Hem in gedachten, woorden en werken.
Toen zij nu vastbesloten waren door goddelijke ingeving en op bijzondere aansporing van Onze Lieve Vrouw een gemeenschap te vormen, namen zij maatregelen inzake hun huizen en families, lieten aan hun gezinnen na wat noodzakelijk was om te leven en gaven het overige aan de armen. Tenslotte zochten zij wijze mannen, die een voorbeeldig leven leidden en legden aan hen hun plannen voor.
Zij gingen dus de Monte Senario op en bouwden op de top een kleine, geschikte woning om daar in gemeenschap te wonen, en namen er hun intrek. Daar begonnen zij niet alleen na te denken hoe zij zelf de heiligheid konden bereiken, maar ook hoe zij, door anderen bij zich op te nemen, de orde konden uitbreiden die zij op aandringen van Onze Lieve Vrouw begonnen waren. Zij besloten daarom medebroeders aan te nemen. Zij namen er dus enkelen op en zo stichtten zij onze orde. Dit alles is nu vooral het werk van Onze Lieve Vrouw, het is gegrondvest op de nederigheid van onze broeders, door hun eenheid tot stand gebracht en door hun armoede behouden.