vrijdag 17 september 2021

17 september H. Robertus Bellarminus, bisschop en kerkleraar Neig mijn hart naar uw uitspraken.


Robertus werd in 1542 te Montepulciano in Toscane geboren. Na zijn intrede bij de jezuïeten te Rome en zijn priesterwijding was hij werkzaam als theoloog. Hij onderscheidde zich door zijn godsdienstgesprekken ter verdediging van het geloof. Tevens was hij theologie-professor aan het Collegium Romanum. Als kardinaal-bisschop van Capua was hij de Romeinse congregaties behulpzaam bij de oplossing van vele problemen die destijds werden voorgelegd. Hij stierf in 1621 te Rome.

Lectio altera lezingendienst

Uit de geschriften van de heilige Robertus Bellarmino, bisschop van Capua († 1621)

Neig mijn hart naar uw uitspraken.

‘Gij zijt goed en genadig, Heer, barmhartig voor elk die U aanroept’ (Ps. 86 (85), 5). Wie zou U niet van ganser harte dienen, zodra hij, al is het maar enigszins, de liefelijkheid van uw vaderlijke heerschappij begint te proeven? Wat beveelt Gij aan uw dienaren, Heer? Gij zegt: ‘Neemt mijn juk op uw schouders’ (Mt. 11, 29). En wat voor juk is het? ‘Mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Mt. 11, 30), zegt Gij. Wie zou niet zeer graag een juk dragen dat niet drukt maar steunt, een last die niet zwaar weegt maar opbeurt? Terecht hebt Gij daaraan toegevoegd: ‘En gij zult rust vinden voor uw zielen’ (Mt. 11, 29). Wat is dan uw juk dat niet vermoeit, maar rust schenkt? Het is dat eerste en voornaamste gebod: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart’ (Mt. 22, 37). Wat is er gemakkelijker, heerlijker en aangenamer dan de goedheid, de schoonheid en de liefde te beminnen die Gij geheel en al zijt, mijn Heer en God?
Belooft Gij ook niet een beloning aan hen die uw geboden onderhouden, die meer gezocht zijn dan goud en zoeter dan honingraat? Ja zeker, Gij belooft een beloning en wel een overvloedig loon, zoals uw heilige apostel Jakobus zegt: ‘De zegekrans van het leven die God beloofd heeft aan wie Hem liefhebben’ (Jak. 1, 12). En wat is de zegekrans van het leven? Het is een veel groter goed dan wij ons kunnen indenken of verlangen. Zo spreekt de heilige Paulus met de woorden van Jesaja: ‘Geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, geen mens kan zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben’ (1 Kor. 2, 9).
Waarlijk, wie uw voorschriften bewaart, zal hiervoor rijkelijk beloond worden. Maar niet alleen het eerste en voornaamste gebod is heilzaam voor de mens die gehoorzaamt, hoewel dat van geen nut is voor God die het voorschrijft. Maar ook de andere geboden vervolmaken de mens die gehoorzaamt; zij sieren hem, ze onderrichten en verlichten hem; kortom, ze maken hem goed en gelukkig. Daarom, als gij wijs zijt, begrijp dan dat gij geschapen zijt tot eer van God en voor uw eeuwig heil. Dat is uw doel, dat is het middelpunt van uw ziel, dat is de schat van uw hart. Als gij dit doel bereikt, zult gij gelukkig zijn. Maar als gij het mist, zult gij ongelukkig zijn.
Gij moet dus datgene als waarlijk goed beschouwen, wat u naar uw doel leidt; en dat als waarlijk kwaad, wat u ervan afbrengt. Voor- en tegenspoed, rijkdom en armoede, gezondheid en ziekte, eer en smaad, leven en dood: een wijs mens zoekt noch ontvlucht deze dingen om henzelf. Als ze bijdragen tot de eer van God en uw eeuwig geluk, dan zijn ze goed en moet gij die nastreven. Maar als ze die verhinderen, dan zijn ze slecht en moet gij die vluchten.