maandag 30 september 2019

Saint Therese of Lisieux - The Little Flower 2/2 little movie

10.000-den in Verenigd Koninkrijk vereerden relieken H. Theresia van Lisieux in september 2019


"To return to Thérèse’s case, it is a fact that when people stand in the presence of her mortal remains or have some contact with her poor relics, as with petals from an unpetalled rose, God, who received through her humanity so many signs of love, is pleased in turn to manifest his love through her bodily remains.

From these poor signs, God’s salvific power reveals and unfolds itself. To become convinced it is enough to read the many volumes recounting favors and cures obtained through contact with Thérèse’s relics, as well as the abundant correspondence that arrives daily in Lisieux.

And who can name all those who cherish in their wallets or among their personal papers an image bearing the words “cloth touched to the relics of the Saint?” Truly we find ourselves in another logic, arising from the words of Jesus: “I give you praise, Father, Lord of heaven and earth, for although you have hidden these things from the wise and the learned you have revealed them to the childlike” (Lk 10:21)".

van franciscanmedia

En degenen die nog steeds niet begrijpen waarom we relieken vereren, kunnen misschien deze bijdrage nog eens herlezen.

zaterdag 28 september 2019

Lezingen H. Mis 26e zondag door het jaar C Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren.

Eerste lezing (Am. 6,1a.4-7)
Dit zegt de almachtige Heer:
“Wee, de zorgelozen in Sion,
de zelfverzekerden op Samaria’s berg.
Zij liggen op ivoren bedden
en strekken zich uit op hun rustbanken;
zij eten de lammeren van de kudde op
en de kalveren uit de stal.
Zij verzinnen maar liederen
bij het getokkel van de harp,
en denken dat hun speeltuig dat van David evenaart;
zij drinken wijn uit brede schalen
en zalven zich met de kostelijke olie,
maar om Jozefs ondergang bekreunen zij zich niet.
Daarom gaan zij als eersten de ballingschap in,
en is het gedaan met de feesten
van hen, die daar lui liggen uitgestrekt.”

Tweede lezing (1 Tim. 6,11-16)
Dierbare, streef naar gerechtigheid,
godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid.
Strijd de goede strijd van het geloof,
grijp het eeuwige leven.
Daartoe zijt gij geroepen,
daartoe hebt gij de goede belijdenis afgelegd
ten overstaan van vele getuigen.
Ik beveel u voor het aanschijn van God, die alles ten leven wekt,
en van Christus Jezus,
die voor Pontius Pilatus de goede belijdenis heeft afgelegd:
bewaar dit gebod onbevlekt en ongerept
tot de verschijning van onze Heer Jezus Christus,
die God ons te rechter tijd zal doen aanschouwen,
Hij, de gelukzalige,
de enige Heerser,
de grote Koning en de opperste Heer,
die alleen onsterfelijkheid bezit en woont in ongenaakbaar licht.
Geen mens heeft Hem gezien of is in staat Hem te zien.
Hem zij eer en eeuwige macht!
Amen.

Evangelie (Lc. 16,19-31)
In die tijd zei Jezus tot de Farizeeën:
“Er was eens een rijk man,
die in purper en fijn linnen gekleed ging
en iedere dag uitbundig feest vierde,
terwijl een arme, die Lazarus heette,
met zweren overdekt voor de poort lag.
Hij verlangde ernaar zijn honger te stillen
met wat bij de rijkaard van de tafel viel.
Maar er kwamen alleen honden, die zijn zweren likten.
Nu gebeurde het dat de arme stierf
en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen.
De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis.
In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen,
sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham
en Lazarus in diens schoot.
Toen riep hij uit:
Vader Abraham, ontferm u over mij
en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen
en mijn tong daarmee te komen verfrissen,
want ik word door de vlammen hier gefolterd.
Maar Abraham antwoordde:
Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven
uw deel van het goede hebt gekregen
en hoe op gelijke manier aan Lazarus het kwade ten deel viel;
daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting,
maar wordt gij gefolterd.
Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof,
zodat er geen mogelijkheid bestaat
– zelfs als men zou willen –
van hier naar u te gaan, noch van daar naar ons te komen.
De rijke zei:
Dan vraag ik u, vader,
dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen,
want ik heb nog vijf broers;
laat hij hen waarschuwen,
opdat zij niet eveneens
in deze plaats van pijniging terechtkomen.
Maar Abraham sprak:
Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren.
Maar hij zei:
Och neen, vader Abraham!
Maar als er een uit de doden naar hen toegaat,
zullen ze zich bekeren.
Hij echter sprak tot hem:
Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren,
zullen ze zich ook niet laten overreden
als er iemand uit de doden opstaat.”

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep september 2019 bijgewerkt

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook.

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus en de H. Odilia
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!

Mededeling voor de leden van de Kerkberg Gebedsgroep:
De leden van de Kerkberg Gebedsgroep wordt gevraagd mee te bidden met voor deze intenties. Zie ook Hartelijke uitnodiging om mee te doen met de Kerkberg Gebedsgroep “In lumine tuo videbimus Lumen”.
Hierbij de intenties van de maand september 2019:
Voor een vriendin die op sterven ligt
Voor het kind dat vanmiddag in de Mariakapel op de Kerkberg gedoopt is
voor een ernstige zieke
voor iemand die komende week een zware operatie moet ondergaan
voor een zieke kerkmeester in het ziekenhuis
voor alle hulpverleners (ambulancepersoneel, politie, advocaten); dat zij niet in gevaar worden gebracht
om zegen over onze postulant die bezig is met haar laatste maanden in de wereld
om een rechtvaardig vonnis in een strafzaak tegen onze zoon
om zegen voor alle aanstaande moeders en vaders
dankbaarheid 90e verjaardag en zegen voor de toekomst
Voor een vriend van het klooster met oogproblemen
Dat een ernstig zieke jong man eerder aan de beurt is voor een levensreddende operatie
Voor de zielerust van een overleden schoonzoon en kracht en troost voor zijn dierbaren
Voor een zieke dochter, dat ze weer gauw de oude wordt
Voor een echtgenote die pas een ernstige rugoperatie heeft ondergaan en moet revalideren
Om zegen over een huwelijk dat deze week op de Kerkberg is gesloten
Om zegen over een kind dat deze week op de Kerkberg is gedoopt
Voor de vormelingen, dat zij beseffen hoe groot Gods genade is
Voor een zieke zuster
Voor slachtoffers van geweld en hun dierbaren
Uit dankbaarheid dat een hoogbejaarde moeder in de nieuwe zorgomgeving haar rust heeft gevonden
Uit dankbaarheid dat een hoogbejaarde zuster de bevestiging heeft gekregen dat haar laatste wil wordt gerespecteerd
Voor alle generaties van een Volendamse familie
Voor een jongen die het moeilijk heeft en af en toe moeilijk doet, terwijl hij dat niet kan helpen
Uit dankbaarheid dat een operatie van een 3 jarig kind is geslaagd en om zegen over zijn herstel
Om steun bij revalidatie na een heupoperatie
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
een vader met drie kinderen in een echtscheiding
een zieke vader
een rechtvaardig oordeel in de zaak tegen kardinaal Pell
een ernstig zieke priester / vriend van het klooster
vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
Voor de mensen in het dorp en al hun noden
vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze bisschop

St. Augustine What have I on earth but thee?

No Christian can say he has no tribulations – why? Because as long as we are in the body, we are only journeying to God. However well off we may be we are not yet in the homeland to which we are hastening. A man cannot love the journey and his own country too. If he loves his country, the journey will seem wearisome and full of tribulations. Here we labour and sorrow, there endless rest and unwearied love.

But, you will say, I have everything I want. Have you? Are you sure that everything won’t disappear? But I’m richer than I was, I’ve made a lot of money: possibly you are more afraid than you were, you might have felt more secure when you are rich in this world’s goods and feel sure of them too, and moreover God says to you: ‘All this will go on for ever, you shall possess these things for ever – but you will never seen my face’.

Brethren, ask the spirit, not the flesh. Let faith, hope and charity which are beginning to grow in your hearts give your reply. Think: would all those possessions make us happy if we were never to see his face? God forbid that anyone rest his joy in them and seek for nothing more. Such a man has not begun to love God, to live as a pilgrim. Nothing that we have except God can really be sweet to us. He is the giver of all things, without him himself what are they to us?

(S. Augustini, Enarr. in Psalmum 85,11)

Asperges me Domine - Besprenkeling met wijwater

\

Asperges me, Domine, hyssopo, et mundabor: lavabis me, et super nivem de albabor.
Ps. Miserere mei, Deus, secundum magnam misericordiam tuam.
V. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. Sicut erat in principio et nunc et semper et in saecula saeculorum. Amen.

Besprenkel mij, Heer, met hyssop, en ik zal rein zijn
was mij en ik zal witter worden dan sneeuw
Ontferm U over mij, o God
volgens Uw grote barmartigheid
Eer aan de Vader en de Zoon en aan de Heilige Geest
Zoals het was in het begin en nu en altijd,
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Besprenkel mij, Heer, met hyssop, en ik zal rein zijn
was mij en ik zal witter worden dan sneeuw

Voorbereiding ontmoeting bisschop met clusterparochiekerkbesturen update













St. Lorenzo Ruiz - short, interesting movie



Saint Lorenzo Ruiz was born around the year 1600 in Binondo, Manila in the Philippines. He was the son of a Chinese father and a Filipino mother. Both were Christians and took care to raise Lorenzo as a Catholic. He served happily in his parish church as an altar boy and calligrapher.

As a young man, Lorenzo joined the Dominican Confraternity of the Most Holy Rosary.

Later, he married a woman named Rosario. The happy couple had three children, two sons and one daughter. By all accounts, the family was ordinary and happy.

In 1636, Lorenzo was accused of murder. Allegedly he killed a Spaniard. However, to protect his safety at the time, he fled home and found refuge on board a ship with three Dominican priests and a leper. There are no details of this alleged crime other than a journal entry by two Dominican priests, that he joined their
group to escape possible arrest. The ship departed the Philippines on June 10, 1636, bound for Okinawa.

A shock awaited the holy passengers when they arrived in Japan. At the time of their arrival, the rulers of Japan, the Tokugawa Shogunate, were persecuting Christians. Prior to this persecution, the Christian population of Japan was thought to number 50,000 souls.

Now Lorenzo was arrested by Japanese officials for the crime of being a Christian and ordered to recant his faith. When he refused he was imprisoned for two years. On September 27, 1637, Lorenzo and his companions were taken to Nagasaki to be tortured and killed if they would not recant their faith.

Lorenzo and his companions were tortured by water, which was forced into their mouths and down their throats and out their noses and ears. Despite the painful torture, the men refused to do so.

vrijdag 27 september 2019

Exclusief voor kinderen - 27 september H. Vincentius Hij nam de plaats in van een galeislaaf, werd verkocht en bekeerde zijn baas.


Op 24 april 1581 wordt in een klein dorp, in het zuiden van Frankrijk een jongetje geboren. Zijn ouders zijn niet rijk. Ze leven van het hoeden van varkens en schapen. Het gezin heeft zes kinderen. Dus kun je je wel voorstellen, dat vader en moeder flink moeten zorgen, om al die kinderen te eten te geven.

Vincent wordt, net als zijn vader, ook varkenshoeder. Maar vader ziet iets anders in de jongen. Hij zal priester worden. Dan verdient hij meer geld, en kan hij helpen om voor de andere kinderen te zorgen.

Wanneer Vincent met zijn priesterstudie begint, geeft hij les aan kinderen van rijke mensen. Daar betaalt hij dan zijn studie mee. Wanneer hij negentien jaar oud is, wordt Vincent priester gewijd.

Op een dag gaat er iets bijzonders gebeuren. Vincent zal met de boot van Marseille naar Narbonne varen. Dat is helemaal niet zo ver. Zoek het maar eens op in je atlas. Maar op die reis wordt hun boot overvallen door zeerovers. Ze nemen alle mensen aan boord gevangen. Ze wordt als slaven verkocht. Vincent wordt ook verkocht. Hij wordt nog een paar keer doorverkocht. Bij zijn derde baas heeft hij het goed. Die wordt zelfs zijn vriend.

Die zeerovers en ook de mensen aan wie zij hun gevangenen verkochten, waren islamieten. Zij waren aanhangers van Mohammed. En de mohammedanen waren grote vijanden van de christenen. Je kunt je dus wel indenken, dat het voor Vincent heel gevaarlijk was. Hij was immers priester.

Vincent wist echter het vertrouwen van zijn baas te winnen. Hij wist hem zelfs te bekeren tot het katholieke geloof. Samen met Vincent besloot deze naar Frankrijk te vluchten. Dat was heel gevaarlijk, want als ze gevangen genomen werden, zouden ze zeker gedood worden. Vincent kwam heel arm terug in Frankrijk.

Hij kwam in Parijs terecht. Daar woonde de vrouw van de vroegere koning in een paleis. In dat paleis ging ,Meneer Vincent’ wonen. Deze koningin gaf heel veel van haar rijkdom aan de arme mensen.

Er ging nu iets gebeuren in het leven van Vincent, waardoor hij zich ook helemaal voor de arme mensen zou gaan geven. Luister maar wat er gebeurde.

Hij kwam in contact met een dokter. Deze dokter geloofde in niets. Hij wilde zich zelfs van het leven beroven. ,Meneer Vincent’ vroeg nu aan God, om hem zelf de twijfels van die dokter te geven. De dokter ging weer in God geloven, maar Vincent geloofde niets meer. Dat duurde vier jaar. Op een dag wilde hij een einde aan zijn leven maken. Toen kwam een gedachte bij hem op: hij moest voor de armen gaan zorgen. Op dat moment was hij helemaal bekeerd en kon hij ook weer in God geloven.

Meneer Vincent is ook een paar jaren verdwenen geweest. Dat kwam zo. Hij werd aalmoezenier van de veroordeelden die in de galeien moesten roeien. Vincent ging zelf kijken, hoe de slaven behandeld werden. Dat was heel slecht. Hij zag tussen de slaven een man, die veel slaag kreeg. Vincent ging met hem praten. Toen bleek dat de man een veel te strenge straf had gekregen. En dat terwijl zijn vrouw en kinderen hem zo nodig hadden.

Vincent heeft zich toen in plaats van de man in de kettingen laten slaan en heeft een paar jaren als galeislaaf tussen de andere gevangenen geleefd. Hij werd echter op een goede dag door een voorname heer herkend. Die zorgde dat hij weer vrij kwam. Veel zorg heeft ,Meneer Vincent’ aan het preken van het geloof en het geven van katechese aan onwetende mensen in Frankrijk besteed. Ook wilde hij de armen thuis doen verzorgen. Daartoe verzamelde hij mannen die hij tot priester deed opleiden en stichtte hij samen met de heilige Louise de Marillac een gemeenschap van zusters, die hij “dochters van liefde” noemde. De mannen hebben op een bepaald moment een oud klooster in Parijs gekregen, dat Sint Lazare heette. Daarom noemen ze die paters: lazaristen. Je komt nu over de hele wereld nog kloosters tegen die door ,Meneer Vincent’ zijn gesticht. Zijn paters en zusters preken, leiden priesters op, verzorgen kinderen en beheren scholen.

We vieren het feest van Sint Vincentius op 27 september.

God, U hebt de heilige Vincentius geleerd, goed te zijn voor de armen. U wilde ook dat hij zorgde voor goede priesters. Leer ons, een beetje op deze heilige te lijken. Dan zijn we ook goed voor de mensen die arm zijn. We willen ook bidden, dat u ons altijd weer goede priesters geeft. Amen.

28 september HH. Laurentius Ruiz en gezellen, martelaren van Japan

In de eerste helft van de zeventiende eeuw hebben zestien martelaren, Lorenzo Ruiz en zijn gezellen, in de Japanse stad Nagasaki hun bloed uit liefde tot Christus vergoten (1633-1637). Deze groep van martelaren bestond uit leden van de orde van de heilige Dominicus en van daartoe behorende broederschappen, onder wie negen priesters, twee broeders, twee zusters en drie leken. Een van hen was Lorenzo Ruiz, een huisvader van Filippijnse afkomst. Op verschillende tijdstippen en in verschillende omstandigheden hebben al deze martelaren het christelijk geloof op de Filippijnen, op Taiwan en in Japan verbreid. Zij vormen een bijzonder bewijs voor de universaliteit van het christendom en hebben als onovertroffen missionarissen rijkelijk het zaad uitgestrooid voor de toekomstige christenheid, dank zij het voorbeeld van hun leven en hun dood.


Tweede lezing lezingendienst

Uit de homilie van paus Johannes Paulus II bij de zaligverklaring van Laurentius Ruiz en gezellen te Manila

De grootste daad van eredienst en van liefde tot God hebben zij verricht door het offer van hun bloed.

Overeenkomstig zijn belofte in het evangelie erkent Christus stellig bij zijn hemelse Vader de trouwe bloedgetuigen als de zijnen die Hem hebben beleden bij de mensen.
De lofzang ter ere van God die zojuist door ontelbare stemmen is gezongen, is een echo van de lofzang ‘U, God, loven wij’, gezongen in de Santo Domingokerk in de avond van 27 december 1637 na het bericht van de marteldood van een groep van zes christenen in Nagasaki. Onder hen bevond zich het hoofd van de missie, pater Antonio González, een Spaanse dominicaan uit León, en Laurentius Ruiz, een huisvader, geboren buiten de muren van Manila, in de voorstad Binondo. Op hun beurt hadden ook deze getuigen voor de Heer die barmhartig is en machtig, psalmen gezongen, zowel gedurende hun verblijf in de gevangenis als tijdens hun terechtstelling door middel van de galg of door opsluiting in een put, een marteling die drie dagen duurde.
Het geloof overwint de wereld. Als een zon verlicht de prediking van dit geloof allen die tot de kennis van de waarheid willen komen. De kracht van de christelijke traditie is immers overal dezelfde, ook al zijn er in de wereld vele talen.
Door zijn bloed heeft de Heer Jezus zijn volgelingen werkelijk verlost. Hij heeft hen bijeengebracht uit elke stam en taal en volk en natie om hen voor onze God tot een koninkrijk van priesters te maken.
De zestien zalige martelaren hebben in de uitoefening van hun priesterschap - dat van het doopsel of van de heilige wijdingen - de grootste daad van eredienst en van liefde tot God verricht door het offer van hun bloed in vereniging met Christus’ eigen kruisoffer. Zo hebben zij op de voor mensen meest volmaakte wijze Christus als priester en slachtoffer nagevolgd. Tegelijk was dit een daad van de grootst mogelijke liefde jegens hun broeders en zusters, voor wie wij allen krachtens onze roeping onszelf moeten offeren naar het voorbeeld van de Zoon van God, die zichzelf voor ons heeft geofferd.
Zo heeft ook Laurentius Ruiz gehandeld. Door de heilige Geest naar een onvermoed doel geleid via een avontuurlijke reis, heeft hij ten overstaan van het gerechtshof verklaard dat hij christen was en zou sterven voor God, voor wie hij zijn leven wel duizendmaal wilde geven: ‘Zou ik duizend keer kunnen leven, ik zou steeds mijn leven geven voor Hem. Nooit zal ik mijn geloof ontrouw worden. U kunt mij doden, als u dat wilt. Sterven voor Christus, dat wil ik!’
Deze woorden zijn een samenvatting van zijn persoon, een beschrijving van zijn geloof; zij verklaren ons het motief van zijn dood. Op dat ogenblik legde deze jonge huisvader getuigenis af van het geloofsonderricht dat hij, op school bij de dominicanen in Binondo, had ontvangen. Hij bekroonde dit geloofsonderricht met deze woorden, want catechese kan niets anders dan Christus als middelpunt hebben, zowel vanwege het mysterie dat haar inhoud is als vanwege het feit dat bij monde van de verkondiger Christus zelf onderricht geeft.
Door het voorbeeld van Laurentius Ruiz, zoon van een Chinese vader en een inheemse moeder, worden wij eraan herinnerd dat het leven van ieder - en wel heel ons leven - ter beschikking van Christus moet staan.
Christen-zijn betekent immers: geven, elke dag opnieuw, als antwoord op de zelfgave van Christus die in de wereld is gekomen, opdat allen leven zouden bezitten, leven in overvloed.

donderdag 26 september 2019

27 september - H. Vincentius de Paul, priester - Dienst aan de armen

Vincentius werd in 1581 in Gascogne geboren. Na zijn priesterwijding was hij als pastoor werkzaam bij Parijs. Met het oog op een betere opleiding van de geestelijkheid stichtte hij de congregatie van de Missie (lazaristen), die zich ook aan het werk van de volksmissies wijdde. Samen met de heilige Louise de Marillac stichtte hij tevens de congregatie van de dochters van Liefde om in de noden van de armen te voorzien. Hij stierf te Parijs in 1660.

Uit de geschriften van de heilige priester Vincentius de Paul († 1660)

De dienst aan de armen.

Wij mogen een arme landbouwer of een arme vrouw niet beoordelen op hun uiterlijk of op hun schijnbaar gebrekkige geestelijke ontwikkeling; inderdaad hebben ze vaak nauwelijks het voorkomen of de geestelijke vermogens van redelijke wezens. Maar bekijk ook de keerzijde en dan ziet ge in het licht van het geloof dat de Zoon van God die arm heeft willen zijn, bij ons tegenwoordig is door deze armen. Tijdens zijn lijden bezat Hij nauwelijks de gestalte van een mens en Hij was voor de heidenen een dwaasheid en voor de joden een aanstoot (vgl. 1 Kor. 1, 23). Daarom noemt Hij zichzelf de evangelist van de armen: ‘Hij heeft Mij gezonden om aan armen de blijde boodschap te brengen’ (Lc. 4, 18).
Mijn God! Wat is het mooi de armen te zien, als wij hen vanuit God bekijken en met de hoogachting die Jezus Christus hun betoonde. Als wij hen echter bekijken volgens de gevoelens van het vlees en van de geest van de wereld, dan lijken ze verachtelijk.
God houdt van de armen en daarom bemint Hij mensen die van de armen houden. Als men iemand echt liefheeft, betoont men ook genegenheid aan zijn vrienden en dienaren. Het Kleine Gezelschap van de Missie heeft zich tot taak gesteld, zich met genegenheid te wijden aan de dienst van de armen die de lievelingen van God zijn. Daarom mogen wij hopen dat God van ons zal houden vanwege onze liefde ten opzichte van de armen.
Er mag geen uitstel bestaan bij iemand die ten dienste van de armen staat. Als ge ’s morgens bij uw gebedsuur medicijnen moet gaan brengen, ga dan onverwijld. Bied God uw dienstbaarheid aan, verenig uw intentie met het gebed dat thuis of elders plaatsvindt en maak u verder niet ongerust.
Als ge terugkomt, kunt ge met gemak enkele ogenblikken gebed of geestelijke lezing doen op het geschikte tijdstip! Geen spoor van ongerustheid is op zijn plaats noch het idee dat ge in gebreke gebleven zijt, toen ge de gebedstijd verzuimde. Men verzuimt niets, als men iets om een gerechtvaardigde reden achterwege laat. Als er al een gerechtvaardigde reden bestaat, mijn dierbare dochters, dan is dat de dienst aan de naaste.
Men laat God niet in de steek, als men om Godswege van God weggaat. Want men verlaat een goddelijk werk om in plaats daarvan een ander goddelijk werk te doen, ofwel met grotere verplichting ofwel met meer verdienste. Ge verlaat het gebed of de lezing of ge verbreekt het stilzwijgen om een arme bij te staan. Mijn dochters, streeft dat alles na, dan zijt ge dienstbaar aan de armen.
Ge weet toch dat de liefde de grondslag is voor alle regels en allemaal zijn die op hun beurt op de liefde betrokken. De liefde is een voorname dame en men moet doen wat zij gebiedt.
Laten wij dus aan het werk gaan en ons toeleggen op een nieuwe liefde ten dienste van de armen. Laten wij zelfs de armsten en meest verstotenen opzoeken. Erkennen wij voor God dat dit onze heersers en meesters zijn en dat wij eigenlijk onwaardig zijn om hun onze kleine diensten te bewijzen.

St. Vincent de Paul, A Person of the 17th Century, a Person for the 21st century

woensdag 25 september 2019

John Henry Newman [1801-1890] Morning Prayer 1


Lord, I thank you that you have brought me to the beginning of this day, defend me in the same by your mighty power, and grant as I now rise after sleep, fresh and rejoicing, so my body after the sleep of death may rise spiritualized and blessed to dwell with you forever.
Keep me from the perils and dangers of this day; let me fall into no sin, neither run into any kind of danger, but let all my doings be ordered by your governance, to do always what is righteous in your sight, through Jesus Christ our Saviour.
                                                                                                                                             17 November 1817

dinsdag 24 september 2019

Fotoreportage op de Kerkberg met special over deksel doopvont










"Wie zijn gebedsleven baseert op het gevoel, bouwt op zand"

1. Wie zijn gebedsleven baseert op het gevoel, bouwt op zand. Hoevelen doen dit zonder er zich rekenschap van te geven! Vooral wanneer men jong is en in een vrome en beschutte omgeving leeft, worden verbeelding en gevoel gemakkelijk door  religieuze bezieling meegesleept. En men kan niet ontkennen dat dit de gewone weg is  der beginnelingen, de zoetigheid waardoor de kinderen worden gelokt. Maar reeds in  dit stadium is het zaak zo spoedig mogelijk het gebed te funderen op de             onbedriegelijke bodem van het naakte geloof, van het loutere aanhangen van de geest aan God omdat Hij God is, onafhankelijk van alles buiten Hem. Verzuimt men deze  geestelijke onthechting na te streven, dan loopt men groot gevaar in latere jaren  waarin de gevoelige godsvrucht zonder twijfel, en om vele redenen, meestentijds of  geheel zal uitblijven, het gebed te verwaarlozen en in lauwheid of in een soort naturalisme te vervallen. En bovenal, men verspert zich de weg tot ware vooruitgang      die alleen mogelijk gemaakt wordt door de ontlediging van de geest.                            

2.  „De tocht van de ziel naar de vereniging met God wordt een  nacht  genoemd om drie redenen. De eerste is ontleend aan het punt van de uitgang: de ontlediging van het verlangen naar alle genoegen in alle dingen van deze wereld door de onthechting.
De tweede reden is gelegen in de weg waarlangs de ziel reist: het geloof, want geloof is, gelijk de nacht, duister voor het verstand.              
En een derde reden wordt gevonden in het doel waarnaar de ziel streeft: God, onbegrijpelijk en oneindig, die in dit leven nacht is voor de ziel”   (Johannes van het Kruis).                            
Het geloof ligt aan de wortel van de ware onthechting, omdat het ons de alles  overtreffende waarde toont van het koninkrijk Gods en derhalve ook de betrekkelijke waarde van al het andere. Het schenkt die bepaalde geesteshouding, welke alleen door de ervaring gekend kan worden, want geheel anders dan men verwachten zou, veroorzaakt deze onthechting een grotere liefde voor onszelf, de mede- mens en alle schepselen en geen geringere. Alleen is zij anders dan vroeger, minder koortsig, meer omvattend, zuiver, helder. Zij schenkt ons andere ogen, die ons de van God vervulde schoonheid van al het aardse doen aanschouwen.

W. Grossouw "Innerlijk leven"

"Verheerlijk, mijn ziel, de Heer"

“Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer 
en alles in wijsheid gemaakt,
de aarde is vol van uw schepsels.
Maar ook in de zee, zo diep en zo wijd,
is het een gewemel van dieren,
ontelbaar, grote en kleine.
Daar zwemmen geweldige monsters rond.
Leviathan laat Gij daar spelen. -
En al deze dieren verwachten van U
dat Gij ze voedt op hun tijd.
Wat Gij voor hen uitstrooit verzamelen zij,
ze worden verzadigd als gij uw hand opent.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer” (Ps. 104, 24-28.35).

Vindplaats: rkdocumenten.nl

zondag 22 september 2019

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XXV per annum feria II S augustinus Insta opportune, importune. Dring aan, te pas en te onpas.


   


Lectio altera

   Ex Sermóne sancti Augustíni epíscopi De pastóribus
    (Sermo 46, 14-15: CCL 41, 541-542)

Tweede lezing
Preek over ‘De herders’, van de H. Augustinus, bisschop
(Sermo 46, 1415: CCL 41, 541-542)
Dring aan, te pas en te onpas

Het verdwaalde hebt gij niet teruggeroepen; het vermiste niet opgezocht. Vandaar dat wij in zekere zin in handen van rovers verkeren en tussen de tanden van woedende wolven en u vragen wegens die gevaren voor ons te bidden. Daarbij zijn ook de schapen weerspannig. Omdat zij als afgedwaalden worden opgezocht, zeggen zij, door hun afdwaling en hun verdorvenheid, dat zij vijandig tegenover ons staan: ‘Wat wilt gij van ons? Waarom zoekt gij ons?’ Alsof het om iets anders was, waarom wij hun terwille zijn en hen opzoeken, dan omdat zij dwalen en verloren lopen. ‘Als ik in dwaling verkeer, zegt men, als ik ten onder ga, wat wilt ge dan van mij? Waarom zoekt ge naar mij?’ Juist omdat gij in dwaling zijt, wil ik u terugroepen, omdat ge verloren zijt geraakt, wil ik u vinden. ‘Ja, maar ik wil dwalen, ik wil verloren gaan!’

Gij wilt dus verdwalen en ge wilt verloren gaan? Hoeveel te meer wil ik dat niet. Ik durf beslist te zeggen, dat ik opdringerig ben. Ik hoor het de Apostel zeggen: Verkondig het woord, dring aan te pas en te onpas. Bij wie te pas? Bij wie te onpas? Te pas zeker bij de goed-willenden, te onpas bij de kwaadwillenden. Kom ik beslist te onpas, dan durf ik te zeggen: ‘Gij wilt dwalen, gij wilt verloren gaan, maar ik wil dat niet.’ Tenslotte wil Hij het niet, voor wie ik vrees. Als ik wil, zie eens wat Hij zegt, zie wat Hij verwijt: Het dwalende schaap hebt gij niet teruggeroepen; het vermiste niet opgezocht. Zal ik u dan meer vrezen dan Hem? Want allen moeten wij eens voor Christus’ rechterstoel verschijnen.

Ik zal de dwalende toeroepen terug te komen en die verloren liep opzoeken. Of gij het wilt of niet, ik zal het doen. En als bij mijn zoeken in de bossen de doornstruiken mij verscheuren, zal ik mij toch door alle engten heendringen, alles hindernissen zal ik wegkappen. Voor zover de huiveringswekkende God mij krachten geeft, zal ik alles te boven komen. Ik zal de dwalende toeroepen terug te komen, ik zal die verloren liep opzoeken.

Als gij niet wilt dat ik lijd, dwaalt dan niet af en loopt niet verloren. Het doet er niet veel toe, dat ik zelf bedroefd ben bij uw afdwalen en verloren gaan: Ik vrees echter, dat ik met u te verwaarlozen u wellicht in het verderf zal storten. Want zie wat er volgt: En wat sterk was, hebt gij neergeslagen. Als ik de dwalende en verlorene verwaarloos zal ook hij die sterk is er plezier in vinden te dwalen en verloren te gaan.

Lezingen H. Mis 25e zondag door het jaar C Geen knecht kan twee heren dienen.

Eerste lezing (Am. 8,4-7)
Hoort toe, gij die de armen verdrukt
en de misdeelden in het land verdelgt,
gij die redeneert: wanneer is de nieuwe maan voorbij?
Dan kunnen we ons koren verkopen!
En wanneer de sabbat?
Dan kunnen we ons graan uitstallen.
Dan verkleinen wij de korenmaat,
dan verhogen wij de prijs en
bedriegen wij met een vervalste weegschaal.
Dan kopen wij de kleine man voor geld,
de arme voor een paar schoenen,
en verhandelen wij zelfs de afval van ons koren.
De Heer heeft gezworen bij de heerlijkheid van Jakob:
Geen van hun daden zal Ik ooit vergeten!

Tweede lezing (1 Tim. 2,1-8)
Dierbare,
vóór alles vraag ik u
gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten
voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten,
opdat wij ongestoord en rustig
een in alle opzichten godvruchtig en waardig leven kunnen leiden.
Dit is goed en welgevallig in het oog van God, onze Heiland,
die wil dat alle mensen gered worden
en tot de kennis van de waarheid komen.
Want God is één,
één is ook de middelaar tussen God en de mensen,
de mens Christus Jezus,
die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen:
op de vastgestelde tijd legde Hij zijn getuigenis af.
En ik ben hiervan aangesteld als heraut en apostel
– ik spreek de waarheid, ik lieg niet –
om de volken te onderrichten in het ware geloof.
Ik wil dus
dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden
de mannen hun handen opheffen in een geest van godsvrucht,
die haat en ruzie uitsluit.

Evangelie (Lc. 16,1-13)
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen:
“Er was eens een rijk man. Hij had een rentmeester,
die bij hem werd aangeklaagd, omdat hij zijn bezit verkwistte.
Hij riep hem dus en vroeg:
Wat hoor ik daar van u?
Geef rekenschap van uw beheer,
want gij kunt niet langer rentmeester blijven.
Toen redeneerde de rentmeester bij zichzelf:
Wat zal ik doen nu mijn heer mij het rentmeesterschap afneemt?
Spitten kan ik niet, en bedelen: daarvoor schaam ik mij.
Ik weet al wat ik ga doen,
opdat ik na mijn ontslag als rentmeester onderdak vind.
Hij ontbood de schuldenaars van zijn heer, één voor één,
en zei tot de eerste:
Hoeveel zijt ge aan mijn meester schuldig?
Deze antwoordde:
Honderd vaten olie.
Maar hij zei: Hier hebt ge uw schuldbekentenis;
ga gauw zitten en schrijf: vijftig.
Daarop vroeg hij nog aan een tweede:
En hoeveel zijt gij schuldig?
Deze antwoordde:
Honderd maten tarwe.
Hij zei hem:
Hier hebt ge uw schuldbekentenis; schrijf: tachtig.
De heer prees het in de onrechtvaardige rentmeester,
dat hij met overleg had gehandeld,
want de kinderen van deze wereld
handelen onderling met meer overleg
dan de kinderen van het licht.
Zo zeg Ik u ook:
Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon,
opdat zij – wanneer die u komt te ontvallen –
u in de eeuwige tenten opnemen.
Wie betrouwbaar is in het kleinste
is ook betrouwbaar in het grote;
en wie onrechtvaardig is in het kleinste is ook onrechtvaardig in het grote.
Zijt ge dus niet betrouwbaar geweest
met betrekking tot de onrechtvaardige mammon,
wie zal u dan het waarachtige goed toevertrouwen?
Als ge niet betrouwbaar zijt geweest
in het beheren van andermans goed,
wie zal u dan geven wat gij het uwe kunt noemen?
Geen knecht kan twee heren dienen,
want hij zal dan de een haten en de ander liefhebben,
ofwel de een aanhangen en de ander verachten.
Gij kunt niet God dienen en de mammon.”

Fotoreportage - Team Kerkberg kwis't in het klooster - met veel dank aan team Berg Kwis't!










zaterdag 21 september 2019

Vanavond is het zover! Berg Kwis'T

Ook het team Kerkberg bestaande uit deelnemers zijdens Kerkbestuur, HVR, Roerecho en Priorij Thabor heeft zich zo goed mogelijk voorbereid.

De werkplek is de eetzaal van het klooster (en dat is een andere ruimte dan de refter!).

Alle technisch hulpmiddelen staan klaar. Over de werkwijze van het team kunnen we helaas geen mededelingen doen. Dat is GEHEIM

We willen niet de laatste worden en verder is alles meegenomen!

dinsdag 17 september 2019

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XXIV per annum feria IV St Augustinus Exemplum Pauli. Het voorbeeld van Paulus.


   

   Lectio altera

   Ex Sermóne sancti Augustíni epíscopi De pastóribus
    (Sermo 46, 4-5: CCL 41, 531-533)

Tweede lezing
Preek over ‘De Herders’, van de H. Augustinus, bisschop
   (Sermo 46, 4-5: CCL 41, 531-533)
Het voorbeeld van Paulus

Toen Paulus eens in grote behoeftige omstandigheden verkeerde, geboeid als hij was door zijn prediking van de waarheid, werden er door de broeders enkelen gezonden om hem te helpen in zijn nood en gebrek. Hen dankend antwoordde hij en zei: Gij hebt er goed aan gedaan mij te helpen in mijn moeilijkheden. Ik heb geleerd in alle omstandigheden mijzelf genoeg te zijn. Ik weet, wat overvloed is en ik weet, wat armoede is. Alles vermag ik in Hem, die mij kracht geeft. Toch hebt gij er goed aan gedaan hulp te zenden in mijn nood.

Maar om te tonen, wat hij zelf eigenlijk zocht bij hun weldoen aan hem – om niet onder hen te behoren, die zichzelf weiden in plaats van hun schapen – verheugt hij zich, niet zozeer over hun hulp in zijn nood, maar meer over hun vruchtbaar geloof. Want wat zocht hij hier? Niet dat het mij om uw giften te doen is, zegt hij; wat ik zoek is de vrucht (van uw geloof). Niet om zelf verzadigd te worden, maar om te voorkomen, dat gij zonder vrucht blijft.

Wie dus niet in staat zijn te doen, wat Paulus deed, namelijk door eigen arbeid in leven blijven, laten zij de melk van hun schapen aannemen en zo in hun behoeften voorzien, maar daarbij de zwakheid van de schapen niet verwaarlozen. Zij moeten dit ook niet zoeken als eigen gerief, zodat zij de schijn op zich laden uit nooddwang het Evangelie te verkondigen, maar laten zij het licht van het Woord der Waarheid verspreiden, om de mensen ermee te verlichten. Zij zijn immers als lampen, zoals gezegd is: Houdt uw lenden omgord en uw lampen brandend; en Men steekt toch ook niet een lamp aan, om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen, die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken, die in de hemel is.

Als dus een lamp in uw huis zou worden aangestoken, zoudt gij er dan geen olie bijgieten, om ze niet te laten uitgaan? Maar als dan uw lamp, na er olie te hebben ingegoten, niet zou branden, verdiende ze zeker niet op de kandelaar gezet te worden, maar zou ze terstond stuk geslagen worden. Waar dus ergens van geleefd wordt, is het een kwestie van noodzaak om dit aan te nemen, en het is de taak van de liefde om te geven. Laat men het Evangelie toch niet als een soort koopwaar beschouwen, zodat de prijs ervoor dat is, wat zij ervoor aannemen, die zeggen, dat zij ervan moeten leven. Want als zij zo’n koop sluiten, verkopen zij toch wel iets groots voor een lage prijs. Laten ze gerust het nodige levensonderhoud aannemen van het volk, maar het loon voor hun ambt van de Heer. De mensen toch zijn niet in staat het loon te geven aan hen, die hen in evangelische liefde dienen. Zij verwachten hun loon alleen van die zijde vanwaar ook de gelovigen hun heil verwachten.

Wat wordt hun dan verweten? Waarom worden zij beschuldigd? Omdat zij, toen zij de melk opdronken en zich met de wol kleedden, de schapen zelf verwaarloosden. Zij zochten hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus.

Fotoreportage en verslag Open Monumentendagen 2019 - Speed Rondleidingen-Carrousel groot succes!

Het afgelopen weekend was het een gezellige drukte op de de Kerkberg. We telden zo'n 170 bezoekers en dat is veel voor een regio die bezaaid is met rijksmonumenten!

Er werden grote en kleine rondleidingen gegeven over:
- de geschiedenis van de Kerkberg;
- de Basiliek, het exterieur en het interieur;
- de Mariakapel - een van de oudste stenen bedehuizen in de Nederlanden;
- de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, verkondigers van het geloof in het land tussen Rijn en Maas;
- de eeuwenlange aanwezigheid tot op de dag van vandaag van de Orde van het Heilige Graf en de betekenis van Jan van Abroek;
- de belangrijke bijdrage van de achtste tot de 14de eeuw van het kapittel van het Aartsbisdom Utrecht op de Kerkberg dat aan de wieg stond van het bisdom Roermond dat dateert van 12 mei 1559;
- het indrukwekkende leven van de H. Odilia van de Elzas en haar verering op de Mont Sainte Odile die vanaf 720 voortduurt tot op de dag van vandaag;
- de formidabele Pastoor Michael Willemsen en zijn betekenis voor de Kerkberg inclusief het terughalen van de Orde van het H. Graf;
- het verhaal van de glas-in-loodramen van de bekende glazenier Joep Nicolas;
- de oorlogsschade in januari 1945 en het herstel van de Basiliek;
- waarom de Basiliek in 1957 een basilica minor werd en hoe je dat kunt zien aan de inrichting en merken aan de liturgie;
- hoe leven de zusters in het klooster op de Kerkberg;
- het godsdienstig leven op de Kerkberg nu met dagelijks en wekelijks de "gewone" liturgische vieringen, maar ook de in belangstelling en aantal deelnemers groeiende Sacramentsprocessie, de herstelde dagvullende viering op Odiliazondag (de derde zondag in juli), op 8 mei de herstelde dagvullende viering van het patroonfeest van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus de catechese voor alle leeftijden inclusief sacramentenvoorbereiding, de mogelijkheden mee te bidden met de Kanunnikessen van het H. Graf in het klooster op de Kerkberg.

En over ieder onderwerp zouden we een dagvullend programma kunnen verzorgen! Bezoekers hebben we gewezen op de pas verschenen Kleine Digitale Gids voor Bezoekers van de Kerkberg waarin beknopt de geschiedenis nog eens kon worden nagelezen overwogen.

De carroussel van speedrondleidingen was een groot succes. Iedere 20 minuten klonk er een bel en trokken de bezoekers naar de volgende locatie met de volgende gids om nieuwe  verhalen te horen over de Kerkberg waarin niet alleen de West Europese geloofsgeschiedenis werd ondergaan, maar ook mede werd gemaakt en dat tot op de dag van vandaag. Vele bezoekers vertelden dat ze al vaak langs de Kerkberg waren gekomen maar nooit naar binnen waren gegaan en nu pas begrepen waarom je in Parijs de Notre Dame en de Sacré-Cœur  moet zien en in de deze streken de prachtige Basiliek op de Kerkberg met haar rijke historie niet mag overslaan.