zondag 8 mei 2022

OOS HEIL’GEN EN KOSTER WULLEM GOOTZEN (1907-2002) "Miense van Berg en allen die hie wonen Kiekt op nao eur kirk, en blief sjteeds dankbaarheid tonen"


“Oos Heil’gen”, dat zijn de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus of de Bergse Heiligen van wie wij op woensdag 8 mei a.s. het Patroonsfeest weer gaan vieren. .

De bisschoppen Wiro en Plechelmus en hun diaken Otgerus, zijn volgens de van hen overgeleverde vrome levensbeschrijvingen, de Vitæ, overgekomen vanuit de Angel-saksische streken naar het vastenland van Europa. Volgens die Vitæ hebben zij gemissioneerd in Gallië. Daartoe rekent men ook de Zuidelijke Nederlanden. Volgens deze Vitæ schonk een der Pippiniden, het voorgeslacht van Karel de Grote (768-814), aan Wiro de plaats die later Sint Odiliënberg is genoemd. Men neemt aan dat Plechelmus ook in Twente heeft gemissioneerd. De bouw van een klooster en een aan de H. Maagd Maria toegewijde kapel te Sint Odiliënberg wordt aan deze missionarissen toegeschreven. Uit een oorkonde uit de negende eeuw blijkt het 'monasterium', kerk en klooster, toegewijd te zijn aan Sint Petrus. De kerkhistoricus Johannes Knippenbergh (1662-1742) plaatste de stichting van het klooster op basis van gegevens uit de Vitæ in 706.
In 954 werden Wiro, Plechelmus en Otgerus door Balderik van Kleef, bisschop van Utrecht tot de eer der altaren verheven. Toen een deel van de relieken, die na de verhuizing van het kapittel in 1360 of 1361 naar Roermond waren overgebracht, op 12 mei 1686 naar Sint Odiliënberg werd teruggebracht, werd de kerk onder hun drievoudig patronaat gesteld. De eeuwenlang bloeiende verering van de drie heiligen heeft van Sint Odiliënberg een bedevaartsoord gemaakt van blijvende betekenis. Hadden de drie heiligen aanvankelijk elk een afzonderlijke feestdag, sinds de liturgische herziening van 1963 hebben zij één gezamenlijk feest op 8 mei. Tot op heden worden de Bergse kerkpatronen in ere gehouden. De H. Otgerus is de patroon van de diakens van het bisdom Roermond. Bij gelegenheid van het 40-jarige jubileum van de diakenopleiding in augustus 2016 zijn enkele relieken van Wiro, Plechelmus en Otgerus vanuit de reliekenschat in de St. Nicolaaskerk Heijthuysen aan de Priester- en diakenopleiding Rolduc geschonken

Mevrouw José Nieuwesteeeg-Gootzen, een van de dochters van koster Gootzen trof in de oude muziekpapieren van haar vader het volgende gedichtje in potloodschrift aan dat een eerbetoon is aan de Basiliek en haar Heiligen en tegelijkertijd een weergave van de gedachten die bij hem opkwamen wanneer hij meer dan 53 jaar lang als koster/organist de berg beklom en langs de graven de kerk betrad waar hij de Heer loofde met orgelspel en zang.

Ontelbare hebben der hun rustplaats gevonje,
Vrunj en dierbare wo veer os aan veuljde gebonje.
Die wachte dao vredig de opstanjing aaf,
Om den te verlaote verheerlijkt hun graaf.

Wen ze os vreug of laat aevels omhoog zolen bringen,
Dan hope veer mit uch ‘t In Paradisum te zingen.
Helpt geer os dan nao ein welbesteed leven,
Oos zeel aan de sjepper teruk te moge geven.

Miense van Berg en allen die hie wonen
Kiekt op nao eur kirk, en blief sjteeds dankbaarheid tonen
Veur alles waat oos Heil’gen os hubben gegeven
Blief rech in heur spoor en loup nimmer der neven.

(Ter informatie: onder de titel “Een ontmoeting met Willem Gootzen” publiceerde de Roerecho in 1972 (Jaargang 6, nr. 22, 28 mei) een interview met hem).
Zr. Pauline, Priorij Thabor.