vrijdag 16 augustus 2019

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XIX per annum sabbato. Quis, Deus, similis tui, qui aufers iniquitatem? Wie, o God, is aan U, die de boosheid wegneemt, gelijk?




Lectio altera

Ex Sermóne sancti Paciáni epíscopi De baptísmo
(Nn. 6-7: PL 13, 1093-1094)
Tweede lezing
Uit de preek over het Doopsel, van de H. Pacianus, bisschop
(Nn. 6-7: PL 13, 1093-1094)

Wie, o God, is aan U, die de boosheid wegneemt, gelijk?

Zoals wij het beeld van de aardse mens hebben gedragen, zo zullen wij ook het beeld dragen van de hemelse mens. Want de eerste mens, uit de aarde genomen was aards; de tweede uit de hemel is hemels. Als wij dit in praktijk brengen, zeer geliefden, zullen wij niet meer sterven. Zelfs als wij in dit lichaam worden ontbonden, zullen wij leven in Christus, zoals Hij zelf zegt: Wie in Mij gelooft, ook al is hij gestorven, zal leven.

Daarom zijn wij er ook zeker van, dat volgens het getuigenis van de Heer zelf, Abraham, Isaäk en Jacob en alle heiligen Gods leven. Tenslotte zegt de Heer over dezen: Voor Hem zijn die allen leven. Hij is toch een God van levenden, niet van doden. En de Apostel zegt van zichzelf: Voor mij is het leven Christus en het sterven winst. Ik zou wensen ontbonden en met Christus te zijn. En verder nog: Wij dan, zolang wij in het lichaam zijn, wonen wij nog niet bij de Heer. Want wij leven in geloof, niet in aanschouwing. Dit is het, wat wij geloven, zeer geliefde broeders. Overigens: Indien wij enkel voor dit leven onze hoop hebben gesteld op deze wereld, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Want het leven in deze wereld is, voor het vee, de wilde dieren en de vogels, zoals gij zelf ziet, aan ons leven gelijk in lengte of langer. Maar dit is het bijzondere van de mens, dat Christus hem zijn Geest heeft geschonken, dit is het eeuwig leven, maar dan op voorwaarde dat wij niet meer zouden zondigen. Zoals de dood belopen wordt door de zonden, maar vermeden door de deugd; zo wordt het leven verloren door de zonden, maar behouden door de deugd. Want het loon voor de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwig leven in Christus Jezus, onze Heer.

Hij is het, die ons heeft vrijgekocht door ons al onze zonden te vergeven, zoals de Apostel zegt: De schuldbrief van onze ongehoorzaamheid, die tegen ons getuigde, heeft hij uitgewist. Hij heeft die vernietigd door hem aan het kruis te nagelen. Door zijn vlees af te leggen heeft Hij de machten ontwapend en openlijk aan de kaak gesteld. Hij heeft over hen getriomfeerd in zichzelf. Hij heeft de geboeiden bevrijd en heeft onze boeien verbroken, zoals David had gezegd: De Heer richt neergeslagenen op, de Heer bevrijdt geboeiden, de Heer maakt blinden ziende. En wederom: Gij hebt mijn boeien verbroken; ik zal U een offer brengen van lof. Wij zijn dus van onze boeien bevrijd toen wij door het sacrament van het Doopsel tot het teken van de Heer samenkwamen, bevrijd door het Bloed van Christus en door zijn Naam.
Aldus zeer geliefden, worden wij eenmaal rein gewassen, eenmaal bevrijd, eenmaal opgenomen in het onsterfelijk rijk; eenmaal zalig zijn zij, wier ongerechtigheden zijn vergeven en wier zonden zijn toegedekt. Houdt stevig vast, wat gij hebt ontvangen, bewaart het goed, wilt niet meer zondigen. Bewaart uzelf van nu af rein en onbesmet tot de Dag des Heren.