vrijdag 11 juni 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Sabbato post dominicam II post Pentecosten: Immaculati Cordis Beatæ Mariæ Virginis Maria conservabat omnia in corde suo. Maria bewaarde alles in haar hart.


Lectio altera

Ex Sermónibus sancti Lauréntii Iustiniáni epíscopi
(Sermo 8, in festo Purificationis B. M. V.: Opera, 2, Venetiis 1751, 38-39)

Inleiding (uit het Romeins Missaal)
Aan de verering van het Hart van Jezus, beschouwd als zetel van zijn inwendige vermogens tot kennen en beminnen, is de devotie tot het Hart van Maria verbonden. Haar onbevlekt Hart is haar innerlijk, vervuld van de Heilige Geest en daarom geheel naar God gekeerd. Uit deze inwendige bron welden gevoelens van dankbare vreugde op om haar uitverkiezing tot Moeder van de Verlosser (Luk 1, 46-47; verg. 1 Sam 2, 1). In dit geestelijk heiligdom bewaarde zij alles wat er gezegd werd over en door haar Zoon en alles wat er met Hem gebeurd is, om het zij zichzelf te overwegen, er uit te leven en ernaar te handelen (Luk 2,19 en 51; 11, 28; vgl. Luk 12,34). Om de onverdeelde toewijding van dit hart aan de zaak van de Verlosser heeft paus Pius XII, te midden van de verschrikkingen van de IIe Wereldoorlog, in 1942 – bij gelegenheid van de 25e verjaardag van de verschijningen te Fatima – de wereld toegewijd aan het Onbevlekt Hart van Maria.

Tweede lezing
Uit een preek van de heilige Laurentius Justiniani, bisschop van Venetië (+1455)
(Sermo 8, in festo Purificationis BMV: Opera omnia 2, Venetië, 1751, blz. 33-39)
Maria bewaarde alles in haar hart
Maria overwoog bij zichzelf alles wat zij door te lezen, te luisteren en te zien vernomen had. Zo nam zij toe in geloof, groeide in verdiensten, werd verlicht door wijsheid en brandde steeds meer door het vuur van de liefde. Telkens als zij de openbaring van de hemelse geheimen die zij had ontvangen, opnieuw beleefde, werd zij van vreugde vervuld. Zij werd vervuld van de Geest, richtte zich op God en hoedde zichzelf in bescheidenheid.
Zo is de dynamiek van Gods genade. Zij tilt ons uit de diepte op naar het hoogste en vormt ons om van licht tot licht.
Maria’s hart was zeker gelukkig. Door de inwoning van de Geest en zijn onderricht gehoorzaamde zij altijd en in alles aan het woord van God. Zij liet zich niet leiden door eigen gevoel en eigen oordeel. Wat de wijsheid innerlijk voorstelde aan haar geloof, dat bracht zij uiterlijk met haar lichaam ten uitvoer. De goddelijke Wijsheid bouwde voor zichzelf het huis van de Kerk om daarin te wonen en het was passend dat daarbij de heilige Maria zou bemiddelen voor het onderhouden van de wet, voor de zuiverheid van het hart, voor het ideaal van de bescheidenheid en de geestelijke offervaardigheid.

Gelovige mens, volg haar na. Om u innerlijk te zuiveren, om u van zonden te kunnen reinigen moet gij binnentreden in de tempel van uw eigen hart. Daar let God meer op onze gezindheid bij alles wat wij doen, dan op het resultaat. Wij kunnen ons daarom toeleggen op een beschouwend leven om boven onszelf uit te stijgen en vrij te zijn voor God ofwel onze goede eigenschappen ontwikkelen en goede werken verrichten om ons eenvoudig in te zetten voor onze medemensen. Hoe dan ook, wij moeten het zo doen dat alleen de liefde voor Christus ons motief is.
Dit is een innerlijke zuivering en een welgevallig offer dat zich niet voltrekt in een gebouw van steen, maar in de tempel van ons hart. Daarin treedt Christus, onze Heer, met vreugde binnen.